HAVO2 Ontkenning

De ontkenning
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De ontkenning

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
 Ik kan een Franse zin op 5 manieren ontkennend maken.

Slide 2 - Tekstslide

Welke ontkenning betekent "niet meer"?
A
ne...plus
B
ne...pas
C
ne...jamais
D
ne...rien

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal: "Ik heb niets gegeten".
A
Je n'ai jamais mangé.
B
Je n'ai pas mangé.
C
Je n'ai pas encore mangé.
D
Je n'ai rien mangé.

Slide 4 - Quizvraag

Ik had allebei de vragen goed beantwoord.
Ja
Nee

Slide 5 - Poll

Verschillende ontkenningen
ne ... pas
niet (geen)
Je ne mange pas de viande.
Ik eet niet (geen) vlees.
ne ... plus
niet (geen) meer
Je ne mange plus de viande.
Ik eet niet (geen) vlees meer.
ne ... jamais
nooit
Je ne mange jamais de viande.
Ik eet nooit vlees.
ne ... rien
niets
Je ne mange rien.
Ik eet niets.
ne ... pas encore
nog niet
Je ne mange pas encore de viande.
Ik eet nog niet (geen) vlees.

Slide 6 - Tekstslide

niet
nooit
nog niet
niet meer
niets
ne ... plus
ne ... rien
ne ... jamais
ne ... pas
ne ... pas encore

Slide 7 - Sleepvraag

De zinsopbouw blijft hetzelfde!
NE / N'
PAS
PLUS
PAS ENCORE
JAMAIS
RIEN
Persoonsvorm
(1e werkwoord in de zin)
Onderwerp
Rest van de zin

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden
J'ai un chien. 
(niet meer) Je n'ai plus de chien.

Mes parents vont à la plage.
(nooit) Mes parents ne vont jamais à la plage.

Elle va écrire.
(niets) Elle ne va rien écrire.

Slide 9 - Tekstslide

Welke ontkenning betekent "niet meer"?
A
ne...plus
B
ne...pas
C
ne...jamais
D
ne...rien

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal: "Ik heb niets gegeten".
A
Je n'ai jamais mangé.
B
Je n'ai pas mangé.
C
Je n'ai pas encore mangé.
D
Je n'ai rien mangé.

Slide 11 - Quizvraag

Ik heb allebei de vragen goed beantwoord.
Ja
Nee

Slide 12 - Poll

Maak de volgende zin ontkennend met "niet" > Tu manges de la viande.

Slide 13 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend met "nog niet" > Elle travaille.

Slide 14 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend met "nooit" > Nous allons au cinéma.

Slide 15 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennen met "niet meer" > Je vais faire du sport.

Slide 16 - Open vraag

Au travail!

BRON D > ex. 16bc - 17abcd (p. 22)


Klaar? Kwizl > HAVO2 Chapitre 5 - Ontkenning (bron D)

Slide 17 - Tekstslide