Theme 1: vragende voornaamwoorden
1 / 19
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
een vraag kan
beginnen met
een vraagwoord
beginnen met
een vraagwoord
Slide 2 - Woordweb
Wat is een voorbeeld van een vraagwoord?
A
me
B
why
C
are
D
I
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een vraagwoord?
A
they
B
you
C
I
D
how
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
____ are you doing today?
A
why
B
where
C
who
D
how
Slide 9 - Quizvraag
____ colour do you like best?
A
who
B
what
C
how
D
where
Slide 10 - Quizvraag
____ did you put my bag? I can't find it!
A
why
B
how
C
where
D
what
Slide 11 - Quizvraag
Maak een vraagzin. Gebruik een vraagwoord.
Slide 12 - Open vraag
________ were you born?
A
How
B
What
C
Who
D
When
Slide 13 - Quizvraag
______ is Patrick not at school? Is he ill?
A
Why
B
When
C
Which
D
Who
Slide 14 - Quizvraag
_______ is you brother's name?
A
How
B
What
C
Which
D
Who
Slide 15 - Quizvraag
______ is that woman, next to your father? I don't know her.
Slide 16 - Open vraag
________ bike is yours?
A
Who
B
How
C
Which
D
When
Slide 17 - Quizvraag
__________ do you grandparents live?
