Rijke en arme landen

Rijke en arme landen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Rijke en arme landen

Slide 1 - Tekstslide

Doel

Je weet het verschil tussen Afrika ten noorden en ten zuiden van de Sahara

Je kunt twee redenen noemen waarom armoede mensen ziek maakt

Je kent het verschil tussen ontwikkelde landen en ontwikkelingslanden

Je kent de topografie in Afrika

Slide 2 - Tekstslide

Doel

Je kent de verschillende landschappen in Afrika

Je kunt landen vergelijken met behulp van kenmerken van ontwikkeling

Je kent de begrippen:

levensverwachting, ontwikkelde landen, ontwikkelingslanden, cultuurgebied, basisvoorzieningen, eenzijdige voeding en ondervoeding.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Afrika


Afrika heeft twee gezichten.

Het noorden is heel droog; daar ligt de Sahara
Het behoort tot het cultuurgebied van de islamitische wereld

Ten zuiden van de Sahara ziet het er heel anders uit.

Afrika van de wilde dieren; het behoort tot het cultuurgebied van Zwart-Afrika

Zwart-Afrika is het armste gebied op aarde!


Slide 6 - Tekstslide

Armoede, ziekte en honger

De levensverwachting in Afrika is 46 jaar; in Nederland worden de mensen gemiddeld ruim dertig jaar ouder!

Armoede maakt mensen ziek.

Geen schoon drinkwater, eenzijdig  en te weinig eten, ondervoede kinderen, slechte hygiëne

Slide 7 - Tekstslide

Tweedeling

Elk land in de wereld kan een rapportcijfer krijgen; er wordt dan naar de vier basisvoorzieningen gekeken.

Zo wordt de wereld in twee groepen verdeeld:

Landen met een hoog ontwikkelingspeil>>>rijke of ontwikkelde landen

Landen met een laag ontwikkelingspeil>>>ontwikkelingslanden

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoe maakt armoede mensen ziek?

Slide 10 - Woordweb

Tot welk cultuurgebied hoort het noorden van Afrika?

A
cultuurgebied Zwart-Afrika
B
cultuurgebied Europa
C
cultuurgebied islamitische wereld
D
cultuurgebied Midden-Oosten

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent ondervoed?
A
Er is genoeg te eten
B
Er is te weinig eten
C
Er is te veel eten
D
Er is te weinig en te eenzijdig eten

Slide 12 - Quizvraag

Wat heeft niet met slechte hygiëne te maken?
A
een rivier die gebruikt wordt als wc
B
geen schoon drinkwater
C
een wasmachine
D
wassen in de rivir

Slide 13 - Quizvraag

Waar kijk je naar als je elk land in de wereld een soort rapportcijfer geeft?
A
dan kijk je naar de ontwikkelingslanden
B
dan kijk je naar de vier basisvoorzieningen
C
dan kijk je naar de ontwikkelingslanden
D
dan kijk je naar de armoede

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent: een laag ontwikkelingspeil?
A
Als mensen weinig en eenzijdig eten
B
Als mensen in slechte huizen wonen
C
Als er te weinig scholen en dokters zijn
D
Alles genoemd bij A, B en C

Slide 15 - Quizvraag

Hoe noem je landen met een hoog ontwikkelingspeil ook wel?
A
Ontwikkelingslanden
B
Ontwikkellanden
C
Ontwikkelde landen
D
Onzelfstandige landen

Slide 16 - Quizvraag

Hoe meet je de ontwikkeling van een land?
A
aan het BNP
B
aan de basisvoorzieningen
C
aan de bevolkingsgroei
D
aan bestaansmiddelen

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk 22 juni

Maken H6.4 Rijke en arme landen

opdr. 1 t/m 9 en 11


Leren SO H6 par. 1t/m 3

Slide 18 - Tekstslide