Welke magnetische veldlijn (B/B) is juist getekend?
A
A
B
B
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Welke magnetische veldlijn (B/B) is juist getekend?
A
A
B
B
Slide 1 - Quizvraag
Welk kompasje (rood = noord) is in de juiste stand getekend?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 2 - Quizvraag
Om welke stroomdraad is het magneetveld B goed weergegeven?
A
A
B
B
Slide 3 - Quizvraag
Zie de stroomdraad hiernaast. Op twee manieren is de richting van het magneetveld B aangegeven.
I. De blauwe pijl geeft de goede richting aan. II. Het rode puntje en kruisje geven de goede richting aan.
A
Stelling I is juist
B
Stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Hiernaast twee stroomdraden. Het magneetveld B van de rode stroomdraad is (ter plaatse van de zwarte stroomdraad) aangegeven met een kruisje of een puntje.
A
Het kruisje is correct.
B
Het puntje is correct.
C
Beiden zijn correct.
D
Geen van beiden zijn correct.
Slide 5 - Quizvraag
In de figuur een vooraanzicht van een stroomdraad (weergegeven met een stip), met het opgewekte magneetveld B eromheen. De stroom loopt...
A
Recht naar je toe (puntje)
B
Recht van je af (kruisje)
C
Dit is niet te zeggen.
Slide 6 - Quizvraag
Bij welke draad staat het magneetveld FOUT weergegeven met de . en X.
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 7 - Quizvraag
Welke stroom is juist aangegeven, als je een spoel op de manier hiernaast aansluit op een spanningsbron.
A
A
B
B
C
Dit is niet te zeggen.
Slide 8 - Quizvraag
Bij de spoel hiernaast geldt...
A
Het veld (in de spoel) loopt naar links, de zuidpool zit links.
B
Het veld (in de spoel) loopt naar rechts, de zuidpool zit links.
C
Het veld (in de spoel) loopt naar links, de zuidpool zit rechts.
D
Het veld (in de spoel) loop naar rechts, de zuidpool zit rechts.
Slide 9 - Quizvraag
Hiernaast het vooraanzicht van een spoel (één winding van een spoel) met de stroom I aangegeven. Het in de spoel opgewekte veld...
A
Komt recht op je af (puntje)
B
Gaat recht van je vandaan (kruisje)
C
Hier kan je niets over zeggen.
Slide 10 - Quizvraag
Zie de elektromagneet hiernaast. Bij het cirkeltje bevindt zich de ...
A
plus-pool
B
min-pool
C
dat is niet te zeggen
D
dat weet ik niet
Slide 11 - Quizvraag
Bij de spoel hiernaast geldt...
A
Het veld (in de spoel) loopt naar links, bij A zit de + van de batterij.
B
Het veld (in de spoel) loopt naar rechts, bij A zit de + van de batterij.
C
Het veld (in de spoel) loopt naar links, bij B zit de + van de batterij.
D
Het veld (in de spoel) loopt naar rechts, bij B zit de + van de batterij.
Slide 12 - Quizvraag
Voor de twee spoelen hiernaast geldt:
A
Het veld in spoel A staat naar links. De spoelen trekken elkaar aan.
B
Het veld in spoel A staat naar links. De spoelen stoten elkaar af.
C
Het veld in spoel A staat naar rechts. De spoelen trekken elkaar aan.
D
Het veld in spoel A staat naar rechts. De spoelen stoten elkaar af.
Slide 13 - Quizvraag
Hiernaast twee stroomdraden. Het magneetveld B van de rode stroomdraad is ter plaatse van de zwarte stroomdraad aangegeven. De lorentzkracht die de zwarte stroomdraad door dit veld ondervindt...
A
Is het papier in gericht (van je af)
B
Is het papier uit gericht (naar je toe)
C
Is naar links ( <-- ) gericht
D
Is naar rechts ( --> ) gericht.
Slide 14 - Quizvraag
Hiernaast twee situaties A en B waar I en B zijn gegeven. Voor de richting van de lorentzkracht F geldt...
A
Bij A naar links, bij B het papier in (kruisje)
B
Bij A naar links, bij B het papier uit (puntje)
C
Bij A naar rechts, bij B het papier in (kruisje)
D
Bij A naar rechts, bij B het papier uit (puntje)
Slide 15 - Quizvraag
Hiernaast twee situaties. A: F en B zijn gegeven B: F en I zijn gegeven Voor de ontbrekende grootheden geldt:
A
De stroom is bij A naar links, het veld is bij B van je af (kruisje).
B
De stroom is bij A naar rechts, het veld is bij B van je af (kruisje).
C
De stroom is bij A naar links, het veld is bij B naar je toe (puntje).
D
De stroom is bij A naar rechts, het veld is bij B naar je toe (puntje).