Deutschlandquiz klas 3

Deutschland quiz
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deutschland quiz

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de hoofdstad van Duitsland?

Slide 2 - Open vraag

9. Zet de Bundesländer in alfabetische volgorde:
Brandenburg
Bayern
Nordrhein-Westfalen
Schleswig-Holstein
Hamburg
Hessen
1
2
3
4
5
6

Slide 3 - Sleepvraag

Wie is geen Duitse/Duitser?

A
Heidi Klum
B
Angela Merkel
C
Rudi Carell
D
Arnold Schwarzenegger

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel Bundesländer heeft de Bondsrepubliek Duitsland?

Slide 5 - Open vraag

Wien
Oktoberfest
Arnold Schwarzenegger
Kaiserschmarrn
Red Bull
Bockwurst
Berlin
Kaiser Franz Josef
Angela Merkel
9 Bundesländer
16 Bundesländer

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Video

Wat betekent:
der See
A
het meer
B
de zee
C
het strand

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de Duitse vlag?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen Duits merk?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Duitsland is ____ keer groter dan Nederland.
A
6
B
3
C
10
D
9

Slide 11 - Quizvraag

Thema: Sport

Slide 12 - Tekstslide

Welk stadion is van Bayern München?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Het vierschansentournooi wordt gehouden in 4 steden. In welke stad vindt de wedstrijd op nieuwjaarsdag plaats?
A
Oberstdorf
B
Innsbruck
C
Garmisch-Partenkirchen
D
Bischofshofen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de populairste sport in Duitsland?
A
hockey
B
voetbal
C
volleybal
D
paardrijden

Slide 15 - Quizvraag

Die Mannschaft hat gestern verloren.
vertaal "Mannschaft".
A
de manschap
B
het elftal
C
de kampioen
D
de sporter

Slide 16 - Quizvraag


Je hoort zo twee liedjes. Welk woord hoor je als laatste voor de muziek stopt?

Slide 17 - Tekstslide

1

Slide 18 - Video

02:11
Wat is het laatste woord dat je hebt gehoord?
A
Frei
B
Zwei
C
Atemlos
D
Nacht

Slide 19 - Quizvraag

1

Slide 20 - Video

01:37
Wat is het laatste woord dat je hebt gehoord?
A
immala
B
in mar La
C
dacht
D
lacht

Slide 21 - Quizvraag

In Duitsland........
A
kun je gratis studeren
B
kost studeren net zoveel als in Nederland
C
kost studeren heel veel

Slide 22 - Quizvraag

Duitsland heeft
A
een koning
B
een president

Slide 23 - Quizvraag

Welke supermarktketen vind je niet in Duitsland? Duitsland?
A
Dirk
B
ALDI
C
Penny
D
Lidl

Slide 24 - Quizvraag

Duitsland heeft geen provincies, maar deelstaten.
Hoeveel deelstaten heeft Duitsland?
A
25
B
10
C
16
D
20

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het grootste Duitse Bundesland? (in het Duits!)
timer
0:30

Slide 26 - Open vraag

Welke rivier stroomt niet door Duitsland?
A
Rijn
B
Donau
C
Maas
D
Moezel

Slide 27 - Quizvraag

Wat is geen stad in Duitsland?
A
Köln
B
Salzburg
C
Bonn
D
Dresden

Slide 28 - Quizvraag

Wanneer begint 'Karneval'?
A
Am Elften Elften
B
Am Rosenmontag
C
Am Aschermittwoch

Slide 29 - Quizvraag

Wat gebeurt er op "Rosenmontag"?
A
Carnavalsoptocht
B
Iedereen draagt roze kleding
C
Iedereen krijgt een roos
D
Toespraak van de prins

Slide 30 - Quizvraag

Fijne vakantie allemaal

Slide 31 - Tekstslide