Grammar: Past Simple (versie 2)

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

She woke up late for school

He didn’t wash his hands

I cut my hair yesterday

We danced the night away

He walked to school this morning

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Past simple regelmatige werkwoorden

Past simple onregelmatige werkwoorden
swim
walk
drive
cook
give
have

Slide 6 - Sleepvraag


Past simple
Wanneer gebruik je de past simple.
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 7 - Quizvraag

Past simple: je maakt de past simple ontkennend met:
A
do not + hele werkwoord
B
did not + hele werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Past Simple:

Wat zijn de signaalwoorden van de Past Simple?
A
Tomorrow, next week, in 2025,
B
Last month, yesterday, a month ago, in 2012
C
Today, now,
D
again, always, constantly

Slide 9 - Quizvraag

PAST SIMPLE:
Welke zin gebruikt de Past Simple?

A
Did you eat eggs for breakfast yesterday?
B
Do you always eat breakfast in the morning?

Slide 10 - Quizvraag

PAST SIMPLE:
in welke zin wordt de past simple gebruikt?
A
I lived in Purmerend in 2010.
B
I was living in Purmerend.

Slide 11 - Quizvraag

GO to NuEngels
code: 98345 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide