Examentraining Criminaliteit BASIS

Examentraining
Je hebt het afgelopen jaar veel geleerd over criminaliteit.
Maar hoe kun je nou het beste vragen beantwoorden?


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Examentraining
Je hebt het afgelopen jaar veel geleerd over criminaliteit.
Maar hoe kun je nou het beste vragen beantwoorden?


Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog?
We beginnen met een aantal belangrijke zaken die we al weten

Daarna maken we samen een aantal examenvragen en geef ik jullie tips hoe je dit het beste kunt doen

Slide 2 - Tekstslide

Overtredingen en misdrijven

  • Overtredingen
bijv. door rood licht of wildplassen 
(= meestal minder erg)

  • Misdrijven
bijv. vernielingen, diefstal enz. 
(= veel erger)
Vuistregel
Valt er een slachtoffer?
ja = misdrijf
nee = overtreding

Slide 3 - Tekstslide

Misdrijven


  • Je gaat naar de gevangenis (en dus niet in hechtenis)

  • Straffen langer dan één jaar

  • je krijgt een strafblad

  • Ook poging en medeplichtigheid is strafbaar

Slide 4 - Tekstslide

Vormen van criminaliteit
Zware criminaliteit:
moord, inbraak, gewapende overvallen, verkoop harddrugs

Georganiseerde criminaliteit:
mensensmokkel, drugshandel

Veelvoorkomende criminaliteit:
vandalisme, vernielingen, diefstal, zakkenroller, graffiti
Criminaliteit is plaatsgebonden (niet overal gelden dezelfde regels)
Criminaliteit is tijdgebonden (vroeger was homoseksualiteit strafbaar!)

Slide 5 - Tekstslide

Taken van de politie
H
D
H
O
P
D

Slide 6 - Tekstslide

Taken van de politie
Handhaven openbare orde
Dienstverlening
Hulpverlening
Opsporing
Preventie

Slide 7 - Tekstslide

Individuele oorzaken
-  Gebrekkige opvoeding
- Gedrags- en psychische problemen
- Sterke groepsdruk
- Drugsgebruik/ alcoholgebruik (40%oiv alcohol)
- Persoonlijkheidskenmerken

meer informatie: klik hier (slide 16 tot 27)

Slide 8 - Tekstslide

maatschappelijke oorzaken
- slechte levensomstandigheden
- minder sociale controle in de buurt 
- gelegenheid maakt de dief   (gelegenheidsmotief)
- normvervaging
- gebrek maatschappelijke bindingen (familie , vrienden, werk)
- eens een dief, altijd een dief. (etikettering)

Slide 9 - Tekstslide

Officier van Justitie



  • Seponeren
  • Schikken
  • Vervolgen

Slide 10 - Tekstslide

Rechtbank
- Kantonrechter- lichte overtredingen
- Politierechter - maximaal 1 jaar gevangenisstraf
- meervoudige kamer = 3 rechters, zware misdrijven

Hoger beroep : zaak wordt opnieuw behandeld bij het gerechtshof
Hoge Raad: in cassatie, zorgt voor rechtsgelijkheid/zekerheid

Slide 11 - Tekstslide

7 stappen in een rechtszaak
1:  Opening                                                  5: Pleidooi
2: Tenlastelegging                                  6: Laatste woord verdachte
3: Verdachte ondervragen                  7: Vonnis
4: Requisitoir                                            

De rechter opent de zaak. Controleert de persoonsgegevens van de verdachte en wijst hem op zijn rechten
Een opsomming van het delict, tijd, plaats, wettelijke voorschrift, omstandigheden
De rechter mag vragen stellen aan de verdachte. Daarna mag ook de OvJ vragen stellen aan de verdachte.
Hierin somt de OvJ alle relevante bewezen feiten op en wordt afgesloten met een strafeis. Dit is het verzoek aan de rechter om de verdachte een bepaalde straf te geven.
De advocaat komt op voor de belangen van de verdachte. Hij probeert in het pleidooi de rechter te overtuigen van de onschuld van de verdachte
De verdachte heeft het laatste woord. Hier mag hij gebruik van maken om bijvoorbeeld excuses te maken of zijn onschuld nogmaals duidelijk te maken
De uitspraak van de rechter noemen we het vonnis. Dit kan bijvoorbeeld zijn 8 jaar tijdelijke vrijheidsstraf waarvan 5 jaar onvoorwaardelijk.
Er zijn twee soorten strafrechters. Voor de lichtere delicten is er de politierechter. Voor de zwaardere delicten de meervoudige kamer

Slide 12 - Tekstslide

Hoge Raad
Nog steeds niet eens? Dan rest alleen nog in cassatie gaan bij de Hoge Raad. De rechter kijkt hier alleen of de lagere rechters de rechtsregels goed hebben toegepast en of de motivatie van het vonnis voldoende is geweest
Gerechtshof
Als een van de twee partijen het niet eens is met het vonnis van de rechter kan er in hoger beroep gegaan worden bij 1 van de 4 gerechtshoven
Rechtbank
In eerste aanleg komt de zaak bij 1 van de 11 rechtbanken in Nederland

Slide 13 - Tekstslide

Straffen voor meerderjarigen
* Hoofdstraffen

* Bijkomende straffen

* Maatregelen

Slide 14 - Tekstslide

Rechten van de verdachte
1. Recht om te weten waarvan je verdacht wordt.
2. Advocaat
3. Recht op zwijgen
4. Beperkte tijd vasthouden
5. Eerlijk proces > onpartijdige, onafhankelijke rechter
6. Hoger beroep

Slide 15 - Tekstslide

Beleidsterreinen
1.Opsporingsbeleid > prioriteiten stellen, middelen, bevoegdheden,

2. Vervolgingsbeleid > snelrecht / lik-op-stukbeleid, taakstraffen, gedoogbeleid

3. Gevangenisbeleid > cel delen / proefverlof / resocialisatie

4. Jeugdbeleid
Meer toezicht, sneller straffen,  banenplannen, werkprojecten

Slide 16 - Tekstslide

Manieren waardoor criminaliteit verminderd kan worden:

1. Repressie= bestrijden

2. Preventie= voorkomen

Slide 17 - Tekstslide

1. Preventief beleid
  • Voorlichting geven

  • Woonwijken onderhouden

  • Sociale controle vergroten

  • Zorgen voor gelijke kansen

Slide 18 - Tekstslide

(im)Materiele gevolgen

Materieel: prijskaartje



Immaterieel: moeilijk een bedrag aan te hangen

kosten slachtoffer
kosten herstellen schade
kosten bestrijding criminaliteit
angst, onveiligheid, normvervaging, verontwaardiging

Slide 19 - Tekstslide

Antwoord C


Slide 20 - Tekstslide

Antwoord C

Slide 21 - Tekstslide

Ja, want:
- de zaak is behandeld door het gerechtshof. daar kan het niet direct terechtkomen
- een misdrijf wordt altijd eerst behandeld door de rechtbank

Slide 22 - Tekstslide

Antwoord C

Slide 23 - Tekstslide

Ze nemen meer preventieve maatregelen want ze proberen te voorkomen dat er wordt ingebroken, hun fiets wordt gestolen, ze slachtoffer worden van criminaliteit
(alleen juist bij juiste combinatie)

Slide 24 - Tekstslide

Antwoord A
Heling = verkoop van gestolen spullen
Georganiseerde misdaad = zware misdrijven in samenwerking en langere tijd
Terrorisme = geweld plegen met een politiek doel

Slide 25 - Tekstslide

Antwoord A

Slide 26 - Tekstslide

4 goed = 2 punten
2 of 3 goed = 1 punt
0 of 1 goed = 0 punten
materiëel
immateriëel
Materiëel
immateriëel

Slide 27 - Tekstslide