les 2 9.3 en 9.4 (les 6 in de reeks)

 leerdoelen vorige les § 9.2
Ik kan de grafiek bij een tabel met regelmaat tekenen en weet dat dit altijd een rechte lijn is.

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
wiskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

 leerdoelen vorige les § 9.2
Ik kan de grafiek bij een tabel met regelmaat tekenen en weet dat dit altijd een rechte lijn is.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen 9.3
Ik weet wat een letterformule is en weet hoe deze is opgebouwd.
Ik kan de variabelen in een formule aangeven.
Ik kan berekeningen met formules uitvoeren.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Variabelen
  • Een variabele is het getal dat steeds kan veranderen
    (de letters in de formule)

  • Inkomsten in € = 4,50 + 3,43t
     Variabelen zijn: inkomsten in € en t

Slide 7 - Tekstslide

Letters in formules
We kunnen de formule dus korter schrijven:

huurprijs in € = 15 + 4 x tijd in dagen
wordt
huurprijs in € = 15 + 4 x t  
t = tijd in dagen (dit staat onder de formule)

Slide 8 - Tekstslide

maak van deze formule een formule met letters:
lengte van de kaars in cm = 32 - 4 x aantal branduren

Slide 9 - Open vraag

Tom werkt bij de AH. Hij berekent zijn inkomsten met de formule: inkomsten in euro = 4,75 + 3,50t (t= tijd in uren)

Hoeveel verdient Tom per uur?

Slide 10 - Open vraag

Tom werkt bij de AH. Hij berekent zijn inkomsten met de formule: inkomsten in euro = 4,75 + 3,50t (t= tijd in uren)

Wat verdient Tom als hij 4 uur werkt?

Slide 11 - Open vraag

Tom werkt bij de AH. Hij berekent zijn inkomsten met de formule: inkomsten in euro = 4,75 + 3,50t (t= tijd in uren)
Zijn vriend Tim werkt 2 uur meer dan Tom, hoeveel verdient hij meer?

Slide 12 - Open vraag

Mevrouw Spruit snowboardt de berg af. Zij gebruikt de volgende formule:
hoogte in meters = 3000 - 300t (t: tijd in minuten)
Hoeveel meter daalt mevrouw Spruit per minuut?

Slide 13 - Open vraag

Mevrouw Spruit snowboardt de berg af. Zij gebruikt de volgende formule:
hoogte in meters = 3000 - 300t (t: tijd in minuten)
Na hoeveel minuten is mevrouw Spruit beneden?

Slide 14 - Open vraag

leerdoelen 9.3
Ik weet wat een letterformule is en weet hoe deze is opgebouwd.
Ik kan de variabelen in een formule aangeven.
Ik kan berekeningen met formules uitvoeren.

Slide 15 - Tekstslide

zelfstandig werken
maak van 9.3 opdracht 21, 22 en 23
klaar? kijk alvast na
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

§9.4 
Formules veranderen

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen

    • Ik kan een nieuwe formule maken als het begingetal verandert.
    • Ik kan een nieuwe formule maken als het stijg/daalgetal verandert.

    Slide 18 - Tekstslide

    Zie de onerstaande woordformule
    beltegoed in euro = 40 - 0,20 x beltijd in minuten



    Slide 19 - Tekstslide

    Formules met letters
    beltegoed in euro = 40 - 0,20 x beltijd in minuten


    beltegoed in euro = 40 - 0,20 x m



    Slide 20 - Tekstslide

    Formules met letters zo kort mogelijk schrijven
    beltegoed in euro = 40 - 0,20 x beltijd in minuten


    beltegoed in euro = 40 - 0,20 x m


    beltegoed in euro = 40 - 0,20m
    m: beltijd in minuten

    Slide 21 - Tekstslide

    Voorbeeld 1
    beltegoed in euro = 40 - 0,20m
    m: beltijd in minuten

    Bereken het beltegoed wanneer er 10 minuten gebeld is.

    beltegoed in euro =

    Slide 22 - Tekstslide

    beltegoed in euro = 40 - 0,20m
    m: beltijd in minuten

    Bereken het beltegoed wanneer er 10 minuten gebeld is.

    Slide 23 - Open vraag

    Voorbeeld 2
    beltegoed in euro = 40 - 0,20m
    m: beltijd in minuten

    Bereken het beltegoed voor m = 30.

    beltegoed in euro =

    Slide 24 - Tekstslide

    beltegoed in euro = 40 - 0,20m
    m: beltijd in minuten

    Bereken het beltegoed voor m=30

    Slide 25 - Open vraag

    Formules veranderen
    beltegoed in euro = 40 - 0,20m
    m: beltijd in minuten

    Slide 26 - Tekstslide

    Formules veranderen
    beltegoed in euro = 40 - 0,20m
    m: beltijd in minuten

    beltegoed opwaarderen        verandering begingetal


    Slide 27 - Tekstslide

    Formules veranderen
    beltegoed in euro = 40 - 0,20m
    m: beltijd in minuten

    beltegoed opwaarderen        verandering begingetal

    verandering van de prijs per belminuut        verandering daalgetal

    Slide 28 - Tekstslide

    Voorbeeld
    David gebruikt om zijn beltegoed te 
    berekenen de formule: 
    beltegoed in euro = 40 - 0,20m
    m: beltijd in minuten

    De mobiele provider van David verhoogt 
    de prijs per minuut met 0,05 euro. David 
    waardeert tegelijkertijd zijn beltegoed met 
    10 euro op. Schrijf de nieuwe formule op.
    Het nieuwe begingetal is



    Het nieuwe daalgetal is 



    beltegoed in euro =

    Slide 29 - Tekstslide

    Beltegoed in euro = 40 - 0,20m
    David waardeert zijn beltegoed op met 10 euro. Schrijf de nieuwe formule op.

    Slide 30 - Open vraag

    Beltegoed in euro = 50 - 0,20m
    De provider verhoogt de prijs per minuut met 0,05. Nieuwe formule?

    Slide 31 - Open vraag

    Hoeveel beltegoed heeft David nog als hij 20 minuten gaat bellen?
    Beltegoed=500,25m

    Slide 32 - Open vraag

    Leerdoelen

      • Ik kan een nieuwe formule maken als het begingetal verandert.
      • Ik kan een nieuwe formule maken als het stijg/daalgetal verandert.

      Slide 33 - Tekstslide

      zelfstandig werken
      maak van 9.3 opdracht 21, 22 en 23
      maak van 9.4 opdracht 27 tot en met 32
      kijk alles zorgvuldig na en plaats foto's in mijnschrift

      Slide 34 - Tekstslide