1.6 huisvesting en 1.7 Verrijking van huisvesting

Vergroening Stedelijke Omgeving
Profielmodule 3
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsoriëntatieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vergroening Stedelijke Omgeving
Profielmodule 3

Slide 1 - Tekstslide

PM3
3 uur in de week
Oneven week dierhouderij
Even week groenvoorziening
MITS......

Slide 2 - Tekstslide

De weg naar het examen
Keuzevakken afgerond in klas 3:apart cijfer op je diploma​


Klas 4:  4 PTA's​
PM 2 : Food​ 
PM 3:   Groen en Dier           
Eindcijfer​ wordt gemiddeld met het CSPE cijfer
7 maart alle cijfers ingeleverd van praktijk, 1 april start examens CSPE
Eind klas 4 : CSPE​ -> Centraal Schriftelijk Praktijk Examen






Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je bij je?
  • Map:  2 gaatje ringen​
  • opgeladen IPad​
  • Teams op je iPad ​
  • Goed gevulde etui(pen, potlood, stiftjes etc)​
  • Rekenmachine​
  • Ketelpak​
  • Laarzen​


Let op!!!  Als je iets niet hebt, wordt er direct een afspraak om terugkomen gemaakt.






Slide 4 - Tekstslide

Vandaag
Stukje theorie
Teams
Verzorgen van de dieren

Slide 5 - Tekstslide

1.6 Huisvesting van dieren

Lesdoelen:
  1. je weet waar een goede huisvesting aan voldoet
  2. je kan een hok inrichten
  3. je weet het verschil tussen gezelschapsdier en productiedier

Slide 6 - Tekstslide

Noem drie gezelschapsdieren

Slide 7 - Woordweb

Noem drie productiedieren

Slide 8 - Woordweb

Waar let je op als je een gezelschapsdier huisvest?

Slide 9 - Woordweb

1.23
Dieren die in het wild in een groep leven, kun je het ook het beste huisvesten in een groep. Waar houdt je dan rekening mee?
A
Grootte van het dier.
B
leeftijd van het dier.
C
leefwijze van het dier.

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

1.24
Een hamster slaapt overdag, omdat een hamster
A
Een lui dier is.
B
Slecht tegen het licht kan.
C
Een nachtdier is.

Slide 12 - Quizvraag

Waarom mogen er geen chinchilla's en dwerghamsters verkocht worden?

Slide 13 - Open vraag

zoek een foto van een hamsterkooi

Slide 14 - Open vraag

1.25 Wat doen scharrelende kippen?


A
De hele dag rondlopen.
B
Al krabbend naar voedsel zoeken.
C
Een kortstondige relatie met de haan aangaan.
D
Proberen te vliegen.

Slide 15 - Quizvraag

1.26 waarom moet er in een terrarium een warmtelamp zitten?


A
Omdat amfibieën en reptielen niet graag in het donker zitten.
B
Om het water op te warmen.
C
Omdat amfibieën en reptielen zich moeten kunnen opwarmen.

Slide 16 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met een koudbloedig dier?

Slide 17 - Open vraag

1.7 Verrijking van huisvesting
Lesdoelen:
  1. je kunt aan de hand van de vijf vrijheden van Brambell uitleggen of de hokken en kooien voldoen aan de eisen.
  2. je kunt oplossingen aanbieden als dat nodig is
  3. je kunt een juiste keuze maken bij de materiaal soorten

Slide 18 - Tekstslide

Waaraan zie je dat een dier zich verveeld?

Slide 19 - Woordweb

Slide 20 - Video

1.28 Wat betekent domesticeren?
A
zorgen dat dieren hun natuurlijk gedrag kunnen laten zien
B
zorgen voor goede huisvesting van dieren
C
van een wild dier een huisdier maken
D
wilde dieren vangen

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Stereotiep gedrag
In het wild zoeken dieren de hele dag naar voedsel.
(Landbouw)huisdieren krijgen voedsel -> ze vervelen zich 
Stereotiep gedrag = abnormaal gedrag
  • ijsberen
  • veren bij zichzelf uittrekken
  • elkaar pikken
  • staart bijten

Slide 23 - Tekstslide

De vijf vrijheden
In de wet zijn 5 vrijheden van dieren opgenomen:
  1. vrij van dorst, honger en ondervoeding;
  2. vrij van lichamelijk ongerief;
  3. Vrij van pijn, verwonding en ziektes;
  4. Vrij van angst en chronische stress;
  5. Vrij om natuurlijk gedrag te vertonen.

Slide 24 - Tekstslide

Domesticeren: toen en nu
domesticeren = van wilde dieren (landbouw)huisdieren maken

Vroeger weinig aandacht voor de 5 vrijheden
Nu steeds meer aandacht voor dierwelzijn

Slide 25 - Tekstslide

1.27 Als je een solitair levend dier in een groep huisvest, met welke vrijheid houd je dan geen rekening?


A
Vrij van dorst, honger en ondervoeding..
B
Vrij van lichamelijk ongemak.
C
Vrij van pijn, verwonding en ziektes..
D
Vrij van angst en chronische stress.

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video

Verrijking van huisvesting
Verrijken om verveling en stress tegen te gaan.
Verrijking moet veilig zijn.

Let op van welk materiaal verrijking gemaakt is!
Zelf maken of kopen


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Noem dingen op die je kan gebruiken voor het verrijken voor een hamsterkooi

Slide 30 - Woordweb

1.29 Als je kijkt naar het natuurlijke gedrag van een paard, kun je een paard het beste:
A
al zijn eten 's morgens in één keer geven
B
's morgens en 's avonds eten geven
C
al het eten verspreid over de dag geven
D
al zijn eten 's avonds in één keer geven

Slide 31 - Quizvraag

1.30 Huisvesting van dieren verrijk je om het welzijn te verbeteren. Aan welke eis moet verrijking altijd voldoen?
A
verrijking moet makkelijk schoon te maken zijn
B
verrijking moet (dier) veilig zijn
C
verrijking moet lang meegaan
D
verrijking moet van natuurlijk materiaal gemaakt zijn

Slide 32 - Quizvraag

opdracht 8
blz 55.
45 minuten

Slide 33 - Tekstslide

Samenvatting

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Woordweb


A
.
B
C
.

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide