In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H1.8 Migratiefactoren
Slide 1 - Tekstslide
diagnostische oefening
Werk individueel en in stilte. Doe je boek en laptop dicht.
Maak de volgende opdrachten:
Teken in je schrift een demografisch transitiemodel met 4 fasen. Gebruik rood voor bevolkingsgroei, blauw voor sterfte, groen voor geboorte.
Schrijf bij elke fase waarom geboorte, sterfte en de bevolkingsgroei verandert.
Schrijf bij elke fase welke bevolkingsgrafiek erbij hoort.
In welke fasen is de demografische druk hoog?
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Programma week 37
- Stukje herhaling par 3 en 4 -> lessonup
- Leerdoelen par 8
- Uitleg Migratiefactoren = par 8 -> lessonup
- Maken: opdrachten 3, 4, 6, 7, 8 -> in je schrift of online
Slide 3 - Tekstslide
Welke leeftijdsgroep is het grootst?
A
5-9 jaar
B
25-29 jaar
C
45-49 jaar
D
70-74 jaar
Slide 4 - Quizvraag
Waarom worden de mensen in rijke landen steeds ouder?
Slide 5 - Open vraag
Wat is geen reden voor het krijgen van veel kinderen in een ontwikkelingsland?
A
Meehelpen aan gezinsinkomen.
B
Geen toegang tot geboortebeperking.
C
Slechte medische voorzieningen.
D
Meer kans op een goede oude dag.
Slide 6 - Quizvraag
Kijk naar de bevolkingsgrafiek van India
Slide 7 - Tekstslide
In welke demografische transitiefase bevindt India zich?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4-5
Slide 8 - Quizvraag
Met welk probleem zal India over ca. 20 jaar te maken hebben?
Slide 9 - Open vraag
Instructie H1.8 Migratiefactoren
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen
- Je weet welke invloeden immigratie en emigratie op de bevolking van een gebied hebben.
- je begrijpt waarom mensen naar een ander gebied migreren.
- je weet welke beperkingen er bij migratie zijn.
Iedereen leest par 8 in stilte!
timer
2:00
Slide 11 - Tekstslide
Je hebt de tekst gelezen
Je snapt de lesstof
Je kunt de leerdoelen beantwoorden
Je hebt geen vragen
Je start met het huiswerk
In stilte!
Je doet af en toe mee met een vraag in lesson-up
Je hebt de tekst gelezen
Je twijfelt of je alles snapt
Je kunt de leerdoelen nog niet beantwoorden
Je luistert naar de uitleg
Je maakt aantekeningen
Vragen stellen na de uitleg
Je start met huiswerk
OF
Slide 12 - Tekstslide
Migratie
Migratie = het verhuizen naar een andere woonplaats
Emigratie = Inwoners van een bepaald gebied, verhuizen naar een andere woonplaats in een ander land.
Immigratie = Iemand komt een land binnen, om daar te gaan wonen.
In het onderstaande voorbeeld is de Marokkaan voor Marokko een emigrant en voor Nederland een immigrant.
Slide 13 - Tekstslide
Reminder: Natuurlijke bevolkingsgroei =
A
De verandering van het aantal inwoners in een gebied door geboorte en sterfte
B
Verandering in het aantal mensen in een gebied door migratie
C
Een gebied waar de bevolkingsdichtheid steeds hoger wordt
D
Het aantal levendgeborenen per 1000 inwoners per jaar.
Slide 14 - Quizvraag
Sociale bevolkingsgroei en Migratiesaldo
Sociale bevolkingsgroei = Verandering in het aantal mensen in een gebied door migratie.
Migratiesaldo = het verschil tussen het aantal migranten dat zich vestigt in een gebied en het aantal dat vertrekt. (oftewel: aantal immigranten - aantal emigranten)
Slide 15 - Tekstslide
Migreren is niet altijd makkelijk
Slide 16 - Woordweb
1000 mensen emigreren van land A naar land B. 800 mensen immigreren in land A. Wat is het migratiesaldo van land A?
Slide 17 - Open vraag
Push is het Engelse woord voor... Pull is het Engelse woord voor...
A
Push = aantrekken
Pull = afstoten
B
Push = duwen/ afstoten
Pull = aantrekken
Slide 18 - Quizvraag
timer
0:30
Pushfactoren
Slide 19 - Woordweb
timer
0:30
Pullfactoren
Slide 20 - Woordweb
Pushfactoren = afstotingsfactoren
Geen werk
Oorlog
Hongersnood
Natuurramp
Onveilig vanwege keuze godsdienst of seksuele geaardheid.