Oefenen toets H2
De oudheid duurde van...
A
1000 n.C. - 1500 n.C.
B
2000 v.C. - 50 n.C.
C
3000 v.C. - 500 n.C
1 / 15
Onderdelen in deze les
De oudheid duurde van...
A
1000 n.C. - 1500 n.C.
B
2000 v.C. - 50 n.C.
C
3000 v.C. - 500 n.C
Slide 1 - Quizvraag
De leider van de Romeinen was een...
A
Koning
B
Soldaat
C
Dictator
D
Keizer
Slide 2 - Quizvraag
Bataven en Friezen waren Germaanse stammen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quizvraag
De rivier de Maas was de grens van het Romeinse rijk.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
De Bataven en de Romeinen schreven de afspraken van hun bondgenootschap op in een verdrag
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Van welk land is Rome nu de hoofdstad?
A
Spanje
B
Frankrijk
C
Italië
D
Engeland
Slide 6 - Quizvraag
De Bataven en de Romeinen schreven de afspraken van hun bondgenootschap op in een verdrag
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heten de mensen waarover de keizer de baas is?
A
Regenten
B
Barbaren
C
Onderdanen
D
Gladiatoren
Slide 8 - Quizvraag
De Romeinen offerden in tempels.
Wat was de reden dat de Romeinen offerden?
Wat was de reden dat de Romeinen offerden?
A
Het was een manier van slachten.
B
Het was normaal cadeaus aan anderen te geven.
C
Ze hoopten dat de goden de mensen zouden helpen.
D
Zo lieten ze zien dat ze tolerant waren.
Slide 9 - Quizvraag
De Romeinen hadden ....god(en)
A
Meerdere
B
één
Slide 10 - Quizvraag
Joden geloven in.....god(en)
A
Meerdere
B
één
Slide 11 - Quizvraag
Het gebedshuis voor de joden noemen we een
Slide 12 - Open vraag
Het boek waar de verhalen van de joden zijn opgeschreven, noem je de
A
Bijbel
B
Thora
C
Koran
Slide 13 - Quizvraag
De joden zagen de Romeinse keizer als hun god.
A
Waar
B
Niet waar
