M4 Unit 2 English Grammar in Use

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

English Grammar in Use - Unit 1

Slide 2 - Tekstslide

Answers Unit 1
1.1.
1.  He's tying / He is tying
2. They're crossing / They are crossing
3. He's scratching / He is scratching
4. She's hiding / She is hiding
5. They're waving / They are waving

1.2.
2 e             5 d
3 g             6 h
4 a             7 b      8 c 

Slide 3 - Tekstslide

Answers Unit 1
  1. 3.

2 . Why are you crying?
3. Is she working today?
4. What are you doing these days?
5. What is she studying? / What's she studying?
6. What are they doing?
7. Are you enjoying it?
8. Why are you walking so fast?
 

Slide 4 - Tekstslide

Answers Unit 1
  1. 4.
3. I'm not listening/ I am not listening
4. She's having / She is having
5. He's learning / He is learning
6. they aren't  speaking / they are not speaking
7. it's getting / it is getting
8. isn't  working / is not working
9. I'm looking / I am looking
10. It's working / It is working
11. They're building / They are building
12. He's not enjoying / He is not enjoying
13. The weather's changing/ The weather is changing
14. He's starting / He is starting 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

English Grammar in Use - Unit 2
Present Simple

Slide 7 - Tekstslide

DOEL
  1. Ik weet wat de Present Simple is
  2. Ik kan de Present Simple maken
  3. Ik weet wanneer ik de Present Simple gebruik

Slide 8 - Tekstslide

1. Ik weet wat de Present Simple is.



  • gewone tegenwoordige tijd

Slide 9 - Tekstslide

2. Ik kan de Present Simple maken.
(werkwoord)
S ( he, she, it)
+

Slide 10 - Tekstslide

3. Ik weet wanneer ik de Present Simple gebruik.


  • als je over dingen in het algemeen praat 
  • als het gaat om een regelmaat (dus nooit, vaak, altijd, soms etc) 

Slide 11 - Tekstslide

Let op! 
Sommige werkwoorden eindigen op een 's klank'
(dan schrijf je bij he, she, it geen 's' maar 'es' )
kiss - kisses
watch - watches
finish - finishes
fix - fixes

Slide 12 - Tekstslide

Let op!
Sommige werkwoorden eindigen op een 'y' 
(dan maak je van die 'y' eerst 'ie' en dan pas voeg je een 's'toe)
carry - carries
study - studies
cry - cries
try - tries

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Every Saturday I .......... (listen) to music.
A
listen
B
am listening
C
listens

Slide 15 - Quizvraag

They often .........(read) magazines
A
read
B
are reading
C
reads

Slide 16 - Quizvraag

Every time we go to the park, the dog .......... (play) with the ball.
A
is playing
B
plays
C
play

Slide 17 - Quizvraag

Max Verstappen sometimes.......... (race) at the track.
A
is racing
B
race
C
races

Slide 18 - Quizvraag

In the morning she .......... (drink) some tea.
A
is drinking
B
drinks
C
drink

Slide 19 - Quizvraag

It always.......... (freeze) in here.
A
freezes
B
is freezing
C
freeze

Slide 20 - Quizvraag

Peter .......... (text) Sarah a message whenever he has time.
A
text
B
texts
C
is texting

Slide 21 - Quizvraag

The woman usually ................ (carry) a bag
A
is carrying
B
carrys
C
carries
D
carry

Slide 22 - Quizvraag

The athlete always ...................(finish) first
A
finishes
B
finishs
C
finish
D
is finishing

Slide 23 - Quizvraag

He often .....................(study) hard for his tests
A
study
B
studys
C
is studying
D
studies

Slide 24 - Quizvraag

Ik kan de Present Simple maken.
A
Ja :-)
B
Nee :-(
C
Een beetje

Slide 25 - Quizvraag

Voor diegenen die extra uitleg willen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Voor extra oefenmateriaal zie volgende dia's 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

English Grammar in Use - Unit 2
Voor: 

Slide 30 - Tekstslide