Planten (extra moeilijke les met veel verdieping)

Biologie

Onderwerp: Planten + verdieping bloem en varen

Naam: Meneer de Vries

Start klaar

Telefoon ingeleverd in de zak

Jas in de kast

Petjes af

Oortjes uit

Inloggen lessonup

Les planning

Les doelen

Leerdoelen

Herhaling vorige les

Nieuwe theorie

Les evalueren

Vooruitblik volgende les

Les afsluiten

Les doelen

Aan het einde van deze les weet jij:

wat sporenplanten zijn 

Wat zaadplanten zijn

Kun jij sporenplanten en zaadplanten herkennen

wat een sporendoosje is van een mosplant

wat een sporenhoopje (sores) van een varen is

Hoe heet het wanneer een plant zijn eigen voedsel maakt?

1. fotosynthese
2. eten maken
3. synthese van eten
4. eten synthetiseren

Welk organisme maakt zijn eigen voedsel?

1. Aardbei
2. Mens
3. Koe
4. Bij

Vul bij de nummers de naam in van het organel

Welke organen zie je op de afbeelding bij de plant?

Bouw van een Blad

Bladsteel

Bladschijf

Nerven

Bladmoes

Planten

Organen:

• Bloem
• blad (bladgroen korrel voor fotosynthese)
• stengel 
• wortel

Plantenblad (dwars doorsnede)

Opperhuid

Cellen met bladgroenkorrels voor de fotosynthese

Huidmondje hiermee kan er zuurstof uit het blad en koolstofdioxide + water in het blad

Fotosynthese herhaling

Zaadplanten

Zaadplanten hebben bloemen

In de bloem ontstaat zaad

Uit zaad kan een nieuwe plant groeien

Zaadplanten

Zaadplanten hebben bloemen

Een bloem bestaat uit:

Kroonblad

kelkblad

Steel

Stamper

De stamper is het vrouwelijke gedeelte van de plant

De stamper bestaat uit:

Stempel

Stijl

Vruchtbeginsel

Zaadbeginsel

In het zaadbeginsel zit de eicel

Meeldraden

In de helmknop worden de stuifmeelkorrels gemaakt (zaad)

Bestuiving

Bloemen van dezelfde soort kunnen elkaar bestuiven.

Bijvoorbeeld een appelboom bestuift alleen een andere appelboom

Een appelboom kan geen perenboom bestuiven

Insectenbloemen

Insectenbloemen lokken bijen met hun nectar (suiker sap).

Bijen zien de bloem anders dan mensen.

De bloem lokt de bij, zodat de bij het stuifmeel kan verspreiden

Insectenbloemen

De bij kruipt in de bloem

De bij drinkt het nectar (suiker sap) op

Aan de haartjes van de bij blijft het stuifmeel hangen wat van de meeldraad komt.

Als de bij dan weer naar een andere bloem gaat, brengt hij het stuifmeel van bloem A naar de stamper van bloem B. en zo wordt het eitje van de bloem B bevrucht

Sporenplanten

In afbeelding 4 zie je mosplantjes en een varen. Mossen en varens zijn sporenplanten. Ze hebben geen bloemen. Ze planten zich voort met sporen. Een spore is een cel waaruit een nieuwe plant kan groeien.

Sporendoosje en sporenhoopje (sores)

Mossen zijn kleine plantjes met kleine blaadjes. De sporen ontstaan in sporendoosjes. Een sporendoosje steekt op een steeltje boven de plant uit 

 Een blad van een varen bestaat uit veel kleine blaadjes. De sporen ontstaan in sporenhoopjes aan de onderkant van de blaadjes (zie afbeelding 5.2).

Sporenplanten hebben:

1. Bladeren, sporen, stengels en wortels
2. bloemen, sporen, stengels en wortels
3. Bladeren, sporen, stengels, bloemen en wortels
4. Bladeren, zaad, stengels en wortels

Zaadplanten hebben geen:

1. Sporen
2. Bloemen
3. Wortels
4. Zaden

Is de hazelaar een zaadplant of een sporenplant?

Hoe noemen we het vrouwelijke gedeelte van een bloem?

1. Stamper
2. Helmknop
3. kelkblad
4. Helmdraad

Hoe noemen we het mannelijke gedeelte van een bloem?

1. Stamper
2. Helmknop
3. meeldraad
4. Helmdraad

Welk gedeelte is dit van de bloem en benoem of dit vrouwelijk of mannelijk is

Welk gedeelte is dit van de bloem en benoem of dit vrouwelijk of mannelijk is

Opdracht maken

Opdracht evalueren met de klas

Vooruitblik volgende les

Einde les