31-05

Welcome!
  •  Pak snel je laptop erbij
  • Zorg dat je klaar bent om te beginnen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
  •  Pak snel je laptop erbij
  • Zorg dat je klaar bent om te beginnen

Slide 1 - Tekstslide

Today
  •  Explanation of last 2 grammar subjects
  • Time to practice with the grammar
  • Next week: repeat all grammar + test jezelf -> bring questions!

Slide 2 - Tekstslide

Grammar
  1.  Gerund vs. infinitive
  2. To let, to allow, to have and to make

Beide zijn vooral het leren van de regels.
Wanneer gebruik je welke?

Slide 3 - Tekstslide

Gerund vs. infinitive
  •  Gerund = werkwoord + ing
  •  I love playing tennis
  • Let op: dit is dus niet de present continuous want niet het ww to be!
  • Infinitive = hele werkwoord
  • He promised to play tennis

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Leren
  •  Lees de regels goed door
  • Zorg dat je weet bij welk ww je gerund of infinitive gebruikt
  • Verschil bij to remember:
  • Gerund: je iets herinneren: I remember walking on the beach
  • Infinitive: iets onthouden: I have to remember to bring my book to class

Slide 6 - Tekstslide

To let, to allow, to have, to make

Wat is het verschil in betekenis?
Match het juiste woord en de betekenis met elkaar

1. To let
2. To allow
3. To have
4. To make

a. Toestemming geven
b. Opdracht  geven
c. Iets toelaten
d. Iemand dwingen

Slide 7 - Tekstslide

Antwoord
1. To let = c. iets toelaten
2. To allow = a. toestemming geven
3. To have = opdracht geven
4. To make = iemand dwingen

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden
  •  Come on, let her use the computer, it is her turn now.
  • You are allowed to leave after you finish your test.
  • Have Sophie open the door when the king arrives.
  • You can't make me do my homework!

Slide 9 - Tekstslide

Waar moet je op letten?
  • Bij het oefenen met je het juiste woord invullen.
  • Je moet dus weten wat de zin betekent en weten welke van de 4 je moet kiezen. 
  • Bij negatieve zinnen moet je soms does/do toevoegen.
  • Het kan zijn dat je op de toets zelf een zin moet schrijven met deze woorden waaruit blijkt dat je het verschil tussen de 4 begrijpt.

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten maken
  • 5.4: 1-4 + 6-9
  • 5.5: 3, 5-7 + 9
  •  Zorg in ieder geval dat je de grammatica opdrachten af hebt de volgende les (5.4: 6-8 en 5.5: 5-7)
  • Eerste 15 minuten in stilte
  • Klaar? Oefenen met woots of quizlet
  • Hulp nodig? Steek je hand op
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
  •  Volgende week dinsdag:
  • Herhaling grammatica
  • Opdrachten die af moeten staan op magister.

Slide 12 - Tekstslide