Toedieningsvormen lokale toediening FP2

Toedieningswegen en toedieningsvormen


Farmacotherapie 
Hoofdstuk 2
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeneeskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Toedieningswegen en toedieningsvormen


Farmacotherapie 
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken BSP les
Op tijd in de les zijn
Lesmateriaal meenemen
Opdrachten gemaakt
Mobiel in de tas
Tas op de grond
Geen oortjes in

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
Wat gaan we deze les behandelen?

Op welke wijze geneesmiddelen in en op het lichaam 
gebracht kunnen worden
Wat is lokale toediening en systemische toediening?
Lokale toedieningsvormen
Opdracht!


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Verschil lokale toediening en systemische toediening kennen
Lokale toedieningsroutes kunnen benoemen en beschrijven
Lokale toedieningsvormen kunnen benoemen en beschrijven
Gebruiksadviezen kunnen geven

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Farmacotherapie

Hoofdstuk 2
Toedieningswegen 
en 
toedieningsvormen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Farmacotherapie
Vorige les.....

H1 
Toepassingen 
van geneesmiddelen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandelmethoden
Er zijn verschillende redenen om een geneesmiddel te gebruiken:

  • Causale behandeling  
  • Symptomatische behandeling 
  • Substitutiebehandeling 
  • Preventieve behandeling 
  • Palliatieve therapie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met substitutiebehandeling?
Het geneesmiddel...
A
behandelt de oorzaak
B
bestrijdt de symptomen
C
vervangt lichaamseigen stoffen
D
voorkomt een ziekte

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je de behandelmethode waarbij ibuprofen wordt gebruikt om pijn te bestrijden?
A
Causale behandeling
B
Preventieve behandeling
C
Substitutiebehandeling
D
Symptomatische behandeling

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welke behandelmethode is sprake bij gebruik van neusspray Xylometazoline bij verkoudheid?
A
Causale therapie
B
Substitutietherapie
C
Symptomatische therapie
D
Palliatieve therapie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toedieningswegen en toedieningsvormen


Farmacotherapie voor Apothekersassistenten H2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer uitleg

Slide 22 - Tekstslide

Tabletten, dragees en capsules kunnen zo gemaakt zijn dat de werkzame stof niet in de maag, maar pas in de dunne darm vrijkomt. Hierdoor kan het maagzuur het medicijn niet aantasten.
Deze medicijnen mogen nooit gekauwd, gebroken of gemalen worden.

Zetpillen bestaan uit een gemakkelijk smeltende stof waarin de geneesmiddelen zijn verwerkt. Het geneesmiddel wordt via de slijmvlieswand van de darmen snel in het bloed opgenomen.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Houdbaarheid
- Neusspray na opening 3 maanden

- Oogdruppels maximaal 1 maand
   Bij gebruik oogdruppels contactlenzen tijdelijk afgeraden!

- Oordruppels na opening 1 maand
   Oordruppels eerst op kamertemperatuur brengen



Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog even belangrijke informatie:

Een toedieningsvorm geeft niet aan om welk geneesmiddel het gaat, 
het zegt alleen iets over de vorm waarin het geneesmiddel wordt gebruikt

Een neusspray kan xylometazoline, azelastine of fluticason bevatten
Dus het advies geeft 'u kunt een neusspray gebruiken' is geen juist advies
Wel b.v. 'u kunt een neusspray met xylometazoline' gebruiken!

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Verschil lokale toediening en systemische toediening kennen
Lokale toedieningsroutes kunnen benoemen en beschrijven
Lokale toedieningsvormen kunnen benoemen en beschrijven
Gebruiksadviezen kunnen geven

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
Wat gaan we de volgende les behandelen?

Wat is systemische toediening?
Systemische toedieningsvormen
Opdracht!


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je vandaag vooral geleerd?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met nasaal?
A
In de mond
B
In de neusholte
C
Per injectie
D
Via de longen

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met cutaan?
A
De huid
B
Onder de huid
C
Op de huid
D
Via de huid

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke toedieningsvorm is een lokale toediening?
A
Capsule
B
Drank
C
Tablet
D
Zalf

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de houdbaarheid van oogdruppels?
A
1 maand
B
3 maanden
C
half jaar
D
1 jaar

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke toediening is een lokale toediening?
A
Cutaan
B
Oraal
C
Rectaal
D
Parenteraal

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef het gebruiksadvies voor een neusspray

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is zijn otoguttae?
A
Neusspray
B
Neusdruppels
C
Oogdruppels
D
Oordruppels

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 

Toedieningsvormen en - routes

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies