20240314 Mask BASVWO vwo leerjaar 1 Thema's 4.7-4.8

BASVWO
Maatschappijleer
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & - kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

https://www.linkedin.com/in/david-lindenaar-090aba11/
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 53 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BASVWO
Maatschappijleer
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap en maatschappijleer & - kunde bij de afdelingen:
Zorg, Vavo en Educatie

david.lindenaar@vonknh.nl

https://www.linkedin.com/in/david-lindenaar-090aba11/

Slide 1 - Tekstslide

Maatschappijleer

Slide 2 - Tekstslide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 3 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 4 - Tekstslide

Planning vwo

15-02: 4.1 Wat is een pluriforme samenleving? EN 4.2 Cultuur en identiteit

29-02: 4.3 Wij en zij EN 4.4 Migratie naar Nederland

07-03: 4.5 Europese dilemma’s EN 4.6 Patronen van integratie

14-03: 4.7 Nederland verandert EN 4.8 Burgers van Nederland











21-03: 5.1 Wat is een verzorgingsstaat? EN 5.2 Ontwikkeling van de verzorgingsstaat

28-03: 5.3 Onderwijs EN 5.4 Gezondheidszorg

04-04: 5.5 Sociale zekerheid EN 5.6 De betekenis van werk

11-04: 09.00-10.30: SO3

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik op 07-03: 

4.5 Europese dilemma’s 
en 
4.6 Patronen van integratie

Slide 6 - Tekstslide

Europese dilemma’s
Wereldwijd zijn meer mensen op de vlucht dan ooit. 
Een deel zoekt zijn toevlucht in Europa. De Europese 
lidstaten moeten hiervoor samenwerken, maar dit 
blijkt lastig in de praktijk.

 De centrale vraag in deze paragraaf is:
Welke argumenten spelen een rol bij het debat over de 
toelating en opvang van vluchtelingen?

Slide 7 - Tekstslide

Waarom een Europees vraagstuk?
Irreguliere migratie: Inreizen zonder geldige inreisdocumenten (bijv. paspoort of visum)

  • Open binnengrenzen: asielzoekers kunnen makkelijk door Europa reizen. Welk land is dan verantwoordelijk voor afhandeling van de asielaanvraag?
  • Gemeenschappelijke buitengrenzen: wie bewaakt de buitengrenzen? Gezamenlijke verantwoordelijkheid? Of zijn lidstaten aan de buitengrenzen hiervoor verantwoordelijk?

 

Slide 8 - Tekstslide

Discussie over vluchtelingenopvang
Argumenten in de vluchtelingendiscussie kun je als volgt ordenen:
  1. De morele kant.
  2. De belangenkant.
  3. Onmacht.
  4. Het recht.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldargumenten in het 
vluchtelingendebat

Slide 10 - Tekstslide

Video: hoe gaan we om met vluchtelingen?
(08:29)

https://schooltv.nl/video/hoe-gaan-we-om-met-vluchtelingen-zo-dodelijk-zijn-europas-grenzen/

Vraag: Waarom vinden illegale pushbacks plaats ondanks dat het verboden is? Welke soort argumenten spelen hierbij een belangrijke rol: de morele kant, de belangenkant of onmacht?

Slide 11 - Tekstslide

Een gemeenschappelijke 
Europese oplossing?
Belemmerende factoren:


  1. Verschillen in pluriformiteit. Sommige lidstaten zijn homogeen en uniform en willen dat blijven.
  2. Solidariteit met landen waar veel asielzoekers het Schengengebied binnenkomen en dus formeel verantwoordelijk zijn voor de asielaanvraag (Dublin-verodening), is niet sterk genoeg.
  3. Nationale belangen kunnen botsen met een gemeenschappelijk Europees belang bij een gezamenlijke aanpak. In het ene land is bijv. meer weerstand tegen vluchtelingen dan in het andere.
  4. Lidstaten geven ieder hun eigen integratiebeleid vorm en verschillen hierdoor in de mogelijkheden om migranten op te nemen in de samenleving.

Slide 12 - Tekstslide

Integratie 

Migratie brengt voor alle betrokkenen grote veranderingen met zich mee. Hoe ervaren nieuwkomers en ingezetenen deze veranderingen? En hoe kunnen ze zich het beste tot elkaar verhouden? Wat vraagt dit van iedereen?


Centrale vraag in deze paragraaf:
Wat is integratie en waarom zijn hier vaak felle discussies over?

Slide 13 - Tekstslide

Assimilatie 
Er zijn mensen die vinden dat nieuwkomers zich volledig moeten 
aanpassen aan de Nederlandse cultuur en eigen gewoonten en gebruiken los moeten laten.

Assimilatie: opgeven van de eigen culturele identiteit en het volledig aanpassen aan de dominante cultuur.
   



Assimilatie gebeurt in Nederland alleen vrijwillig.

Vraag: Waarom zal de Nederlandse overheid mensen niet verplichten om volledig te assimileren, denk je?

Slide 14 - Tekstslide

Videofragment: gedwongen assimilatie

Let op: fragment start op 33:36 en eindigt bij 39:12


https://www.npostart.nl/nieuwsuur/24-06-2021/VPWON_1324255

Vraag: Wat was het doel van de gedwongen assimilatie? Is dat toen gelukt? 

Slide 15 - Tekstslide

Integratie
  • Nederland kent het ideaal van de open samenleving. Daarom stimuleert de Nederlandse overheid integratie.
  • Integratie: het samenvoegen van cultuurgroepen door wederzijdse aanpassing.
  • Nieuwkomers moeten de Nederlandse taal leren, de kernwaarden van de dominante cultuur respecteren en actief meedoen.
  • De Nederlandse samenleving biedt de ruimte voor ieders eigen tradities, gewoonten en denkbeelden.




Slide 16 - Tekstslide

Drie reacties op verandering
Migratie gaat gepaard met gevoelens van vervreemding en verlies.
In de geschiedenis van de migratie zien we drie uiteenlopende reacties op de verandering die migratie met zich meebrengt:
  1. Vermijding
  2. Conflict
  3. Aanvaarding

Slide 17 - Tekstslide

Segregatie
  • Segregatie: groepen in een samenleving leven gescheiden van elkaar.
  • Vaak is een eerste reactie om elkaar uit de weg te gaan; mensen zoeken zoveel mogelijk op wat ze kennen.
  • Gecombineerd met Nederlands huisvestingsbeleid heeft dit geleid tot buurten waar overwegend mensen met een migratieachtergrond wonen, boodschappen doen en naar school gaan.
  • Voorbeelden: witte en zwarte scholen en arme wijken waar veel mensen met dezelfde sociaal-economische en/of etnische achtergrond wonen.

Slide 18 - Tekstslide

Motieven voor segregatie

  • Het vermindert de kans op conflicten tussen bevolkingsgroepen.
  • Het vergemakkelijkt de sociale controle binnen de eigen groep.
  • Het biedt mogelijkheden voor lokale politieke vertegenwoordiging.
  • Het vereenvoudigt het behoud van eigen levensstijl en groepsidentiteit.


Behalve bij nieuwkomers, vindt segregatie ook plaats bij de oorspronkelijke bewoners. Zij trekken weg uit buurten waar veel migranten zich vestigen of kiezen voor andere scholen.

Segregatie is vaak het gevolg van vrijwillige keuze van mensen enerzijds en beleidskeuzes anderzijds. Maar segregatie kan ook gedwongen zijn. Denk bijvoorbeeld aan het apartheidsregime in Zuid-Afrika tot 1994.


Slide 19 - Tekstslide

Conflict
Wanneer mensen met en zonder migratieachtergrond steeds meer met elkaar te maken krijgen, kunnen conflicten ontstaan.
We onderscheiden hier:


  • Sociaal-culturele conflicten
  • Sociaaleconomische conflicten
  • Politiek-juridische conflicten

Slide 20 - Tekstslide

Sociaal-culturele conflicten
Sociaal-culturele conflicten hangen samen met waarden en normen, opvattingen en gewoonten die over en weer niet begrepen of afgewezen worden.







Opdracht: geef twee voorbeelden van een conflict dat zich afspeelt op sociaal-cultureel gebied.

Slide 21 - Tekstslide

Sociaaleconomische conflicten
Wat speelt er?
  • Angst voor verdringing, met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt: bijvoorbeeld wanneer lager betaalde Poolse bouwvakkers het werk van Nederlandse bouwvakkers overnemen.
  • Discriminatie op de arbeidsmarkt.
  • Beroep op voorzieningen van onze verzorgingsstaat. Hebben nieuwkomers dezelfde rechten als ingezetenen?

Opdracht: Noem twee voorzieningen van de verzorgingsstaat waar spanningen over kunnen ontstaan tussen nieuwkomers en ingezetenen.

Slide 22 - Tekstslide

Sociaaleconomische conflicten
Wat speelt er?
  • Angst voor verdringing, met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt: bijvoorbeeld wanneer lager betaalde Poolse bouwvakkers het werk van Nederlandse bouwvakkers overnemen.
  • Discriminatie op de arbeidsmarkt.
  • Beroep op voorzieningen van onze verzorgingsstaat. Hebben nieuwkomers dezelfde rechten als ingezetenen?

Opdracht: Noem twee voorzieningen van de verzorgingsstaat waar spanningen over kunnen ontstaan tussen nieuwkomers en ingezetenen.

Slide 23 - Tekstslide

Politiek-juridische conflicten 
  • Wie heeft het hier voor het zeggen?
  • Botsing tussen Nederlanders zonder migratieachtergrond die zichzelf als eigenaar zien en Nederlanders met migratieachtergrond die zichzelf als mede-eigenaar zien.
  • Wanneer deze conflicten opgelost worden buiten de democratische rechtsorde is er sprake van radicalisering. 
  • Radicalisering: gedachten en/of gedrag van een persoon of een groep worden steeds extremer en gaan steeds meer in tegen de waarden en normen van de democratische rechtsstaat.

Opdracht: Bedenk een oplossing binnen de democratische rechtsorde van een politiek-juridisch conflict.

Slide 24 - Tekstslide

Aanvaarding 
Uiteindelijk gaat het om de vraag hoe mensen met verschillende achtergronden de samenleving opnieuw vorm kunnen geven. De vraag is: wat is een wenselijke toekomst?
Twee politieke benaderingen staan hierbij tegenover elkaar:
  1. Nationalistische benadering: verschillende etnische subculturen vormen een gevaar voor de eigen cultuur en identiteit.
  2. Kosmopolitische benadering: de multiculturele samenleving is een gegeven en een nationale identiteit gekenmerkt door verscheidenheid is geen probleem.


Opdracht: Geef bij beide benaderingen twee politieke partijen die hierbij horen.

Slide 25 - Tekstslide

Donderdag 14-03

Slide 26 - Tekstslide

Lesdoel vwo 14-03
4.7 Nederland verandert (pagina 141 - 144) 
  • Nederland verandert
  • Individualisering
  • Globalisering
  • Emancipatie

4.8 Burgers van Nederland (pagina 145 - 149)
  • Kennis van de maatschappij
  • Basisafspraken respecteren
  • Rol van de overheid
4.7 Nederland verandert
opdrachten 01 - 11

4.8 Burgers van Nederland  
opdrachten 01 - 13

Slide 27 - Tekstslide

4.7 Nederland verandert 

Slide 28 - Tekstslide

Nederland verandert
Cultuur is dynamisch. Dit zie je als je de Nederlandse cultuur van nu vergelijkt met die van vijftig jaar geleden. En over vijftig jaar zijn er weer veranderingen ten opzichte van nu.
   

De centrale vraag in deze paragraaf is:
Welke ontwikkelingen beïnvloeden de Nederlandse samenleving?

Slide 29 - Tekstslide

Nederland verandert 
Tot de jaren ’60 van de vorige eeuw was de dominante cultuur in Nederland voor een deel anders dan nu:
  • Nederland was sterk verzuild. Verzuiling: Mensen hebben zich georganiseerd rond hun geloof of overtuiging.
  • Gehoorzaamheid, volgzaamheid en spaarzaamheid waren dominante waarden.
  • Traditionele rolpatronen voor mannen en vrouwen. Huwelijk was de norm.



Slide 30 - Tekstslide

Belangrijke ontwikkelingen
In de jaren na de oorlog veranderde Nederland in een seculiere samenleving. Het beginpunt hiervan vormde de ontkerkelijking.


Ontkerkelijking: de ontwikkeling waarbij steeds meer mensen zich niet meer als lid van een kerkgenootschap beschouwen.

Seculiere samenleving: Een samenleving waarin de rol van religie in het maatschappelijk leven is afgenomen en religie als privéaangelegenheid wordt gezien.

Een aantal maatschappelijke ontwikkelingen spelen hierbij een belangrijke rol:
  • Individualisering
  • Globalisering
  • Emancipatie


Slide 31 - Tekstslide

Individualisering
Wanneer de rol van de kerk afneemt en de grenzen tussen de zuilen vervagen, laten mensen zich minder voorschrijven hoe ze als onderdeel van een zuil/gemeenschap moeten leven. Deze trend noemen we Individualisering. Individualisering: De ontwikkeling waarbij mensen zichzelf steeds meer als vrij individu zien.

 Gevolgen:
  • Nieuwe waarden: persoonlijke vrijheid, zelfontplooiing en eigen verantwoordelijkheid.
  • Meer keuzevrijheid. Keerzijde: keuzestress en prestatiestress.
  • Lossere bindingen en meer ieder voor zich. Keerzijde: eenzaamheid en egoïsme.

 
 
 

Slide 32 - Tekstslide

Zelfwerktijd 14-03:

Vwo: les 4.7 pagina 141:
Vragen 01 - 05

Ben je klaar? Werk dan verder






timer
15:00
4.7:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11




4.8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13



Slide 33 - Tekstslide

Videofragment: 
Opkomst jongerenculturen (08:39)


http://schooltv.nl/video/de-jaren-zestig-in-de-klas-jeugdcultuur/


Vraag: Wat heeft individualisering met de opkomst van jongerenculturen te maken? 

Slide 34 - Tekstslide

Globalisering
  • Door betere transportmogelijkheden en nieuwe communicatiemiddelen groeide de internationale handel snel.
  • Door o.a. vliegvakanties en internet zijn andere landen en culturen dichtbij. Dit proces van internationalisering noemen we globalisering. Globalisering: De ontwikkeling waardoor mensen wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken.

Gevolgen:
  • Culturele veranderingen in Nederland:
  • Verrijking of bedreiging van de cultuur.
  • Als reactie op globalisering: opleving van nationalisme.

Opdracht: Noem drie culturele veranderingen door globalisering en geef aan of je deze een verrijking of bedreiging vindt.

Slide 35 - Tekstslide

Vrouwenemancipatie
Emancipatie: Actief streven naar gelijke rechten en gelijke behandeling.

De vrouwenemancipatie werd onder andere bevorderd door:
  • De afschaffing van de handelingsonbekwaamheid van de vrouw in 1956.
  • Een hoger opleidingsniveau en meer economische onafhankelijkheid van vrouwen.
  • Veranderende rolpatronen tussen mannen en vrouwen.
  • Soepeler abortuswetgeving en de komst van de anticonceptiepil.
Hoewel de positie van de vrouw is verbeterd, is de vrouwenemancipatie nog niet afgerond.

Slide 36 - Tekstslide

Video: Abortus in de VS (03:02)













: Wat betekent het aanscherpen of terugdraaien van abortuswetgeving voor vrouwenemancipatie? 

Slide 37 - Tekstslide

Homo-emancipatie
  • Homohuwelijk bij wet geregeld sinds 2001.
  • De emancipatie breidt zich uit tot een grotere seksuele diversiteit: lhbti+.
  • Aan de ene kant is homoseksualiteit maatschappelijk geaccepteerd.
  • Aan de andere kant is er nog altijd discriminatie van en geweld tegen lhbti’ers.

Slide 38 - Tekstslide

Video: Roze Zaterdag 1982 (09:02)


https://schooltv.nl/item/andere-tijden-in-de-klas-homo-emancipatie-in-de-jaren-80#q=



Vraag: Waarom was er in 1982 zoveel meer verzet tegen Roze Zaterdag dan nu? 

Slide 39 - Tekstslide

Emancipatie etnische minderheden 
  • Meer mensen met migratieachtergrond in de media en in de politiek.
  • Wereldwijde beweging: Black Lives Matter.
  • Nog altijd discriminatie en racisme en verzet tegen emancipatie van etnische minderheden.

Slide 40 - Tekstslide

Zelfwerktijd 14-03:

Vwo: les 4.7 pagina 142 - 144:
Vragen 06 - 11

Ben je klaar? Werk dan verder






timer
15:00
4.7:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11




4.8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13



Slide 41 - Tekstslide

4.8 Burgers van Nederland

Slide 42 - Tekstslide

Zelfwerktijd 14-03:

Vwo: les 4.8 pagina 145:
Vragen 01 - 06

Ben je klaar? Werk dan verder






timer
15:00
4.7:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11




4.8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13



Slide 43 - Tekstslide

Burgerschap
Centraal in deze paragraaf staan de vragen:
  • Wat is er nodig om met elkaar samen te leven in een land waarin we van elkaar mogen verschillen?
  • Welke rol speelt burgerschap daarbij?

Slide 44 - Tekstslide

4.8 Burgers van Nederland
Burgerschap gaat over de eisen die je stelt aan inwoners van een land: wanneer ben je een goede burger?
We onderscheiden twee vormen van burgerschap:
  1. Juridisch burgerschap: wettelijke rechten en plichten die horen bij het hebben van de nationaliteit van het land.
  2. Maatschappelijk burgerschap: verantwoordelijkheden die een burger heeft bij deelname aan de pluriforme, democratische samenleving.

Gaat de vraag “wanneer ben je een goede burger?” meer over juridisch burgerschap of maatschappelijk burgerschap?

Slide 45 - Tekstslide

Drie visies op burgerschap
  1. Liberalisme: zolang burgers geen wetten overtreden, bepalen ze zelf wat goed voor hen is en gunnen anderen dezelfde vrijheid.
  2. Communitarisme: een burger zet zich in voor de sociale gemeenschap. Delen van waarden en normen zijn belangrijk voor een gedeelde identiteit.
  3. Republikanisme: een burger zet zich in voor de politieke gemeenschap. Burgers geven samen het land vorm.

Slide 46 - Tekstslide

Aspecten van burgerschap
Wat is er nodig om met elkaar samen te leven?
  • Kennis van de maatschappij
  • Basisafspraken respecteren
  • Participeren: beheersing Nederlandse taal 

Slide 47 - Tekstslide

Kennis van de maatschappij
  • Kernwaarden dominante cultuur: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit.
  • Hoe een democratie werkt.
  • Hoe de macht verdeeld is.
  • Rechten en plichten van iedereen.
  • Canon van Nederland.

Slide 48 - Tekstslide

Basisafspraken respecteren

  • Betekent dat mensen de vrijheids- en gelijkheidsrechten in de Grondwet niet alleen kennen, maar ook naleven.
  • Lastig omdat grondrechten onderling kunnen botsen.
  • Basisafspraken respecteren kun je op twee manieren uitleggen: Juridisch of Normatief. Dit hangt samen met tolerantie en respect.
Tolerantie: Erkenning dat er naast je eigen denkbeelden, gewoonten en kenmerken ook andere zijn van gelijke waarde. Negatief.
Respect: De ander in zijn of haar waarde laten. Positief.

Opdracht: Beschrijf een situatie waarin grondrechten botsen. Wat zal er waarschijnlijk gebeuren als er geen sprake is van tolerantie en respect? En wat als daar wel sprake van is? 


Slide 49 - Tekstslide

Participeren
  • Voor een samenleving is het belangrijk dat mensen hieraan willen en kunnen bijdragen.
  • Voor een deel kan de overheid ons verplichten, bijv. leerplicht en belastingplicht en inburgeringsplicht voor nieuwkomers.
  • Noodzakelijke voorwaarde is beheersing van de Nederlandse taal.




Opdracht: Stel je een samenleving voor waar mensen zich niet bij betrokken voelen en geen bijdrage aan willen leveren. Hoe ziet die eruit? 


Slide 50 - Tekstslide

Rol van de overheid

  • Wet handhaven.
  • Discriminatie tegengaan.
  • Participatie bevorderen.
  • Burgerschapsonderwijs verzorgen.

Slide 51 - Tekstslide

Zelfwerktijd 14-03:

Vwo: les 4.8 pagina 146 - 149:
Vragen 07 - 13

Ben je klaar? Werk dan verder






timer
15:00
4.7:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11




4.8:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13



Slide 52 - Tekstslide

Terugblik vwo 14-03
4.7 Nederland verandert (pagina 141 - 144) 
  • Nederland verandert
  • Individualisering
  • Globalisering
  • Emancipatie

4.8 Burgers van Nederland (pagina 145 - 149)
  • Kennis van de maatschappij
  • Basisafspraken respecteren
  • Rol van de overheid
4.7 Nederland verandert
opdrachten 01 - 11

4.8 Burgers van Nederland  
opdrachten 01 - 13

Slide 53 - Tekstslide