In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
En route!
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Doelen- en toetsoverzicht periode 2
2. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen (NF/FN)
3. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN)
4. Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen
5. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre
6. Ik kan een lijdend voorwerp in een Franse zin vervangen door le, la, l' of les (persoonlijk voornaamwoord)
2. SO 'le camping' (taaldorpboekje)
3. GL3ABEF; 3CG
4. GL3BF/ LB extra
5. GL3D/ LB extra
6. GL3H/ LB extra
REPETITIE doel 3 t/m6 (+SO huiswerkcheck)
Slide 3 - Tekstslide
Wat doen we vandaag?
3. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN)
4. Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen
Slide 4 - Tekstslide
La compétition entre les groupes
Slide 5 - Tekstslide
Jet
Merel
Anna M
Marlou
Seth
Levi
Rutger
Kars
Anniek
Jonne
Naomi
Jorinde
Mart
Axel
Simen
Marijn
Floortje
Anna O.
Tara
Loïs
Rick
Thobian
Elena
Zara
Jolijn
Loes
H3C: Nieuwe groepjes, zelfde afspraken ;-)
Slide 6 - Tekstslide
Nieuwe groepjes
Bedenk een dier als groepsnaam
(in het Frans uiteraard mét lidwoord)
Één groepslid logt in met de groepsnaam
Pak woordjes Grandes Lignes 3B erbij (blz. 124)
Slide 7 - Tekstslide
Welk woord is dit? le vlatira
timer
0:20
Slide 8 - Open vraag
Welk woord is dit? évirdorur
timer
0:20
Slide 9 - Open vraag
Welk woord is dit? al lutiplon
timer
0:15
Slide 10 - Open vraag
Welk woord is dit? el basel
timer
0:10
Slide 11 - Open vraag
Palmiers, désert et gâteaux
Slide 12 - Tekstslide
plaats de titels bij de juiste tekst
mes souvenirs
chez moi, à la casa
les avantages et les inconvénients
mon temps libre
au collège
Eerst alleen:
Lees de teksten
gebruik de woordenlijst GL3B
schrijf de titel bij de tekst
timer
5:00
Slide 13 - Tekstslide
Overleg met je groepje
over de juiste antwoorden
timer
1:00
Slide 14 - Tekstslide
[1] Nous sommes partis vivre au Maroc pour le travail de mon père en septembre. Maintenant, j’habite dans un grand appartement dans le quartier Gauthier à Casablanca. C’est un quartier sympa et pas très loin du centre-ville. Tous les matins, j’entends le son du muezzin de la mosquée Hassan II. C’est la plus grande mosquée d’Afrique. Elle est construite sur la mer. Elle est vraiment immense!
Slide 15 - Tekstslide
Welke titel past bij het vorige stukje tekst?
A
chez moi, à casa
B
au collège
C
mon temps libre
D
mes souvenirs
Slide 16 - Quizvraag
[2] Pendant la semaine, je vais au collège-lycée Léon l’Africain. Mon collège est à seulement 3 arrêts de bus de la maison. Tous les cours sont en arabe, sauf le français et l’anglais bien sûr ☺. J’aime bien l’arabe mais ce n’est pas simple, surtout pour l’écrire! Heureusement, presque tout le monde parle français à Casablanca. Mes amis du collège sont souvent des expatriés mais j’ai aussi des copains marocains et franco-marocains.
Slide 17 - Tekstslide
Welke titel past bij het vorige stukje tekst?
A
chez moi, à casa
B
au collège
C
mon temps libre
D
les avantages et les inconvénients
Slide 18 - Quizvraag
[3] Pendant les weekends et les vacances, ma famille et moi, on aime découvrir le Maroc: les grandes villes comme Fès et Marrakech, les nombreuses plages de Tétouan et d’Essaouira, le désert du Sahara ou les montagnes de l’Atlas. Le weekend dernier, on a visité le célèbre village bleu Chefchaouen. Vous savez qu’on repeint le village trois fois par an? Les vacances prochaines, on ira dormir dans le désert d’Agafay près de Marrakech dans une tente bédouine.
Slide 19 - Tekstslide
Welke titel past bij het vorige stukje tekst?
A
mes souvenirs
B
au collège
C
mon temps libre
D
les avantages et les inconvénients
Slide 20 - Quizvraag
[4] J’aime bien vivre au Maroc. Les points positifs? La cuisine marocaine, surtout les gâteaux et les tajines. C’est délicieux! Et j’aime aussi aller au souk de Derb Ghallef. C’est un grand marché. On y trouve vraiment de tout: des gadgets, des portables, des lunettes de soleil, des vélos et même à manger. Mais parfois, c'est aussi difficile pour moi de vivre ici: mes copains et mes copines habitent toujours en France. Ils me manquent beaucoup. Et le chocolat et le fromage aussi!
Slide 21 - Tekstslide
Welke titel past bij het vorige stukje tekst?
A
chez moi, à casa
B
au collège
C
mon temps libre
D
les avantages et les inconvénients
Slide 22 - Quizvraag
[5] ☺ M’hamid El Ghizlaine (un village dans le désert du Sahara) est le meilleur endroit au monde pour observer les étoiles et les planètes. Le ciel était magique.
☺ Mes amis et moi, on a fait du surf dans les dunes de sable, c’était génial! Le meilleur spot pour le sandboarding, ce sont les dunes de l’Erg Chebbi à Merzouga.
☹ Il y a souvent des tempêtes de sable, surtout au printemps. Il y a du sable partout, surtout dans les yeux et la bouche. Beurk!
☹ Un jour, un scorpion a dormi à côté de moi dans mon lit. Heureusement, il ne m’a pas piqué!
Slide 23 - Tekstslide
Welke titel past bij het vorige stukje tekst?
A
chez moi, à casa
B
au collège
C
mon temps libre
D
mes souvenirs
Slide 24 - Quizvraag
Au travail:
les devoirs
Faire:
Grandes Lignes chapitre 3B (8, 9ab, 10)
Apprendre:
leer de woordjes Grandes Lignes chapitre 3 ABEF
Werk zachtjes,
zodat iedereen zich kan concentreren
vraag zoveel mogelijk om hulp!
3. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN)
4. Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen
Slide 25 - Tekstslide
Doel bereikt?
Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (3ABEF)
Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen (3B)
Slide 26 - Tekstslide
Au revoir!
Slide 27 - Tekstslide
Doelen- en toetsoverzicht periode 2
2. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen (NF/FN)
3. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN)
4. Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen
5. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre
6. Ik kan een lijdend voorwerp in een Franse zin vervangen door le, la, l' of les (persoonlijk voornaamwoord)