Thema 5 - oefentoets over waarneming en zenuwstelsel
Thema 5 waarnemen, gedrag en regeling
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Thema 5 waarnemen, gedrag en regeling
Slide 1 - Tekstslide
Met welk deel van je lichaam kun je waarnemen?
A
ruggenmerg
B
zintuigen
C
zenuwen
D
hersenen
Slide 2 - Quizvraag
Het "vertaling" van een impuls vanuit de zintuigen door de hersenen noem je een:____________________
A
Oproep
B
Taal
C
Waarneming
D
Zintuig
Slide 3 - Quizvraag
Hoeveel zintuigen heeft de mens?
A
5
B
4
C
3
D
6
Slide 4 - Quizvraag
Met welk deel van je lichaam vang je de prikkels op?
A
zenuwen
B
zintuigen
C
ruggenmerg
D
hersenen
Slide 5 - Quizvraag
Niet alle mensen hebben dezelfde kleur ogen. Welk deel van het oog bepaalt de kleur?
A
netvlies
B
kleurbandjes
C
pupil
D
iris
Slide 6 - Quizvraag
Als je ver kijkt wordt je lens ...
A
boller
B
rond
C
platter
D
gevlekt
Slide 7 - Quizvraag
Licht is de prikkel voor onze ...
A
neus
B
mond
C
oren
D
ogen
Slide 8 - Quizvraag
Oudere mensen die niet goed kunnen lezen (van dichtbij) zijn...
A
Bijziend
B
Nachtblind
C
Kleurenblind
D
Verziend
Slide 9 - Quizvraag
Op welk onderdeel van het oog vallen lichtstralen binnen?
A
Vaatvlies
B
Netvlies
C
Zenuw
D
Lens
Slide 10 - Quizvraag
Geluidstrillingen.
Oorschelp
Trommelvlies en gehoorbeentjes.
Slakkenhuis
Zenuwen
Slide 11 - Sleepvraag
De hoornlaag beschermt je huid tegen uitdroging.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Bloedvaten komen voor in de kiemlaag van de huid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
De oogspieren zitten vast aan het harde oogvlies
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Annette pakt haar pen op. Zij voelt haar pen, doordat in de tastzintuigen impulsen ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Het ruggenmerg verbindt alle delen van je lichaam met het centrale zenuwstelsel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
De hoornlaag bestaat uit dode cellen. Deze cellen zijn ontstaan in de lederhuid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Als je minder eet dan nodig is, wordt er reservevoedsel (vet) gebruikt. Waar zit dat vet in je lichaam?
A
In de hoornlaag
B
In de kiemlaag
C
In de lederhuid
D
In het onderhuidse bindweefsel
Slide 19 - Quizvraag
In de afbeelding is een doorsnede van een deel van het hoofd schematisch getekend. Bevinden zich in orgaan P koudezintuigen? En pijnpunten?
A
Zowel koudezintuigen als pijnpunten.
B
Alleen koudezintuigen.
C
Alleen pijnpunten.
D
Geen koudezintuigen en geen pijnpunten.
Slide 20 - Quizvraag
Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding. Anja zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend. Boris zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend. Caspar zegt dat P een smaakknopje aangeeft. Diane zegt dat P een tastknopje aangeeft.
Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Anja en Casper
B
Boris en Casper
C
Anja en Diane
D
Boris en Diane
Slide 21 - Quizvraag
Welk nummer is geen deel van het centrale zenuwstelsel?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 22 - Quizvraag
Welk onderstaand deel van het oog kan het netvlies beschermen tegen te fel licht?
A
Hoornvlies
B
Lens
C
Wenkbrauwen
D
Wimpers
Slide 23 - Quizvraag
Zet in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Een impuls gaat naar de hersenen.
Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
Het meisje voelt dat het water koud is.
Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen
Slide 24 - Sleepvraag
Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen
Slide 25 - Sleepvraag
Welke uitspraak is waar?
A
De iris laat licht door
B
De iris regelt de hoeveelheid licht die door de pupil valt
C
De pupil is het gekleurde deel van je oog
Slide 26 - Quizvraag
Waaruit bestaat het "centrale zenuwstelsel"?
A
Grote en kleine hersenen, hersenstam, ruggenmerg
B
Grote en kleine hersenen en zenuwen
C
Zenuwen en zintuigen
D
kleine en grote hersenen, zenuwen en zintuigen
Slide 27 - Quizvraag
Welk zintuig is er nodig voor "braille"?
A
Pijnzintuig
B
Gezichtszintuing
C
Drukzintuig
D
Tastzintuig
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de functie van je lens
A
maakt het beeld scherp op je vaatvlies
B
maakt het beeld scherp op het harde oogvlies
C
maakt het beeld scherp op je netvlies
D
het boller of platter maken van het oog
Slide 29 - Quizvraag
Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang
Slide 30 - Sleepvraag
Het trommelvlies staat bol naar links. Door de buis van Eustachius kort te openen, gaat lucht ...
A
... van de trommelholte naar de keelholte
B
... van de keelholte naar de trommelholte
C
... van de gehoorgang naar de keelholte
D
... van de keelholte naar de gehoorgang
Slide 31 - Quizvraag
Als je verkouden bent en je neus is verstopt, proef je minder van je eten. Waardoor komt dat?
A
Doordat je neusslijmvlies je neusholte niet goed vochtig houdt.
B
Doordat je tong te droog is
C
Doordat geurstoffen niet bij je reukzintuig komen
Slide 32 - Quizvraag
Het reuk-zintuig ligt in het/de
A
Neusholte
B
Neusslijmvlies
C
Keelslijmvlies
D
Keelholte
Slide 33 - Quizvraag
Op welk moment ben je je bewust van de geur?
A
Als de prikkel in je neus komt
B
Als je zintuig de prikkel omzet in een impuls
C
Als impuls in je hersenen aankomt
Slide 34 - Quizvraag
Over de hersenen worden twee uitspraken gedaan: Ties zegt dat de hersenen gevoelig zijn voor prikkels. Henk zegt dat je in de hersenen bewust wordt van je waarnemingen.
A
Alleen Ties heeft gelijk
B
Alleen Henk heeft gelijk
C
Ties en Henk hebben gelijk
D
Ties en Henk hebben ongelijk
Slide 35 - Quizvraag
Wat is GEEN zintuig?
A
je oor
B
je vinger
C
je neus
D
je oog
Slide 36 - Quizvraag
Wat is een zintuig?
A
Invloed uit de omgeving
B
Een orgaan dat invloeden uit de omgeving opvangt
C
Produceert stoffen
D
Een orgaan dat impulsen opvangt
Slide 37 - Quizvraag
Wat vangen de zintuigcellen in je zintuigen op?
A
Impulsen
B
Signalen
C
Prikkels
D
Reacties
Slide 38 - Quizvraag
De huid kent 3 lagen. Wat is de taak van de huid ?
A
bescherming tegen infecties
B
bescherming tegen uitdroging
C
regelen van temperatuur
D
alle bovenstaande antwoorden zijn goed
Slide 39 - Quizvraag
De huid:
Welk type zintuigcel komt niet voor in de huid?
A
warmtezintuig
B
koudezintuig
C
evenwichtszintuig
D
tastknopje
Slide 40 - Quizvraag
Welk zintuig van de huid ligt diepst in de huid?
A
Pijnpunten
B
Drukzintuigen
C
Koudezintuigen
D
Tastzintuigen
Slide 41 - Quizvraag
Wat is de huid?
A
een orgaan
B
een weefsel
C
een orgaanstelsel
D
een cel
Slide 42 - Quizvraag
De huid voorkomt uitdroging. De huid blijft soepel door _____
A
Zweet
B
Vocht
C
Talg
D
Slijm
Slide 43 - Quizvraag
Wat zit er NIET in je oor?
A
slakkenhuis
B
fornuis
C
stijgbeugel
D
gehoorgang
Slide 44 - Quizvraag
In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies
Slide 45 - Quizvraag
In de afbeelding is de bouw van een oog weergegeven. Welke letter geeft het hoornvlies aan? En welke letter geeft de ooglens aan?
A
Hoornvlies = P, Lens = Q
B
Hoornvlies = S, Lens = Q
C
Hoornvlies = T, Lens = P
D
Hoornvlies = S, Lens = P
Slide 46 - Quizvraag
In welk deel van het oor wordt het geluid omgezet in een impuls?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
slakkenhuis
D
gehoorzenuw
Slide 47 - Quizvraag
Welk deel van het oor wordt aangegeven met nummer 10
A
Slakkenhuis
B
Buis van Eustachius
C
Stijgbeugel
D
Trommelvlies
Slide 48 - Quizvraag
Welk deel van het oor vangt als eerste de geluidsgolven op?