Natuur en techniek - klimaat, energie, constructie
1 / 33
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
0
Slide 2 - Video
klassikaal:
Start de les met het activeren van voorkennis. Het filmpje gaat over tandwieloverbrenging.
bron: de Boerhaave, 2014. Tandwieloverbrengingen. Geraadpleegd van https://youtu.be/1-gO6TOx6xQ.
Slide 3 - Tekstslide
Argus Clou: Natuur en Techniek
thema 4 'De zon in je tank'
lesdoel: oefenen lesstof voor toets
1. klimaat
Leerling kan klimaat omschrijven en kenmerken van planten en dieren benoemen
2. energie
Leerling ken eigenschappen van materialen, kan relatie leggen met toepassing en omschrijven wat doorsnee is
3. ontwerpen (constructie)
Leerling kan ontwerpeisen benoemen, kent de constructieprincipes, kan functie van gebouw omschrijven en dit koppen aan de vorm van het materiaal.
4. Beweging / verbinding
Leerling kan bewegend product evalueren en benoemen welk onderdeel zorgt voor overbrenging en de energievorm benoemen die daarbij helpt.
Slide 4 - Video
opfrissen kennis over verschillende klimaten en klimaatzones
Het eerste gedeelte van video gaat over verschil weer en klimaat. vanaf 0:29 min gaat het over de verschillende klimaat.
Bespreek na het bekijken van de video het verschil tussen weer en klimaat.
Vraag de kinderen hoe het komt dat er verschillende klimaten zijn. Ook bespreek je in welke volgorde de zones voorkomen en waaraan de zones te herkennen zijn.
bron: NTR Beeldbank, 2016. Tandwieloverbrengingen. Geraadpleegd van https://youtu.be/U3gdEy3wtr0.
timer
2:00
het klimaat
Slide 5 - Woordweb
let hierbij op het verschil tussen weer en klimaat. Het begin van het filmpje van de geeft hier ook uitleg over.
klimaat: (termen uit de methode)
- gebied
- specifieke kenmerken natuur
- specifieke kenmerken planten en dieren
- woestijn
- poolklimaat
- hooggebergte
etc.
ga na de woordweb verder met het filmpje.
In de woestijn
A
Regent het niet
B
Regent het vaak
C
Regent het soms
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
woestijn
A
Een erg droog gebied waar bijna niets groeit.
B
Een erg koud gebied waar bijna niets groeit.
C
Een erg droog gebied waar iets groeit.
D
Een rotsachtig gebied waar bijna niets groeit.
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe pas je je aan?
Woestijn
Woestijn
Hoe pas je je aan?
Woestijn
Woestijn
A
Huis goed isoleren
B
Water hergebruiken
C
Stenen als bouwmateriaal
D
Huis bestand tegen overstromingen
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Maak de zin af:
Veel dieren in het poolgebied hebben...
Veel dieren in het poolgebied hebben...
A
een dunne vacht
B
een dikke vacht en een vetlaag
C
veel veren
D
een dikke huid
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Planten zie je in het poolgebied...
A
alleen op de grond
B
alleen op de grond en onder water
C
alleen onder water
D
niet, je ziet geen planten
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Antarctica is de:
A
Noordpool
B
Poolgebieden
C
Zuidpool
D
Geen van drieën
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In poolgebieden vriest het altijd, zomer en winter, dag en nacht.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In een gebied met een hooggebergte klimaat...
A
Is het vaak erg warm.
B
Is de
grond vaak het hele jaar bevroren.
C
Ligt er vaak sneeuw bovenaan de bergtoppen.
D
Is het bovenaan de bergtoppen lekker warm.
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In een hooggebergte klimaat is er geen...
A
Bevroren grond
B
Gras, mos, struiken
C
Loofbomen
D
Eeuwige sneeuw
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hooggebergte =
A
Gebied met meer dan 150 bergen
B
Gebied met bergen die hoger zijn dan 500 m.
C
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1500 m.
D
Gebied met bergen die hoger zijn dan 3000 m.
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Video
start nieuw onderwerp
Door filmpje wordt voorkennis opgehaald
In les 1 en 2 werd het klimaat en zonne energie besproken aan de hand van de World Solar Challenge. Met dit filmpje wordt de voorkennis weer geactiveerd.
bron: DSM, 2015. Nuna8 wins World Solar Challenge 2015. Geraadpleegd van https://www.youtube.com/watch?v=4W2rUWesxtQ
wat weet je over
zonne panelen
zonne panelen
Slide 17 - Woordweb
mogelijke antwoorden:
- stroom
- zonlicht
- zonnecellen
- energie
Wat verbinden zonnepanelen met elkaar?
A
Draden
B
Zonnecellen
C
Wavers
D
Elektriciteit
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat doen zonnepanelen?
A
Zonlicht omzetten in wisselstroom
B
Zonlicht omzetten in energie
C
Liggen voor de sier op het dak
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een zonnepaneel
A
maakt stroom van zonlicht
B
is een batterij die je kunt opladen
C
maakt stroom van spierkracht
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar wordt zonne-energie opgewekt?
A
zonnecellen
B
bladgroenkorrel
C
zonnebakjes
D
zonnebloem
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat past het beste bij de doorsnede?
A
de binnenkant
B
de bak
C
de boog
D
de lengte
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Video
start nieuw onderwerp
Door filmpje wordt voorkennis opgehaald
In les 3 hebben ze een verwerkingsactiviteit gedaan, waarbij ze zelf een huis hebben ontworpen aan de hand van de constructieprincipes en ontwerpeisen.
Dit filmpje helpt om de voorkennis te activeren.
Bron: Remcoultee, 2013 De Bouweik. Geraadpleegd van https://youtu.be/Mn0bOXiqdOg.
wat weet je van
constructie
constructie
Slide 24 - Woordweb
mogelijke antwoorden:
- ontwerp principes
- ontwerpeisen
- functie gebouw
- vorm materiaal
Wat zijn ontwerpeisen?
A
regels waaraan een ontwerp moet voldoen
B
wat de koper eist voor zijn product
C
het uiterlijk van een ontwerp
D
hoe het product eruit ziet
Slide 25 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
'De vuurtoren is op dit moment nog volop in functie'. Wat betekent in functie zijn?
A
in gebruik zijn
B
in de buurt zijn
C
te huur zijn
D
te zien zijn
Slide 26 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
wat is een voorbeeld van een ontwerpeis?
A
welk materiaal je moet gebruiken
B
waarvoor het gebruikt moet worden
C
welke vorm het moet krijgen
D
dat het stevig moet zijn
Slide 27 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke vijf energievormen zijn er?
A
licht, geluid, warmte, energie, beweging
B
geluid, warmte, elektriciteit, licht, stroom
C
geluid, licht, beweging, elektriciteit, zonlicht
D
warmte, licht, geluid, beweging, elektriciteit
Slide 28 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent omzetting?
A
twee energiebronnen komen samen
B
alles blijft hetzelfde
C
de ene energiebron verandert in de andere energiebron
D
het heeft geen betekenis
Slide 29 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
wat is de as van een wiel?
A
een cylindervormige voorwerp dat ronddraait
B
de aandrijving
C
het middelpunt waar omheen het draait
D
rechte lijn waar omheen iets anders draait
Slide 30 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noem je het verplaatsen van een beweging?
A
Een overbrenging
B
Een draaipunt
C
Een hefboom
D
Een kruiwagen
Slide 31 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 32 - Tekstslide
Klassikaal
Herhalen lesdoelen:
1. klimaat
Leerling kan klimaat omschrijven en kenmerken van planten en dieren benoemen
2. energie
Leerling ken eigenschappen van materialen, kan relatie leggen met toepassing en omschrijven wat doorsnee is
3. ontwerpen (constructie)
Leerling kan ontwerpeisen benoemen, kent de constructieprincipes, kan functie van gebouw omschrijven en dit koppen aan de vorm van het materiaal.
4. Beweging / verbinding
Leerling kan bewegend product evalueren en benoemen welk onderdeel zorgt voor overbrenging en de energievorm benoemen die daarbij helpt.
Hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃
Slide 33 - Poll
na het afronden van de les, kunnen de resultaten uit de rapportage gehaald worden.
De onderdelen waar het slechtste op geschoord zijn, kunnen in de volgende les nogmaals herhaald worden.
