Stunde 3 (wk 3)

Guten Morgen V2A
Ga lekker zitten en pak je boek B / iPad erbij
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Guten Morgen V2A
Ga lekker zitten en pak je boek B / iPad erbij

Slide 1 - Tekstslide

Stellingen
vertalen 1 t/m 9
Daarna zelf invullen
timer
15:00

Slide 2 - Tekstslide

An die Arbeit
Lesen (Text 2 oder Text 3) Fertig? >
Aufgaben 24, 25, 26 und 27. 
Fertig? > Kontrolieren
Fertig> Puzzel voltooid deelwoord maken. 
timer
20:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Was bedeutet ''aanraken''?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

''Die Schweine (vreten)... alle Obst''

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

''(de vogel) ... ist gegen das Fenster (gevlogen)...''

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

''(De kat) ... ist (ondeugend)...''

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

''(Het konijn) ... ist (schattig) ...''

Slide 13 - Open vraag

Het werkwoord in de tegenwoordige tijd
FEESTTENTEN-REGEL

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen met de FEESTTENTEN-REGEL

Slide 15 - Tekstslide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + st
stam + e
stam + t
stam + en
stam + t
stam + en

Slide 16 - Sleepvraag

Ich ...... einen Brief (schreiben)
A
schreib
B
schreibe
C
schreibt
D
schreiben

Slide 17 - Quizvraag

Wir ....... gerne Karaoke. (singen)
A
singe
B
singen
C
singt
D
singst

Slide 18 - Quizvraag

....... Susanne auch ins Kino? (gehen)
A
gehe
B
gehst
C
geht
D
gehen

Slide 19 - Quizvraag

Peter und Tom ...... jeden Samstag Sport. (machen)
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 20 - Quizvraag

Uitzonderingen - (e)ettenten
ich
heiße
du 
heißt
er / sie / es
heißt
wir
heißen
ihr
heißt
sie / Sie 
heißen
de EETTENTEN-regel gebruik je als de stam op een -s, -ss, -ß, -x of -z eindigt.

Slide 21 - Tekstslide

tanzen (du)
A
tanzet
B
tanzt
C
tanzst

Slide 22 - Quizvraag

... du deine Zähne zweimal am Tag?
[putzen]

Slide 23 - Open vraag

Uitzonderingen 
ich
arbeite
du 
arbeitest
er / sie / es
arbeitet
wir
arbeiten
ihr
arbeitet
sie / Sie 
arbeiten
Als de stam op een -d of -t eindigt, krijg je bij du, er/sie/es en de ihr-vorm een tussen -e!

Slide 24 - Tekstslide

(Hij).... arbeiten
A
Er arbeitt
B
Er arbeit
C
Er arbeitst
D
Er arbeitet

Slide 25 - Quizvraag

arbeiten
du .....
A
arbeitet
B
arbeitest
C
arbeitst
D
arbeiteste

Slide 26 - Quizvraag

Lesen
Eerst tekst 1, daarna tekst 2. 
Tekst 1 al gedaan? Dan meteen tekst 2.
timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

    Fertig mit lesen?
Mache zuerst Aufgaben 24 & 25 > Fertig?
Bereite das Quartett vor!
Lies Aufgabe 23 auf Seite 121. 
Mache 4 verschiedene Quartette mit schwachen Verben aus der Lernliste. 
timer
20:00

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide