Hoofdstuk 8 Paragraaf 3 democratisering

Democratisering van Nederland, Groot-Brittannië en Duitsland
1848-1919
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Democratisering van Nederland, Groot-Brittannië en Duitsland
1848-1919

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis nodig voor deze les: Je weet wat belangrijk is een democratie

Slide 2 - Open vraag

Planning voor vandaag
  1. Uitleg werkvorm. 
  2. Herhaling (Samen)
  3. Uitleg: Samen of individueel.
  4. Uitleg 2: Samen of individueel. 
  5. Afsluiting (samen) 

Slide 3 - Tekstslide

Democratisering:
Democratisering is het streven naar politieke medezeggenschap.
Dus:
Mensen willen meepraten.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Leg het verschil uit tussen de grondwet voor 1848 en na 1848.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Wat veranderde in politiek en staatkundig opzicht na 1848.

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Leg het verschil uit tussen censuskiesrecht en algemeen kiesrecht.

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer kregen de vrouwen Algemeen kiesrecht en waarom toen?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Einde les: Leg uit wat het parlementaire stelsel is en wat dat betekende voor de politieke rol van de koning in Nederland

Slide 20 - Open vraag

Planning voor vandaag
  1. Uitleg werkvorm. 
  2. Herhaling (Samen)
  3. Uitleg: Samen of individueel.
  4. Uitleg 2: Samen of individueel. 
  5. Afsluiting (samen) 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Leg het verschil uit tussen parlementaire stelsel in Nederland en het parlementaire stelsel in Groot-Brittannië

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Waar bestaat het parlement in Groot-Brittannië uit.

Slide 28 - Open vraag

Waarom is Duitsland niet een echte parlementaire democratie.

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Leg uit waarom Duitsland WEL een parlementaire democratie is/was.

Slide 32 - Open vraag

Wiens portret staat achter Rutte (rood omcirkeld)?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Wie is hier afgebeeld?
A
Napoleon Bonaparte
B
Stadhouder Willem V
C
Koning Willem I
D
Koning Willem II

Slide 35 - Quizvraag

In welk jaar scheidde België zich af van Nederland?
A
1820
B
1825
C
1830
D
1848

Slide 36 - Quizvraag

Hoeveel mannen in Nederland mochten er stemmen na 1848?
A
1 op de 10
B
1 op de 8
C
1 op de 6
D
Alle volwassen mannen

Slide 37 - Quizvraag

Voorkennis nodig voor de volgende les: Je weet wat er gebeurde tijdens de Bataafse Revolutie

Slide 38 - Open vraag

Huiswerk
  1. Maken paragraaf 8.3. 
  2. Leren leerdoelen 8.3.  

Slide 39 - Tekstslide

Wanneer kregen vrouwen in Nederland actief kiesrecht?

Slide 40 - Open vraag

In welk land werd in 1893 het eerst vrouwenkiesrecht ingevoerd?
A
China
B
Nieuw-Zeeland
C
Saoedi-Arabië
D
Verenigde Staten

Slide 41 - Quizvraag

Slide 42 - Tekstslide

Volgens de tekenaar is algemeen vrouwenkiesrecht...
A
een goede zaak, want dan krijgen arbeidersgezinnen het beter.
B
een goede zaak, want dan krijgen hoger opgeleide vrouwen kansen.
C
géén goede zaak, want dan krijgen vrouwen te veel invloed.
D
géén goede zaak, want dan krijgen de arbeiders minder invloed.

Slide 43 - Quizvraag