Havo 5 herhaling aarde paragraaf 5.3

1. Bekijk de landschapszones op de wereldkaart bij deze vraag. In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen parallel aan de evenaar. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder herkenbaar. Welke klimaatfactor veroorzaakt dit afwijkende patroon in Noord- en Zuid Amerika?
A
Breedteligging
B
Gebergte- en hoogteligging
C
Type oppervlak
D
Oceanische circulatie
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1. Bekijk de landschapszones op de wereldkaart bij deze vraag. In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen parallel aan de evenaar. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder herkenbaar. Welke klimaatfactor veroorzaakt dit afwijkende patroon in Noord- en Zuid Amerika?
A
Breedteligging
B
Gebergte- en hoogteligging
C
Type oppervlak
D
Oceanische circulatie

Slide 1 - Quizvraag


Welke combinatie van landschapszone en plantengroei is juist?

A
Naaldbossen = Boreale zone
B
Savanne en regenwouden = Aride zone
C
Loofbossen = Subtropische zone
D
Grassen en struiken = Tropische zone

Slide 2 - Quizvraag

Door welke landschapszones kom je achtereenvolgens als je van de Noordpool naar Zuid-Europa reist?
1. taiga
2. loofbossen
3. landijs, drijfijs, pakijs
4. toendra
A
3 - 4 - 1 - 2
B
4 - 3 - 1 - 2
C
3 - 4 - 2 - 1
D
4 - 3 - 2 - 1

Slide 3 - Quizvraag

Welke twee landschapszones kennen C-klimaten?
A
subtropische en gematigde zone
B
tropische en aride zone
C
boreale en polaire zone
D
subtropische en boreale zone

Slide 4 - Quizvraag

Welke omschrijving hoort bij het begrip: landdegradatie
A
Wegspoelen of wegwaaien van bodemdeeltjes doordat de mens de vegetatie verstoord heeft.
B
Door de mens veroorzaakte schade aan een natuurlijk systeem.
C
Afname van de kwaliteit van de bodem of ondergrond door processen als versnelde bodemerosie en verzilting.
D
Proces van landdegradatie in relatief droge gebieden.

Slide 5 - Quizvraag

Welke drie soorten landdegradatie kun je onderscheiden:
A
overbeweiding, ontbossing, verzilting
B
versnelde bodemerosie, verwoestijning, ontbossing
C
verzilting, versnelde bodemerosie, overbeweiding
D
versnelde bodemerosie, verwoestijning, verzilting

Slide 6 - Quizvraag

Geef in je eigen woorden weer wat versnelde bodemerosie is.

Slide 7 - Open vraag

Welke landschapszones zijn kwetsbaar voor versnelde bodemerosie?
A
subtropische zone
B
tropische zone
C
aride zone
D
gematigde zone

Slide 8 - Quizvraag


Wat is verzilting?
A
Het wegspoelen van de bodem door water.
B
Het kunstmatig water geven van gewassen.
C
Ander woord voor infiltratie.
D
Ophoping van zout in de bodem in o.a. slecht gedraineerde irrigatiegebieden.

Slide 9 - Quizvraag

Verzilting ontstaat meestal door
A
een toename van de hoeveelheid neerslag
B
een verkeerde manier van irrigeren
C
een afname van de hoeveelheid neerslag
D
het smelten van gletsjers

Slide 10 - Quizvraag

Door overbeweiding verdwijnt vegetatie. De bodem wordt dan niet meer vastgehouden door plantenwortels. Zo ontstaan erosie en verwoestijning.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Welke bewering over verwoestijning is onjuist?
A
Verwoestijning is een vorm van landdegradatie.
B
Verwoestijning komt door verzilting tot stand.
C
Verwoestijning is een gevolg van versnelde bodemerosie.
D
Verwoestijning is op de eerste plaats een gevolg van klimaatsverandering.

Slide 12 - Quizvraag

Ontbossing kan verwoestijning tot gevolg hebben.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Wat is duurzaam landgebruik?
A
Het uitputten van land zonder rekening te houden met toekomstige generaties
B
Het ongecontroleerd gebruik maken van land
C
Het negeren van de impact van landgebruik op andere delen van de wereld
D
Landgebruik gericht op behoud van de kwaliteit van de bodem.

Slide 14 - Quizvraag

Op de foto zie je een voorbeeld van duurzaam landgebruik, namelijk ...
A
irrigatie
B
strook verbouwing
C
ontbossing
D
terrassen

Slide 15 - Quizvraag

Welke andere manieren van duurzaam landgebruik ken je?

Slide 16 - Open vraag

Welk begrip hoort niet in het onderstaande rijtje thuis?
A
Drainage
B
Versnelde bodem erosie
C
Landdegradatie
D
Verzilting

Slide 17 - Quizvraag