Zelfstandig naamwoord2

Wie geht's euch?

Wie geht's dir?

Wie geht's Ihnen?

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wie geht's euch?

Wie geht's dir?

Wie geht's Ihnen?

Slide 1 - Tekstslide

- Wat moet je minimaal af hebben?
 
- Enquete (evaluatie Taalblokken)

- Grammatica A1   > Taalblokken "Rechtschreibung & Grammatik"
     . zelfstandige naamwoorden
     . lidwoorden
     . woorden voor personen 
     . werkwoorden "haben" en "sein"

Was machen wir heute?

Slide 2 - Tekstslide

- Wat moet je minimaal af hebben? 

- A1: Kapitel 1 + 2
- A2: Kapitel 6 + 7
- Grammatik + Rechtschreibung: A1 01 + 02  (A2 eerst A1, dan A2)

Slide 3 - Tekstslide

Onderwijs Online>enquetes

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

zelfstandige
naamwoorden

Slide 6 - Woordweb

der
die
das
die

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

.... Mann
A
der
B
das
C
die
D
eine

Slide 9 - Quizvraag

.... Freundin
A
ein
B
das
C
der
D
eine

Slide 10 - Quizvraag

...... Buch
..... Bücher (mv)
A
das, die
B
der, die
C
die, die
D
das, das

Slide 11 - Quizvraag

ich
du
er
sie
es
Sie
sie
wir
ihr

Slide 12 - Sleepvraag

'haben' en 'sein'
Dat zijn de werkwoorden hebben en zijn. Deze heb je in bijna iedere zin nodig.
Zeker voor zinnen met een voltooid deelwoord.

Slide 13 - Tekstslide

... du ein Hobby? (hebben)

Slide 14 - Open vraag

Das ... mein Freund Jürgen (zijn)

Slide 15 - Open vraag

Hallo, ich .... Meike. (zijn)

Slide 16 - Open vraag

........ Sie Kinder? (hebben)

Slide 17 - Open vraag

Die Frauen .... schön. (zijn)

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Link