De evolutietheorie

De evolutietheorie

Geeft uitleg over het ontstaan en ontwikkelen van de organismen op aarde. 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De evolutietheorie

Geeft uitleg over het ontstaan en ontwikkelen van de organismen op aarde. 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen
  • Filmpje over Darwin
  • Struggle for life
  • Survival of the fittest
  • Ontstaan nieuwe soorten
  • Afsluiting


Leerdoelen
  • Je beschrijft de evolutietheorie.
  • Je beschrijft het ontstaan van nieuwe diersoorten.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waar ging Darwin naartoe op reis?
A
Zuid-Afrika
B
Zuid-Amerika
C
Zuid-Azie
D
Zuid-Europa

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heette het schip waarmee Darwin over de wereldzeeën voer?
A
The Origin of Species
B
H.M.S. Beagle
C
The Galapagos
D
Lamarck

Slide 5 - Quizvraag

De eilanden groep waar Darwin zijn vinken aantrof heet
A
De Canarische eilanden
B
Hawaii
C
Galapagos eilanden
D
Papua Nieuw Guinea

Slide 6 - Quizvraag

Wat concludeerde Charles Darwin uit de snavels van de vinken op de Galapagoseilanden?
A
Dat er op elk eiland verschillende soorten leefden
B
Dat de galapagosvinken heel veel verschillend voedsel aten
C
Dat verschillend voedselaanbod op elk eiland leidde tot een andere vorm van de snavel
D
Dat er veel uitwisseling was van vogels tussen de eilanden

Slide 7 - Quizvraag

Darwin had het over 'natuurlijke selectie'
Wat is dat?
A
Dat de natuur de selectie maakt.
B
Dat de sterkste organismen overleven.
C
Dat de organismen die het best zijn aangepast, de meeste nakomelingen krijgen .
D
Dat selectie altijd natuurlijk verloopt.

Slide 8 - Quizvraag

Charles Darwin
Natural Selection (= Natuurlijke selectie)
Nakomelingen zijn allemaal een beetje anders (er is genetische variatie).
De natuurlijke omgeving maakt het voor sommige organismen van een soort gemakkelijker 
om te overleven en voort te planten. 
  • Struggle for life (= Strijd om het bestaan)
  • Survival of the fittest (= Overleving van de best aangepaste)

Slide 9 - Tekstslide

Natuurlijke selectie: Struggle for life
  • Snelle populatiegroei in combinatie met beperkte voorzieningen leidt tot een strijd om voorzieningen.
  • Tussen individuen in een populatie is er competitie voor voedsel, ruimte en voortplantingspartners 


Slide 10 - Tekstslide

Wat is het fenotype?
A
De samenstelling van genen
B
De eigenschappen die tot uiting komen
C
De eigenschappen die niet tot uiting komen
D
De samenstelling van fenen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het genotype?
A
Het uiterlijk van een organisme
B
De erfelijke informatie van een organisme

Slide 12 - Quizvraag

Hoe zat dat ook alweer? 
Veranderingen in genotypen
Nieuw genotypen ontstaan bij:
  • Geslachtelijke voortplanting
  • Mutaties

Nieuwe fenotypen komen tot stand door:
  • Het genotype
  • Invloeden uit het milieu

Slide 13 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Survival of the fittest
Fitness = Hoeveel nakomelingen een organisme krijgt in verhouding tot 
andere individuen.

  • Betere eigenschappen voor het milieu --> grotere overlevingskans

  • Gunstig genotype ---> Veel nakomelingen blijven in leven en planten
       zich voort.

Slide 14 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Survival of the fittest
Soorten veranderen als door natuurlijke selectie organismen met een  nieuwe, afwijkende vorm blijven voortbestaan en organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.

Slide 15 - Tekstslide

Waar staat 'fitness' voor bij evolutie?
A
hoe goed je kan overleven
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent

Slide 16 - Quizvraag

Organismen behoren tot dezelfde soort ....
A
Als ze op elkaar lijken
B
Als ze zich onderling kunnen voortplanten
C
Als ze op elkaar lijken en zich onderling kunnen voortplanten
D
Als ze zich onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

Slide 17 - Quizvraag

Het ontstaan van nieuwe soorten
1. Een groep raakt geïsoleerd (gescheiden van de rest van de soort).

2. Beide groepen ontwikkelen in verschillende milieus.

3. Na miljoenen jaren zijn er zo veel verschillen ontstaan dat organismen van de twee groepen niet meer onderling kunnen voortplanten. Er zijn twee soorten ontstaan. 

Slide 18 - Tekstslide

Charles Darwin
Struggle for life (= Strijd om het bestaan)
Van elke soort zijn er meer nakomelingen dan de generatie ervoor.
Die nakomelingen hebben allemaal de beperkte bronnen om te kunnen overleven nodig en
moeten daarom ‘strijden’. 

Natural Selection (= Natuurlijke selectie)
Nakomelingen zijn allemaal een beetje anders (er is genetische variatie).
De natuurlijke omgeving maakt het voor sommige organismen van een soort gemakkelijker om te 
overleven en voort te planten. 

Survival of the fittest (= Overleving van de best aangepaste)
Degene met de best aangepaste eigenschappen heeft de grootste kans om te overleven en zich voort te 
planten. 

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 20 - Tekstslide