P1 Les 17 klok tijden dagen

Kapitel 3: Schule

nimm dein Buch und Heft dabei
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 3: Schule

nimm dein Buch und Heft dabei

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele heute:
Du kennst die Schulfächer, Tage,
Uhrzeiten und Ordnungszahlen (1e, 2e, 3e). Du kannst deinen Schultag beschreiben.

Slide 2 - Tekstslide

Notizen

                       Nimm dein Heft dabei.

Slide 3 - Tekstslide

Rangtelwoorden
0 t/m 19 → .....+te
 erste
zweite
 dritte
vierte
fünfte
sechste




Rangtelwoorden

2 t/m 19
getal + te
vierte, achte

vanaf 20
getal + ste
zwanzigste, einundzwanzigste
siebte
achte
neunte
zehnte
neunzehnte


vanaf 20....+ste
einundzwanzigste
zweiundzwanzigste




Uitzonderingen

erste = eerste
dritte = derde
achte = achtste
siebte = zevende





Slide 4 - Tekstslide

hele uren:        es ist ... Uhr
half:                  es ist halb ....
kwart voor:      es ist Viertel vor ...
kwart over:      es ist Viertel nach ...

over = nach                          minuten = Minuten
voor = vor
Wie spät ist es???

Slide 5 - Tekstslide

maken oef. 3, 4, 5 op blz 68
maak gebruik van de woordenlijst op blz. 96

* oef 3 en 5 vertalen
* oef 4: vul je rooster in, schrijf bovenaan de dagen, links het lesuur (erste, zweite, dritte,...) vul de vakken in in het Duits

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Hoe laat is het?
A
Wie lät ist es?
B
Wie spät ist es?
C
Was täd ist es?
D
Was spät ist es?

Slide 8 - Quizvraag

kwart voor
half
uur
kwart over
Viertel vor
Viertel nach
halb
Uhr

Slide 9 - Sleepvraag

Wie spät ist es?

A
Es ist fünf nach zwei.
B
Es ist fünf Uhr.
C
Es ist Viertel vor zwei.

Slide 10 - Quizvraag

Wie spät ist es?

A
Es ist sieben Uhr.
B
Es ist halb sechs.
C
Es ist Viertel nach zehn.

Slide 11 - Quizvraag

Es ist Viertel nach elf
Es ist zehn nach zehn
Es ist drei Uhr
Es ist Viertel vor sieben
Es ist zehn nach halb zwei

Slide 12 - Sleepvraag

Schrijf in het Duits:
Het is half vijf.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf in het Duits: Het is kwart over negen.

Slide 14 - Open vraag

Schrijf in het Duits:
Het is vijf voor twaalf.

Slide 15 - Open vraag

Die Tage der Woche
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Mittwoch
Samstag
Sonntag
Freitag
Donnerstag
Dienstag
Montag

Slide 16 - Sleepvraag

Welke dag hoort er tussen? Sleep de juiste dag op het lijntje.
Montag
Freitag
Mittwoch
Donnerstag
Dienstag
Samstag
Sonntag
Mittwoch
Sonntag
Freitag
Samstag
Donnerstag
Montag
Dienstag
__________
__________
__________
__________
__________
__________
__________
Montag
Dienstag
Mittwoch
Donnerstag
Freitag
Sonntag
Samstag

Slide 17 - Sleepvraag

erste
zehnte
fünfte
siebte
zweite
vierte
achte
dritte
neunte
sechste
10de
1ste
2de
3de
4de
5de
8de
9de
6de
7de

Slide 18 - Sleepvraag

Und jetzt...
Machen Aufgabe 3, 5 Seite 68
(gebruik hiervoor: Lernliste Seite 96)

danach Aufgabe 4 machen

Slide 19 - Tekstslide

maken oef. 3, 4, 5 op blz 68
maak gebruik van de woordenlijst op blz. 96

* oef 3 en 5 vertalen
* oef 4: vul je rooster in, schrijf bovenaan de dagen, links het lesuur (erste, zweite, dritte,...) vul de vakken in in het Duits

Slide 20 - Tekstslide