• Nederland kon fors investeren in infrastructuur, zoals (spoor)wegen, tunnels en grote polders
• In de jaren 60 ontstond een consumptiemaatschappij
• Steeds meer Nederlanders gingen hun geld verdienen in de dienstverlening
Slide 3 - Tekstslide
6.1
Verzorgingsstaat: samenleving waarin de overheid zorgt voor iedereen die dat zelf niet kan, zoals ouderen, werklozen en zieken
Wat zijn voordelen en nadelen?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
6.1
Gevolgen individualisering/ontzuiling
De macht van christelijke partijen nam af
Komst van partijen die niet bij een zuil hoorden
Slide 6 - Tekstslide
6.2
Migrant: iemand die naar een ander land verhuist
Waarom migreert iemand naar Nederland?
Welke migratiestromen kent Nederland?
Slide 7 - Tekstslide
6.3
Door wederopbouw beter opgeleid en meer geld-> ontstaan jeugdculturen (vanaf 1950)
Vaak overgewaaid uit Amerika
Slide 8 - Tekstslide
6.3
Vanaf jaren '60 jeugdculturen invloed op samenleving
Eisen meer individuele vrijheid
Meer kritiek op de maatschappij
Slide 9 - Tekstslide
6.3
Tweede feministische golf: beweging die in de jaren 60 en 70 opkwam voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen en mannen, met name op het gebied van opleiding en werk
Slide 10 - Tekstslide
6.3
Multiculturele en pluriforme samenleving: maatschappij waarin mensen met verschillende culturen en geloven op voet van gelijkwaardigheid met elkaar samenleven.
Diversiteit: een situatie waarin mensen, ongeacht hun sekse, culturele, religieuze en sociale achtergrond, huidskleur, seksuele geaardheid en eventuele lichamelijke beperkingen, op gelijkwaardige wijze deelnemen aan de samenleving.
Slide 11 - Tekstslide
6.3
Integratie: ontwikkeling waarbij nieuwkomers volwaardig gaan meedoen aan de samenleving en door de ontvangende samenleving als gelijkwaardig worden geaccepteerd
Is deze in Nederland gelukt?
Slide 12 - Tekstslide
6.3
Vanaf jaren '90 einde klein verschil tussen arm en rijk
globalisering-> lageloonlanden
flexibilisering van de arbeidsmarkt-> tijdelijke dienst
individualisering-> mensen voelden zich minder thuis bij grote organisaties, zoals vakbonden
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.