H3: W.09 herhalen bijvoeglijk naamwoord

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Distanzunterricht 2021
Herzlich Willkommen! 
Camera aan en microfoon gedempt! :)

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Distanzunterricht 2021
Herzlich Willkommen! 
Camera aan en microfoon gedempt! :)

Slide 1 - Tekstslide

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
  1. Konzert im Auto-Kino
  2. 10.4 c machen und besprechen
  3. Schreibecke üben
  4. Aufgaben dazu machen


             


Während der Unterrichtsstunde:

Slide 2 - Tekstslide

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Unterrichtsziele:
  • Je kunt in een Duitse zin bepalen welke naamval ontbreekt.
  • Je kunt de juiste naamval en bijvoeglijk naamwoord invullen in een zin. 

Slide 3 - Tekstslide

Übung 10.4 Seite 105 im AB
Übung 10.4 machen.
Schrijf erbij waarom het een bepaalde naamval is.
Ihr habt 10 Minuten Zeit.
Danach korrigieren wir sie

timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Übungen 10.4 Seite 105 im AB
Streep de foute vorm van het bijvoeglijk naamwoord weg.
Maak gebruik van het 'Merkblatt naamvallen'
Schrijf bij de opdracht om welke naamval het gaat.


Tip: let op voorzetsels in de zin. 

Slide 5 - Tekstslide

Lektion 3.3: Übungen 1, 4, 6 und 7
Übung  4
  • Hörtext hören (Sport)
  • Erst hören wir die Texte zusammen an.
  • Danach 10 Minuten selbst arbeiten.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het voorzetsel am?
A
tijdstip
B
seizoenen en maanden
C
dagdelen dag van de week datum

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer gebruik je het voorzetsel um?
A
tijdstip
B
dagdelen dag van de week datum
C
tijdsduur

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer gebruik je het voorzetsel von...bis?
A
tijdsduur
B
dagdelen dag van de week datum
C
tijdstip
D
maanden en seizoenen

Slide 10 - Quizvraag

H3 - Landeskunde
Mache Aufgabe 17.1 S. 77.
  • Lies den Text selbstständig durch. Beantworte danach die Fragen.
  • Ihr braucht diese Aufgabe für die Prüfung. 

Ihr habt 10 Minuten um die Aufgabe zu machen.
Danach kontrollieren wir sie. 
timer
10:00
TIP: Hast du H4 und H5 auf S. 126 schon erledigt?
Du kannst es bei mir kontrollieren lassen.

Slide 11 - Tekstslide

A3 - Landeskunde
Mache Aufgabe 17.1 S. 89.
  • Lies den Text selbstständig durch. Beantworte danach die Fragen.
  • Ihr braucht diese Aufgabe für die Prüfung. 

Ihr habt 10 Minuten um die Aufgabe zu machen.
Danach kontrollieren wir sie. 
timer
10:00
TIP: Hast du W2 und W5 schon erledigt?
Du kannst es bei mir kontrollieren lassen.

Slide 12 - Tekstslide

H3 - Wiederholung K. 11
Mache Aufgabe 17.4 und 17.5 auf S. 80.
17.5 macht ihr alleine. Schreibe bitte die Fragen und Antworten in deinem Heft.

Ihr habt 10 Minuten um die Aufgabe zu machen.
Danach kontrollieren wir sie. 
timer
10:00
TIP: mach danach Aufgabe 17.6 auf S. 81.
Du kannst es bei mir kontrollieren lassen.

Slide 13 - Tekstslide

H3 - Schreibecke 
Mache Aufgabe 16.1 und 16.2 auf S. 75-76.
16.2 macht ihr in Word. Reich deinen Brief auf It's Learning ein.

Ihr habt 15 Minuten um die Aufgabe zu machen.
Danach kontrollieren wir sie. 
timer
15:00
TIP: 

Slide 14 - Tekstslide

Tschüs-Ticket!
  • De drie leerdoelen van vandaag.
  • Al gehaald tijdens les?
  • Nee, wat moet je thuis nog doen of ze wel te halen?

Slide 15 - Tekstslide

Je kent de regels van de (keuze)voorzetsels en kan dit in een lopende zin in het Duits toepassen.
A
Ja, weiß ich!
B
Nein, noch nicht.
C
Total nicht, ich muss hart arbeiten!

Slide 16 - Quizvraag

Je kent het persoonlijk voornaamwoord in het Duits en kunt dit in een lopende zin in het Duits toepassen.
A
Ja, weiß ich!
B
Nein, noch nicht.
C
Total nicht, ich muss hart arbeiten!

Slide 17 - Quizvraag

Je hebt kennis of land en cultuur en kunt hier vragen over beantwoorden.
A
Ja, weiß ich!
B
Nein, noch nicht.
C
Total nicht, ich muss hart arbeiten!

Slide 18 - Quizvraag