herhaling: aai ooi oei ng nk
1 / 42
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
wat hoor je?
A
ooi
B
oei
Slide 2 - Quizvraag
wat hoor je?
A
ooi
B
oei
Slide 3 - Quizvraag
wat hoor je?
A
ooi
B
oei
Slide 4 - Quizvraag
wat hoor je?
A
ooi
B
oei
Slide 5 - Quizvraag
wat hoor je?
A
ooi
B
oei
Slide 6 - Quizvraag
wat hoor je?
A
ooi
B
oei
Slide 7 - Quizvraag
wat hoor je?
A
ooi
B
oei
Slide 8 - Quizvraag
wat hoor je?
A
ooi
B
oei
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Link
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Link
Slide 14 - Tekstslide
wat is hetzelfde?
bank
A
bank
B
bonk
C
bang
D
pang
Slide 15 - Quizvraag
wat is hetzelfde?
henk
A
honk
B
denk
C
henk
D
hek
Slide 16 - Quizvraag
wat is hetzelfde?
tank
A
tang
B
lang
C
tank
D
tonk
Slide 17 - Quizvraag
wat is hetzelfde?
rank
A
ronk
B
ran
C
rang
D
rank
Slide 18 - Quizvraag
wat is hetzelfde?
lonk
A
long
B
loon
C
monk
D
lonk
Slide 19 - Quizvraag
wat is hetzelfde?
funk
A
funk
B
fun
C
fink
D
fuk
Slide 20 - Quizvraag
wat is hetzelfde?
drink
A
drank
B
drink
C
dronk
D
drenk
Slide 21 - Quizvraag
wat is hetzelfde?
pink
A
ping
B
pong
C
pink
D
pin
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Link
dictee: luister en schrijf
1
1
Slide 25 - Open vraag
dictee: luister en schrijf
2
2
Slide 26 - Open vraag
dictee: luister en schrijf
3
3
Slide 27 - Open vraag
dictee: luister en schrijf
4
4
Slide 28 - Open vraag
dictee: luister en schrijf
5
5
Slide 29 - Open vraag
dictee: luister en schrijf
6
6
Slide 30 - Open vraag
dictee: luister en schrijf
7
7
Slide 31 - Open vraag
dictee: luister en schrijf
8
8
Slide 32 - Open vraag
dictee: luister en schrijf
9
9
Slide 33 - Open vraag
dictee: luister en schrijf
10
10
Slide 34 - Open vraag
dictee: luister en schrijf
11
11
