Ook taal - Betoog: Kauwgom

Betoog: Kauwgom
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenLiteratuurBasisschoolGroep 5-8

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Betoog: Kauwgom

Slide 1 - Tekstslide

Ik lees een betoog.

Ik kan kenmerken opnoemen van een betoog.

Slide 2 - Tekstslide

Wat valt je op aan de vorm?
Wat is dit voor tekst? Waar zie je dat aan?
Wat denk je dat de schrijver wil met deze tekst (wat
is het doel?)
Hoe ga je deze tekst lezen?
Waar denk je dat het over zal gaan, waarom denk je dat?
Bekijk de tekst maar lees hem nog niet.

Slide 3 - Tekstslide

Kauwgom

Slide 4 - Woordweb

Betoog

Slide 5 - Woordweb

Bespreek de tekst.
Vind je het een mooie tekst? Waarom?





Wat vind je van het onderwerp? En wat vind je van de stelling?
Wordt het duidelijk wat de schrijver wil? Waardoor komt dat?

Slide 6 - Tekstslide

  • Wat is een inleiding?
  • Vind je dit een goede inleiding? Waarom wel/ niet?
  • Maakt de inleiding voldoende duidelijk waar de rest van de tekst over zal gaan? Waarom wel/ niet?

Slide 7 - Tekstslide

De leerkracht doet het voor.
samenvatting inleiding
Je neemt kauwgom om niet in slaap te vallen tijdens de les. De school is hier tegen. De schrijver is het daar absoluut niet mee eens.

Slide 8 - Tekstslide

Welke kenmerken van een betoog herkennen jullie?

Slide 9 - Tekstslide

We doen het samen.
samenvatting inleiding
Je neemt kauwgom om niet in slaap te vallen tijdens de les. De school is hier tegen. De schrijver is het daar absoluut niet mee eens.
Samenvatting argumenten voor
  • Kauwgom kauwen in stressvolle situaties maakt je kalmer, alerter en minder bezorgd. Hier is wetenschappelijk bewijs voor.
  • De aanmaak van het hormoon cortison (dat stress veroorzaakt) daalt.
  • Door kauwgom kauwen lever je betere prestaties.

Slide 10 - Tekstslide

Nu jullie!
Lees in tweetallen verder en vat samen in het tekstschema voor een betoog!

Slide 11 - Tekstslide

Tekstgerichte vragen:
Wat is de stelling van het betoog?
Noem één argument voor de stelling en één argument tegen.
Waarom haalt de schrijver er een onderzoek uit Engeland bij?

Dit betoog kreeg een 7,8. Ben je het daarmee eens? Waarom wel of niet?
Wat vind je van de argumenten voor en van de argumenten tegen? Licht toe.
Bedenk een argument voor en tegen de stelling die nog niet in de tekst staan.

Slide 12 - Tekstslide

Toetsvraag:
Het kost een vermogen om schoonmaakbedrijven te huren om kauwgom te verwijderen.” 

Wat betekent het woord vermogen?

A. grote hoeveelheid kauwgom
B. grote hoeveelheid schoonmaakmiddelen
C. grote hoeveelheid geld
D. grote hoeveelheid energie


Slide 13 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Klopte ons idee van het doel van de schrijver? 
Waarom is dit een betoog? 
Heeft de schrijver het doel bereikt en waardoor kwam dat?

Slide 14 - Tekstslide

Tot de 
volgende keer!

Slide 15 - Tekstslide