M2 - Lezen - les 4

Nederlands - mavo 2
1. Startopdracht
2. Startopdracht bespreken
3. Check leerdoelen - quizje
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - mavo 2
1. Startopdracht
2. Startopdracht bespreken
3. Check leerdoelen - quizje

Slide 1 - Tekstslide

Startopdracht - onbekende woorden - opdr. 6
1. Je gaat naar blz. 14 in je boek.
2. Je maakt opdracht 6. 
3. Ga terug naar de theorie over woordraadstrategieën op blz. 
als je een vraag hebt. 
We werken de eerste 7 minuten in stilte. Je mag dan ook geen vragen stellen aan mij of aan een klasgenoot. Probeer er zelf uit te komen!
4. Kom je er niet uit? Dan sla je een vraag over. Probeer de vraag steeds goed te lezen en daarmee ook te begrijpen.
5. Je werkt de complete 14 minuten zelfstandig, in stilte. Daarna bespreken we de opdracht.
6. Ben je klaar? Dan maak je opdracht 1 t/m 3 af en kijk je 'm na (antwoorden in Magister).

timer
14:00

Slide 2 - Tekstslide

Startopdracht - onbekende woorden - opdr. 6
We bespreken de opdracht klassikaal.
Kijk de opdracht goed na en verbeter zo nodig.
Let op: geef altijd antwoord in volzinnen, bijv.: "Het onderwerp is ...." 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
Pak je laptop erbij!

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent het woorddeel
poly
timer
0:08
A
alleen
B
meer
C
plaatselijk

Slide 5 - Quizvraag

omschrijving van 'aanfluiting'
timer
0:08
A
jaloezie
B
zin om aan iets deel te nemen
C
afgang; iets wat schandalig slecht is
D
heel boeiend. mooi of spannend

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een omschrijving?
timer
0:08
A
De uitleg van een onbekend woord.
B
Een woord waarvan je de betekenis niet kent.
C
Twee woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een synoniem?
timer
0:08
A
Bril-vergrootglas
B
Kaal-haarloos
C
Trui- t-shirt
D
Hal-garage

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling?
timer
0:08
A
Langzaam en snel
B
Lief en schattig
C
Mooi en meisje

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn synoniemen? Of wat doet een synoniem?
timer
0:08
A
Zelfde woord, maar betekent iets anders
B
Als je niet het letterlijke woord gebruikt maar 'bij wijze van spreken'
C
Een ander woord met dezelfde of soortgelijke betekenis
D
Het tegenovergestelde van een woord

Slide 10 - Quizvraag

De, het, een zijn voorbeelden van:
timer
0:08
A
lidwoorden
B
zelfstandig naamwoorden
C
werkwoorden

Slide 11 - Quizvraag

Wat is geen synoniem:
timer
0:08
A
Praten - spreken
B
Vriend - maat
C
Fiets - rijwiel
D
Boos - kwaad

Slide 12 - Quizvraag

Bij de woordraadstrategie 'zoek een voorbeeld' kan een voorbeeld volgen na het signaalwoord:
timer
0:08
A
en
B
denk maar aan
C
ten eerste
D
dus

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van het woord 'tegenstelling'?
timer
0:08
A
Overeenkomst
B
Verband
C
Samenhang
D
Vergelijking

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een omschrijving voor bekennen?
timer
0:08
A
toegeven
B
zeggen dat het klopt of waar is
C
ontkennen
D
geld geven

Slide 15 - Quizvraag

Als je een woord niet kent, dan kun je zoeken naar een bekend woorddeel.

Wat betekent het woorddeel -loos?
timer
0:08
A
niet
B
zonder
C
met
D
opnieuw

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een bekend woorddeel?
timer
0:08
A
Dat je het hele woord kent.
B
Je hebt het woord al eens ergens gezien.
C
Een deel van het woord dat je al kent.
D
Een woord wat je niet kent.

Slide 17 - Quizvraag

Tegenstelling =
timer
0:08
A
De woorden worden herhaald of hetzelfde woord wordt vaker gezegd, maar net iets anders.
B
Er wordt een aantal dingen op een rij gezet of na elkaar opgenoemd.
C
Dingen worden tegenover elkaar gezet, waardoor de verschillen extra opvallen.
D
Iets wordt groter of erger gemaakt dan het in werkelijkheid is.

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een omschrijving van ontvoering?
timer
0:08
A
Wanneer je iemand meeneemt zonder dat die ander dat wil
B
Wanneer je liegt over waar je bent
C
Wanneer je verdrietig wordt van iets dat je ziet
D
Wanneer je zomaar wegloopt zonder het te zeggen

Slide 19 - Quizvraag

Volgende les: 
1. Leesboek mee.
2. Verder met onbekende woorden.
3. Start met alinea's en kernzinnen.
4. Huiswerk = online taken af (kijk in elo Nieuw Nederlands).

Slide 20 - Tekstslide

Onbekende woorden - woordraadstrategieën
- Synoniem
- Omschrijving
- Voorbeeld
- Tegenstelling  
- Bekend woorddeel
(theorie op blz. 10)

Slide 21 - Tekstslide

Afspraken - M2H
1. Je neemt je laptop altijd mee - opgeladen!
2. Je kiest een leesboek en neemt 
dat mee naar de les.
3. Je doet actief mee.
4. Je bent stil als de docent praat, tenzij je de beurt hebt.
5. Als je in de klas zelfstandig
of samen moet werken, ga
je ook echt aan het werk!
Houd je je niet aan de regels, dan ga je een gele kaart halen.

Slide 22 - Tekstslide