4.4 Transport en energie 2 December

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen?

4.4 Transport en energie

LessonUp, log vast in

Lesplanning

- Vorige les(sen)

- SuperLessonup vragenlijst

Gezamenlijk lezen 4.4

Fossiele energiebronnen

1. Duurzaamheid is iets voor fossielen
2. Fossielen van dinosaurussen kunnen in arme landen omgezet worden in energie
3. Informatieve bronnen over fossielen zorgen voor meer begrip over duurzaamheid
4. Energiebronnen die ontstaan zijn uit planten en dieren, zoals aardolie, aardgas en steenkool

Welk voedsel kun je het beste eten om je voetafdruk te verkleinen?

1. Voedsel met zoveel mogelijk calorieën per 100 gram.
2. Voedsel met zo weinig mogelijk calorieën per 100 gram.
3. Dat hangt er vanaf hoeveel ruimte nodig is voor de productie ervan.
4. Dat maakt niet uit. Het gaat niet om wat je eet maar om hoeveel.

Door een beperkt aantal gewassen te verbouwen zal de biodiversiteit

1. toenemen
2. afnemen

Gewassen zo aanpassen dat ze beter tegen droogte en ziekten kunnen:

1. intensivering
2. genetische modificatie
3. Milieu-uitputting
4. biologische landbouw

Wat gaat er waarschijnlijk gebeuren met arme landen die rijker worden?

1. Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
2. Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk blijft hetzelfde.
3. Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
4. Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk krimpt.

Van veel, kleine boerderijen naar minder, maar hele grote boerderijen

1. voedselafdruk
2. schaalvergroting
3. bevolkingsprognose
4. Intensivering

Natuurlijke hulpbronnen zijn:

1. Een bron om hulp vandaan te halen, denk aan hulporganisaties
2. Manieren om de natuur te helpen
3. Producten uit de natuur die de mens gebruikt

Je ecologische voetafdruk is

1. In hoeverre de natuur beïnvloedt is door de mens
2. Hoeveel ruimte je woning gestolen heeft van de natuur
3. Dat is de hoeveelheid ruimte die je gebruikt om te kunnen leven

Zorgt een veganist voor een hogere of een lagere ecologische voetafdruk dan een omnivoor?

1. Lager
2. hoger

Zorgt een (extreme) inwoner van Verenigde Staten voor een hoge of lage ecologische voetafdruk

1. hoger
2. lager

Wat is de juiste voorspelling? (prognose)

1. Rond het jaar 2100 zijn we met 8 miljard mensen
2. Rond het jaar 2100 zijn we met 11 miljard mensen op de aarde
3. Rond het jaar 2100 zijn we met 30 miljard mensen
4. Rond het jaar 11 zijn we met 2100 mensen op de aarde

De oplossing om deze 11 miljard mensen te voorzien van genoeg leefruimte e.d. is:

1. Verhuizen naar een andere planeet
2. Duurzaam leven
3. Mensen laten krimpen zodat ze een kleinere voetafdruk krijgen

Wat kun jij zelf doen om duurzamer te leven?

1. Verhuizen naar een andere planeet
2. Stoppen met eten, drinken...en alles eigenlijk
3. even niet met dit soort vragen komen aub

Oke, komen er nog serieuze vragen of...?

1. mwah
2. nee
3. ik heb honger
4. dit is echt zonde van mijn tijd

Koppel de tekstjes en foto's aan de juiste

manier van voedsel verbouwen.

Biologisch    

Schaalvergroting

.

Intensivering

Dit vind ik zelf

het beste idee!

Goed voor dieren, slecht voor de voetafdruk

Gigantische bedrijven zijn efficiënter

Wat gaat er waarschijnlijk gebeuren met arme landen die rijker worden?

1. Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
2. Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk blijft hetzelfde.
3. Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
4. Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk krimpt.

Het tropisch regenwoud moet plaats maken voor akkers. Door de akkers neemt de biodiversiteit in het gebied

1. toe
2. af

De kap van het tropisch regenwoud zorgt ervoor dat er ....... CO2 wordt opgenomen. Wat moet er op de puntjes staan

1. Minder
2. Meer

Dit is een voorbeeld van?

1. Minder weggooien
2. Ruimte besparen
3. Biologische landbouw
4. Genetische modificatie

Dit is een voorbeeld van?

1. Minder weggooien
2. Ruimte besparen
3. Biologische landbouw
4. Genetische modificatie

Wat is recyclen?

1. Het verbranden van een product
2. Het hergebruiken van een product
3. Het verwerken tot een nieuw product

1

2

3

4

5

Gezamenlijk lezen 

Paragraaf 4.4 blz. 86

Vorige week: Laptop op wereldreis

Leerdoelen

• Je weet dat het verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor meer CO2 in de lucht.
  
• Je begrijpt waarom duurzame energiebronnen minder bijdragen aan klimaatverandering.
  
• Je kunt oplossingen bedenken waardoor we minder CO2 gaan uitstoten.

Energie

• Met Energie bedoelen we niet alleen stroom.
  
  
• Verwarming en beweging (van bijvoorbeeld een auto of trein) kosten ook energie.
  
  

Energie van grondstoffen die niet worden aangevuld heet fossiele energie. Het kan dus op raken.

Energie van grondstoffen die niet opraken noemen we hernieuwbare energie of groene energie.

Milieu-uitputting

Altijd duurzaam

Nooit duurzaam

Soms duurzaam

Stoken op olie en gas

Gebruiken van biomassa

Gebruik van zon en wind

Stroom opslaan in accu's

Energieproductie kan ook leiden tot milieuvervuiling. Bijvoorbeeld door vrijkomend CO_2.

Steenkool = plantenresten

CO_{2 (koolstofdioxide) is een broeikasgas.}

_{Versterkt broeikaseffect zorgt voor klimaatverandering.}

Meer CO2 in de lucht

Sleep de stappen naar de juiste plek

Verbruik van fossiele brandstoffen

Temperatuur op aarde neemt toe

Klimaatverandering

Waarom nu niet alles duurzaam?

• Het maken van nieuwe duurzame energiecentrales is heel erg duur.
• Er is niet altijd zon of wind. Ook in een windstille nacht hebben we stroom nodig.
  
• Accu's zijn zwaar en duur, en bovendien zijn er zeldzame grondstoffen voor nodig.
  

Hoeveel milieu-uitputting en milieu-vervuiling is er bij fietsen?

Hoe zit dat bij vliegtuigen?

klimaatneutraal:  Met je activiteiten niet bijdragen aan opwarming van de aarde.

Wat gaan we doen?

4.4 Transport en energie

Kahoot! Topografie

(ga vast naar kahoot! op telefoon of laptop) 

Tekst

Fossiele brandstoffen

Hernieuwbare energiebronnen

Wind

Warmte uit ondergrond

Steenkool

Kernenergie

Biomassa

Aardgas

Zon

Aardolie

Duurzame energie.

Fossiele brandstoffen.

create.kahoot.it

Huiswerk voor volgende week

Paragraaf 4.4 

Opdracht 1,3,4,5,6,7