Introductieles

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Management en organisatieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bedrijfseconomie, financiele zelfredzaamheid en ondernemerschap

Slide 2 - Woordweb

Meneer Romijn

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Welk onderdeel van Bedrijfseconomie spreekt jou het meeste aan?
A
Persoon (Rechten en plichten)
B
Ondernemer
C
Rechtspersoon (Werknemer)

Slide 22 - Quizvraag

Wil je ondernemer worden of wil als werknemer in loondienst werken?
A
Simpel! Ik ben een geboren ondernemer
B
Werknemer, ik wil de zorgen niet van een eigen bedrijf.
C
Ik heb geen idee, maakt het veel verschil?
D
Uhm docent kan dat ook? Ik wil altijd wel 12 weken vakantie per jaar

Slide 23 - Quizvraag

Schrijf A t/m D op je blad
Doe de test!

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Bedrijfseconomie 
  • Hoe maken organisaties keuzes? 
  • Financieren, verkoopprijzen, strategie, personeelsbeleid
  • Hoe verkoop ik mijn producten of diensten? 
  • Hoe richt ik mijn adminstratie in? 
  • Hoe beperk ik mijn risico's als ondernemer? 

    Niet alleen voor ondernemers, maar ook voor managers! 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Wat hebben we nodig om te kunnen starten?

Wat zou dit idee jaarlijks opbrengen?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

De Balans
Overzicht van bezittingen en het eigen en vreemd vermogen van een onderneming op een bepaald moment.

Een balans heeft twee kanten, aan de linkerkant staat alle activa (debetkant) en aan de rechterkant alle passiva (creditkant) 
Let op, een balans is ALTIJD in evenwicht! 

Slide 31 - Tekstslide

Activa onderscheiden we in: 

Vaste activa (langer dan 1 productieproces) 
Vlottende activa (1 productieproces) 
Liquide middelen (bank en kas) 
Passiva onderscheiden we in: 

Eigen vermogen 
Lang vreemd vermogen
Kort vreemd vermogen 

Slide 32 - Tekstslide

Veranderingen op de balans 
Bij elk financieel feit, een aankoop, een verkoop of een betaling veranderen de balansposten. 

Hoe veranderen we dit in de balans? 

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 
Anne wil graag een winkel openen. Ze heeft hier zelf €50.000,- voor gespaard. Verder kan Anne €20.000,- van de bank lenen. 

Welke posten op de balans veranderen? 
Teken de balans een geef de bedragen aan. 

Slide 34 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 
Anne wil graag inventaris gaan kopen, dit zal haar €30.000,- euro gaan kosten. Anne betaalt dit van haar eigen bankrekening. 

Wat verandert er op de balans? Welke post komt erbij en welke post veranderd? Is de balans nog in balans? 

Slide 35 - Tekstslide

Voorbeeldopgave
Omdat Anne ook een pand nodig heeft is ze naar de bank gegaan. Ze heeft van de bank een hypothecaire lening van €200.000 euro gekregen waar ze een pand van koopt. 

Welke balansposten veranderen? Let goed op of je balans nog in evenwicht is! 

Slide 36 - Tekstslide