Beroepscode

Beroepscode en -houding
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Beroepscode en -houding

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepscode

Leidraad voor je handelen als professional

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van beroepscode:
https://www.venvn.nl/media/042ooa1u/de-nationale-beroepscode-voor-verpleegkundigen-en-verzorgenden.pdf

De beroepscode geeft je waarden en normen van de beroepsgroep. 
             
Hoe voer je het beroep op de juiste manier uit? 



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke waarden voor een verzorgende of verpleegkundige:
- Betrouwbaarheid
- Respect
- Eerlijkheid
- Rechtvaardigheid
- Niet schaden
- Respect voor de autonomie van de zorgvrager

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De beroepscode:

- is een leidraad voor je professionele handelen. 

- geeft aanknopingspunten om te bepalen hoe je je professioneel gedraagt 

- biedt handvatten om in complexe situaties een weloverwogen beslissing te maken


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onvoorziene of crisissituatie
Onvoorziene en crisissituaties zijn situaties die plotseling gebeuren. Oorzaken kunnen zijn, onrust, onbegrepen gedrag, delier, medicatiegebruik, gedragsproblemen, agressie, brand en vermissing. Gevolgen kunnen schade brengen aan bewoners en of het personeel.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er bedoeld met de volgende uitgangspunten van de beroepscode: 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.1
Als verpleegkundige/verzorgende oefen ik het beroep uit met het oog op het welzijn en de gezondheid van de zorgvrager. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.2 
Als verpleegkundige/verzorgende handel ik bij de uitoefening van mijn beroep naar de normen, richtlijnen, protocollen, gedragsregels en eisen van zorgvuldigheid die invulling geven aan goed hulpverlenerschap 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.4 
Als verpleegkundige/verzorgende houd ik mijn kennis en vaardigheden voor het op verantwoorde en adequate
wijze uitoefenen van het beroep op peil.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.7
Als verpleegkundige/verzorgende draag ik bij aan een veilige zorgverlening 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.9
Als verpleegkundige/verzorgende zorg ik goed voor mezelf

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3
Als verpleegkundige/verzorgende ben ik verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op mijn eigen handelen,
bejegening en gedrag als professional.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een cadeau
Je komt in de wijk al een tijd bij meneer Jansen, die chronisch ziek is en veel verzorging nodig heeft. Meneer Jansen en zijn echtgenote waarderen je zorgverlening en willen dat graag laten zien. Ze weten dat je met je gezin/vrienden graag naar de Efteling wil. Met kerst krijg je vier kaartjes voor de Efteling. 

Wat doe je? 
Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

Slide 16 - Tekstslide

2.4
Hulp bij roken
Een bewoonster op de verblijfsafdeling is een stevige rookster. Ze heeft reuma en daardoor vergroeiingen aan haar handen. Daardoor kan ze zelf geen sigaretten meer draaien. Om te kunnen roken heeft ze hulp nodig. Ze vraagt of jij een paar sigaretten voor haar wil draaien (ga ervan uit dat je dat kan). 

Wat doe je? 
Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

Slide 17 - Tekstslide

4.1
Een andere visie
Een zorgvrager is in de terminale fase en eet en drinkt niet meer. De familie wil dat er een maagsonde wordt ingebracht en dringt daar erg op aan. Als het niet gebeurt zullen ze een klacht indienen. De arts stemt er uiteindelijk mee in. Jij moet de zorgvrager sondevoeding geven. 

Wat doe je? 
Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

Slide 18 - Tekstslide

3.8
Anders denken over seks
Een zorgvrager in de thuiszorg heeft wisselende seksuele contacten met verschillende personen. Jij hebt hier moeite mee vanuit jouw normen en waarden. Je vindt het lastig om deze zorgvrager met respect te behandelen. 

Wat doe je? 
Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

Slide 19 - Tekstslide

2.6
Je collega
Je werkt op een afdeling waar meneer Pietersen woont. Op een ochtend kom je bij hem. Hij is heel blij dat hij jou ziet. Hij zegt: “ Gelukkig dat jij er bent en niet die broeder van gisteren, Mark.” 

Wat doe je? 
Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

Slide 20 - Tekstslide

3.1
Wiet kweken
Je werkt in de thuiszorg en je ontdekt toevallig dat een zorgvrager wiet teelt op zolder. 

Wat doe je? 
Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

Slide 21 - Tekstslide

2.12
Badkamer
Een bewoner met een verstandelijke beperking heeft hulp nodig met wassen. Jij helpt hem daarbij. Als je met de bewoner bezig bent in de badkamer komt je collega binnenlopen om iets te vragen. Dat gebeurt wel vaker. Zeg je daar iets van? En speelt de ernst van de verstandelijke beperking van de bewoner een rol bij je oordeel?

Wat doe je? 
Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

Slide 22 - Tekstslide

2.13
Beantwoord 
  • Op welke manier is de beroepscode van toepassing binnen een onvoorziene of crisissituatie?
  • Geef voorbeelden van een onvoorziene/cirsissituatie en bedenk hoe de beroepscode hierop van toepassing is geweest.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
Wat: Beantwoord de vragen over de beroepscode
Wie: In tweetallen 
Hulpmiddel:  Internet of app Beroepscode
Tijd: 15 minuten

 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1
  1. Door wie is de beroepscode opgesteld.
  2. Waarom hebben deze mensen de beroepscode opgesteld?
  3. Welke functie heeft de beroepscode voor je werk als verzorgende.
  4. Wat heeft de beroepscode te maken met ethiek?
  5. Zijn de verschillende artikelen uit de code waarden of normen? Verklaar je antwoord.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies