Les 3 Ziektebeelden urinewegen

Pathologie urinewegen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Pathologie urinewegen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets Uitscheidingsstelsel 18 dec
Oefentoets open vanaf 11 dec, 1x maken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen vandaag:
Je weet wat de functie van een bladderscan is
Je weet wat de verschijnselen zijn van een nierbekkenontsteking
Je kan uitleggen welke problemen kunnen ontstaan bij een prostaat
Je weet het verschil tussen hemodialyse en buikdialyse

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling van vorige week: Urineweginfecties

De binnenkant van de urinewegen is bekleed met slijmvlies (urotheel), dat bescherming biedt tegen de inwerking van urine. Bij een urineweginfectie is deze slijmlaag ontstoken. 

De symptomen zijn afhankelijk van de plaats van de ontsteking. 

- urinebuisontsteking of urethritis;
- blaasontsteking of cystitis;
- nierbekkenontsteking of pyelonefritis.


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

veel plassen, weinig plassen, vaak 's nachts plassen, moeizaam+ pijn bij plassen

Slide 5 - Open vraag

Nycturie: bij tweemaal of vaker per nacht urineren.
Dysurie: moeizaam en pijnlijk urineren.
Polyurie: meer dan 2000 milliliter (2 liter) per dag
Oligurie: minder dan 400 ml per dag
Pyelonefritis = nierbekkenonsteking
Verschijnselen van een blaasontsteking plus hoge koorts, koude rillingen, misselijkheid en pijn in de lage rug of zij (soms uitstralend naar de geslachtsorganen)

Een acute pyelonefritis ontstaat plotseling. 
Bij een chronische pyelonefritis is er vaak sprake van moeheid en lusteloosheid. 
Risico: nierweefsel beschadigd ->  nierschade . Risico op sepsis (bacterie in bloed)   

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent retentie?
A
overloopblaas
B
onvermogen om blaas volledig of gedeeltelijk te legen
C
niet kunnen poepen
D
blaasontsteking

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bladderscan

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Prostatitis = prostaatontsteking
Acute prostatitis:
  • ontstaat plotseling
  • hoge koorts met koude rillingen
  • hevige aandrang
  • Soms bloed in de urine
  • plassen pijnlijk
  • pijn in de onderrug, het gebied tussen het scrotum (balzak) en de anus
  • pijn tijdens een zaadlozing   

  

Slide 10 - Tekstslide

Komt door bacterien die via de plasbuis in de blaas gaan zitten. Via de blaas gaan ze naar de prostaat . 
Benigne prostaathyperplasie
  • een goedaardige zwelling van de prostaat. 
  • urinebuis gedeeltelijk dichtgedrukt
  • behandeling: alfuzosine, dutasteride of tamsulosine; geven ontspanning van het spierweefsel waardoor urine makkelijk loopt.
  • prostaat operatief verwijderd via de urinebuis = transurethrale resectie van de prostaat (TURP).

Slide 11 - Tekstslide

Het duurt langer voordat de urine komt, de urinestraal neemt in kracht af en soms gaat het plassen zelfs nog maar druppelsgewijs, waardoor het langer duurt. Na het plassen kan al snel weer nieuwe aandrang ontstaan, vaak doordat de blaas niet helemaal geleegd is (urineretentie) door de weerstand van de prostaat. De achtergebleven urine vormt een vruchtbare voedingsbodem voor bacteriën, wat een verhoogd risico geeft op blaasontsteking. Ook meerdere keren per nacht uit bed moeten om te plassen hoort bij de gevolgen van een vergrote prostaat. Tot slot kan zelfs een overloopblaas ontstaan.
Bij welke ontsteking hoort de klacht: Hoge koorts + koude rillingen+ pijn in lage rug
A
blaasontsteking (cystitis)
B
urinebuisontsteking (urethritis)
C
nierbekkenonsteking (pyelitis )
D
prostaatontsteking (prostatitis)

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vleesboom = myoom
Goedaardig gezwel dat ontstaat in de spierwand van de baarmoeder
  • zware, langdurige menstruatie en ongewone maandelijkse bloedingen (menorragie), soms met grote stolsels;
  • tussentijdse bloedingen;
  • een zwaar gevoel of pijn in de onderbuik;
  • pijn tijdens geslachtsgemeenschap (dyspareunie);
  • incontinentie voor urine door druk van het myoom op de blaas;
  • pijn in de benen of in de lage rug;
  • een opgeblazen gevoel en obstipatie;
  • een opgezette buik;
  • bloedarmoede door het overvloedige bloedverlies








Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierstenen
Te hoge concentratie zouten en afvalstoffen in nieren en urinewegen -> zouten uitkristalliseren en samenklonteren 

Oorzaak: uitdroging door te weinig drinken, veel zweten, diarree, of doordat de urine veel urinezuur, zout, calcium of oxalaat bevat.
Klachten: koliekpijn, misselijkheid, braken en hevig zweten, stuwing van urine.

Behandeling: Pijnstillers en spierverslappers -> steen uitplassen ; niersteenvergruizer; endoscopisch verwijderen; operatief
Een zoutarm of calciumarm dieet,  veel drinken kunnen nierstenen helpen voorkomen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierschade
Oorzaak bij acute nierschade
  • vóór de nier (prerenaal): verminderde doorbloeding van nier
  • in de nier (renaal): ontsteking nierfilters of in nierweefsel
  • achter de nier (postrenaal): niersteen

Chronische nierschade
  • hypertensie ( door schade aan de wanden van de bloedvaten) 
  • diabetes (glucose beschadigt de nierfilters) 
  • aangeboren afwijkingen ( aan bv nieren of urinewegen)




Slide 15 - Tekstslide

prerenaal; bloedverlies of hartinfarct of onsteking waardoor verminderde doorbloeding.


Behandeling nierschade
Een eiwit- en zoutbeperkt dieet om de ophoping van afvalstoffen tegen te gaan. 

Ureum is een giftig afvalproduct van de eiwitstofwisseling; als je minder eiwit eet, produceer je minder ureum;

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nierinsufficientie: slechte nierfunctie (onder 15%)
Nierdialyse: allerlei afvalstoffen zoals het ureum op kunstmatige wijze uit het lichaam te verwijderen. 

Hemodialyse: bloed wordt buiten je lichaam gefilterd van afvalstoffen met een machine. Het schoonwassen van het bloed tijdens dialyse duurt ongeveer vier uur en dient driemaal per week plaats te vinden.

Peritoneaal dialyse: spoelvloeistof in je buikholte laten lopen die afvalstoffen aan bloed onttrekt. Dagelijks.

Dialyse vervangt de hormonale functies van de nieren niet. De regulering van de bloeddruk, de aanmaak van rode bloedlichaampjes en de hoeveelheid kalk in de botten blijven een probleem voor de patiënt.

Niertransplantatie: Om afstoting te voorkomen, is het nodig om de bloedgroep en de weefselkenmerken op zo veel mogelijk overeenkomsten te testen

Slide 17 - Tekstslide

Door een atherosclerotische vernauwing van de nierslagaders in combinatie met hypertensie gaat de nierfunctie achteruit. De hypertensie is het gevolg van het vrijkomen van het hormoon renine. Renine wordt afgescheiden bij een verminderde doorbloeding van de nier. Het zorgt op zijn beurt voor het vrijkomen van het hormoon angiotensine II, waardoor de bloedvaten zich vernauwen en de bloeddruk stijgt.
Door de afscheiding van renine gaan de bijnieren meer van het hormoon aldosteron aanmaken. Hierdoor houdt het lichaam meer natrium vast, wat ervoor zorgt dat de nieren minder water uitscheiden. De hoeveelheid vocht in de bloedbaan neemt toe, met hypertensie als gevolg. Wanneer de nieren door de gestoorde doorbloeding niet goed meer kunnen functioneren, ontstaat nierschade. De nieren verwijderen normaal gesproken overtollige en giftige stoffen (onder andere ureum) uit het bloed. Bij slecht functioneren van de nieren gaan deze stoffen zich ophopen. Zonder tijdig ingrijpen kan de patiënt erdoor vergiftigd worden, in een uremisch coma raken en uiteindelijk overlijden. Bij een volledige afsluiting van de nierslagader sterft de nier af (nierinfarct).
Wat is een vroeg verschijnsel van nierschade?
A
veel plassen
B
koorts
C
eiwit in urine
D
heftige blaasontstekingen

Slide 18 - Quizvraag

Een vroeg verschijnsel van nierschade is eiwit in de urine. Later komen daar misselijkheid en verminderde eetlust bij door de ophoping van afvalstoffen in het lichaam. 

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies