Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Modalverben
Welke werkwoorden zijn Modalverben?
A
machen, wohnen, lernen
B
trainieren, fotografieren telefonieren
C
müssen, können, wissen
D
gehen, stehen, geben
1 / 18
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welke werkwoorden zijn Modalverben?
A
machen, wohnen, lernen
B
trainieren, fotografieren telefonieren
C
müssen, können, wissen
D
gehen, stehen, geben
Slide 1 - Quizvraag
#De ich-vorm en de er/sie/es-vorm van modalverben zijn gelijk
* De ich-vorm en de wir-vorm van de modalverben zijn gelijk
A
# is juist en * is juist
B
# is niet juist en * is niet juist
C
# is niet juist en * is juist
D
# is juist en * is niet juist
Slide 2 - Quizvraag
Wat is het kenmerk van Modalverben?
A
de klinker in de stam bij enkelvoud verandert...
B
de klinker blijft in de stam altijd hetzelfde...
C
alleen du heeft een uitgang (-st)
D
meervoud is zoals bij regelm. werkwoorden...
Slide 3 - Quizvraag
Welke persoonlijke voornaamwoorden krijgen géén uitgang bij Modalverben?
A
Wir und Sie
B
Ihr und Er/sie/es
C
Ich und Wir
D
Ich und Er/sie/es
Slide 4 - Quizvraag
Die Modalverben im Präsens
Slide 5 - Tekstslide
(weten) Auch der Lehrer ... die Antwort nicht.
Slide 6 - Open vraag
(willen) Wer ... uns mal helfen?
Slide 7 - Open vraag
(moeten) Die Kinder ... jetzt gehen, sonst kommen sie zu spät.
Slide 8 - Open vraag
(mogen) Du ... die Lehrerin nicht, oder?
Slide 9 - Open vraag
(mogen) Wir ... wieder ins Schwimmbad gehen!
Slide 10 - Open vraag
Modalverben im Präteritum
ich
du
er
wir
ihr
sie
können
dürfen
mögen
müssen
sollen
wollen
wissen
konnte
durfte
mochte
musste
sollte
wollte
wusste
konntest
durftest
mochtest
musstest
solltest
wolltest
wusstest
konnte
durfte
mochte
musste
sollte
wollte
wusste
konnten
durften
mochten
mussten
sollten
wollten
wussten
konntet
durftet
mochtet
musstet
solltet
wolltet
wusstet
konnten
durften
mochten
mussten
sollten
wollten
wussten
Slide 11 - Tekstslide
(kunnen) ... ihr die Modalverben bilden?
Slide 12 - Open vraag
(weten) Auch der Lehrer ... die Antwort nicht.
Slide 13 - Open vraag
(moeten) Die Kinder ... gehen, sonst kamen sie zu spät.
Slide 14 - Open vraag
(mogen) Du ... die Lehrerin nicht, oder?
Slide 15 - Open vraag
(mogen) Gestern ... wir wieder ins Schwimmbad gehen!
Slide 16 - Open vraag
(moeten) Er ... sich am Schalter melden.
Slide 17 - Open vraag
Modalverben im Perfekt
können: ich habe
gekonnt
dürfen: du hast
gedurft
mögen: er hat
gemocht
müssen: wir haben
gemusst
sollen: ihr habt
gesollt
wollen: sie haben
gewollt
wissen: Sie haben
gewusst
Slide 18 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
H42 5. Juni
Juni 2020
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Anne Frank, das Hinterhaus
September 2022
- Les met
13 slides
door
Anne Frank Stichting
History
Secondary Education
Primary Education
Age 11-13
Anne Frank House
Modalverben toets alle Modalverben
Mei 2022
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Grammatica Kap. 5 Na Klar
Juni 2020
- Les met
50 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Grammatik - Modalverben
Januari 2022
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Grammatik - Modalverben
April 2021
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo
Leerjaar 4
Grammatik - Modalverben
15 dagen geleden
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
VW5 Woche 10
Maart 2023
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5