In de 9e en 10e eeuw werd Europa
minder veilig door invallen van Vikingen
Vikingen waren Germanen uit Scandinavië die met hun boten langs de Europese kusten en rivieren kerken en stadjes aanvielen
De koningen na Karel hadden ook minder macht en de leenmannen en achterleenmannen voerden steeds vaker onderling oorlog met elkaar, waardoor het land minder veilig werd
Door de groeiende onveiligheid gingen edelen kastelen bouwen om zichzelf en hun volk te beschermen
De eerste kastelen waren van hout en later van steen
Edelen namen voetsoldaten en ridders (militairen te paard) in dienst om te zorgen voor orde en veiligheid in hun gebied