Warmte 3

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is nodig voor een goede verbranding?
A
Brandstof, koolstof en zuurstof
B
Hitte, zuurstof en CO2
C
Brandstof, zuurstof en hitte
D
Zuurstof, brandstof en CO2

Slide 2 - Quizvraag

Bij een schone vlam heb je geen roet?
A
Niet waar
B
Waar

Slide 3 - Quizvraag

Als een brandstof een keer brandt, is er geen zuurstof meer nodig.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 4 - Quizvraag

In Hoofdstuk 4 over warmte is een CV - ketel een ketel voor... ?
A
de centrale verwarming
B
de gas voorziening
C
de watervoorziening
D
de elektriciteit voorziening

Slide 5 - Quizvraag

Welk antwoord hoort hieronder niet thuis?
A
Kelvin (K)
B
Celcius (C)
C
Fahrenheit (F)
D
Massa (m)

Slide 6 - Quizvraag

Is de zon een warmtebron?
A
Niet waar
B
Wel waar

Slide 7 - Quizvraag

Is verbranden wel of niet een chemische reactie?
A
Wel, omdat er alleen maar chemische veranderingen zijn
B
Niet, omdat geen enkele verandering chemisch is
C
Niet, want verbranden is niet chemisch
D
Wel, door verbranden krijg je andere stoffen

Slide 8 - Quizvraag

Tekening hiernaast is?
A
Juist
B
Niet juist

Slide 9 - Quizvraag

Welk apparaat hoort hier niet thuis?
A
Broodrooster
B
Mobiele telefoon
C
Waterkoker
D
Dompelaar

Slide 10 - Quizvraag

Welk apparaat is hiernaast weergegeven?
A
CV
B
Radiator
C
Destilleer apparaat
D
Dompelaar

Slide 11 - Quizvraag

Waardoor ontstaat de warmte in de CV-ketel?
A
Door verbranden van aardgas
B
Door elektrische stroom
C
Door zonne-warmte
D
Door de radiatoren

Slide 12 - Quizvraag


A
Foto is een elektrische kachel
B
Foto is een radiator
C
Foto is een ventilator
D
Foto is een kunstwerk

Slide 13 - Quizvraag

Warme lucht ..?
A
Stijgt op
B
Daalt
C
Zwaarder dan koude lucht
D
Krimpt

Slide 14 - Quizvraag

Koolstof-mono-oxide is..?
A
Niet giftig
B
Geurloos
C
Geel van kleur
D
Erg warm

Slide 15 - Quizvraag

Welke vlam is het koelste?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quizvraag

Wat bedoelen we met warmtetransport?
A
Warmte die stilstaat
B
Warmte die zich verplaatst
C
Transport van radiatoren
D
Afkoeling

Slide 17 - Quizvraag

Welke vlam laat een volledige verbranding zien?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quizvraag

Water gaat stromen als deze verwarmt wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

In dit plaatje laat volgende zien?
A
Luchtstroming
B
Luchtstraling
C
Luchttemperatuur
D
Luchtgeleiding

Slide 20 - Quizvraag

Andere naam voor warmtestraling is?
A
UV-straling
B
Rode-straling
C
Groene straling
D
Infrarode-straling

Slide 21 - Quizvraag

De Zon brengt warmte naar de aarde door..?
A
Geleiding
B
Straling
C
Stroming

Slide 22 - Quizvraag

Zonne panelen zijn zwart omdat?
A
Zwart warmte weerkaatst
B
Zwart warmte absorbeert
C
Mooi is
D
Zwart goed koelt

Slide 23 - Quizvraag

Een zonnecollector zet zonlicht om in.?
A
Elektriciteit
B
Licht
C
Warmte
D
Straling

Slide 24 - Quizvraag

Zonne energie is.?
A
Grijze energie
B
Groene energie
C
Blauwe energie
D
Zwarte energie

Slide 25 - Quizvraag

Wat gebeurt er als je water gaat verwarmen?
A
Temperatuur daalt
B
Temperatuur blijft hetzelfde
C
Temperatuur stijgt
D
Temperatuur heeft niets met verwarmen te maken

Slide 26 - Quizvraag

Bij een verbranding vindt de volgende energieomzetting plaats.
A
warmte energie --> chemische energie
B
elektrische energie --> warmte energie
C
chemische energie --> warmte energie
D
warmte energie --> elektrische energie

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Welke stoffen worden in Nederland vooral gebruikt om in een centrale elektriciteit op te wekken?
A
Hout
B
Afval
C
Gas en kolen
D
Turf en hout

Slide 29 - Quizvraag

Witte kleding ... ?
A
Absorbeert de warmte
B
Weerkaatst de warmte
C
Neemt de warmte op
D
Kan de warmte niet kwijt

Slide 30 - Quizvraag

Hoe beschermen mensen zich tegen hitte?
De witte kleur van kleding voorkomt dat de kleding de warmte van de zon opneemt. De witte kleur weerkaatst het zonlicht weer terug.
Vele lagen zorgen voor een stilstaande luchtstroom tussen de kleding. Het isoleert goed. Overdag tegen de warmte, in de nacht tegen de kou.

In de zomer trekken we dunnere kleren aan, en als het erg warm is dan gaan we zweten. Dit zweet verdampt en koelen we af.

Slide 31 - Tekstslide