H6.1 Geluid horen en maken deel 2

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel geluidstrillingen
tel je hier?
A
2
B
3

Slide 3 - Quizvraag

Wat moet een geluidsbron kunnen om geluid te maken?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

In deze vraag moet je de afstand
berekenen.
Wat is hiervoor de formule?
A
s=vt
B
s=tvgeluid
C
vgeluid=ts
D
vgeluid=st

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Geluid snelheid
Opgave 11
Op veel schepen wordt sonar gebruikt om de
diepte van de zee te meten. Een geluidsbron zendt
onder water geluidspulsen uit. De pulsen kaatsen
terug tegen de zeebodem en worden daarna weer
door een ontvanger opgevangen. 

 Het sonarsysteem meet die tijd en berekent
daaruit automatisch hoe diep de zee is.

Slide 19 - Tekstslide

In deze opgave wordt er niet gebruikt
gemaakt van de geluidssnelheid 340 m/s.
Waarom niet?

Slide 20 - Open vraag

De geluidssnelheid in water is 1500 m/s.

Slide 21 - Open vraag

De afstand die het geluid af heeft gelegd
is dus 300 m.

Hoe diep is de zee daar dan?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide