3.4 Breuken deel 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, mavo
• Leerjaar 1

+

-

x

:

som

verschil

product

quotiënt

Breuken bestaan uit...

1. Boven en onder
2. Teller en noemer
3. Naam en achternaam
4. Vier cijfers

Hoe noemen we het bovenste getal van de breuk?

1. Noemer
2. Teller

Hoe noemen we het onderste getal van een breuk?

1. Noemer
2. Teller

Doel van deze les:

Je leert hoe je breuken moeten vereenvoudigen

Breuken vereenvoudigen

Breuken vereenvoudigen

Wat zijn de delers van 36

1. 2, 4, 6, 9, 18
2. 4, 6, 9
3. 1, 2, 4, 6, 9, 18, 36
4. geen

Wat zijn de delers van 7

1. 1, 7
2. 1
3. 7
4. geen

Vereenvoudig de volgende 4 breuken en sleep ze naar het juiste antwoord.

3/12

6/36

7/70

12/24

1/4

1/2

1/6

1/10

Breuken vereenvoudigen
6/8 = ...

1. 1/4
2. 3/4
3. 1/2
4. 2/2

Breuken vereenvoudigen
18/36

1. 18/36
2. 9/18
3. 3/6
4. 1/2

Breuken vereenvoudigen

21/36=

1. 7/12
2. 11.5/18
3. 3/5
4. 2/3

Einde uitleg...

En ga actief aan de slag met...

Ga naar lesmateriaal en maak 

3.4 Breuken (vanaf opdracht 37)

Huiswerk voor de volgende les!!!