Casus klinische redeneren
Vandaag komt Sanne bij familie Klomps voor de dagelijkse zorg voor dhr. Klomps.
Sanne ziet dat mevrouw Klomps zich niet lekker voelt en vraagt dit na. Mevrouw Klomps geeft aan moe te zijn; haar echtgenoot is ’s nachts onrustig en daarom moet ze er een paar keer uit. Als ze eruit is, gaat ze ook plassen.
Wanneer Sanne dhr. Klomps geholpen heeft met het douchen en aankleden, ruimt mevrouw Klomps het vuile goed op en loopt met de was naar beneden en stopt het in de wasmachine. Als mevrouw Klomps terug komt, merkt Sanne dat ze buitenadem is, iets wat ze een paar weken geleden niet was. Wanneer Sanne hierna vraagt geeft mevrouw Klomps aan dat ze hier al een paar weken last van heeft. Mevrouw Klomps wimpelt het gesprek af en gaat weer naar haar man toe met een kopje koffie en koekje.
Sanne gaat naar kantoor, maar houdt toch een raar gevoel aan het gesprek over.
Wanneer Sanne de volgende dag weer bij dhr en mw Klomps komt voor de zorg van Dhr Klomps, merkt Sanne dat mw Klomps nog in bed ligt. Normaal gesproken zit mw Klomps al in de woonkamer met een kopje koffie op Sanne te wachten. Sanne besluit bij mevrouw Klomps te kijken.
Mw. vertelt dat zij pijn heeft tussen de schouderbladen en zich niet lekker voelt. Je hoort haar duidelijk en snel ademhalen. Ademhalingsfrequentie 28, pols 120/min, temp 38,1 graden, tensie onbekend. Mw Klomps is bij bewustzijn, maar je ziet aan haar gezicht dat ze zij zich niet lekker voelt.