Blok 5 week 1 les 1 level 8
Langermaakwoord
( lopend)
( lopend)
1 / 12
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Langermaakwoord
( lopend)
( lopend)
Slide 1 - Woordweb
Langermaakwoord
(Engerd)
(Engerd)
Slide 2 - Woordweb
horloge
A
Klankgroepenwoord- Klankgroepenwoord-achtervoegsel
B
Eer/eur/oor- Klankgroepenwoord-garagewoord
C
Klankgroepenwoord-Klankgroepenwoord-garagewoord
D
Eer/eur/oor- Klankgroepenwoord- achtervoegsel
Slide 3 - Quizvraag
literair
A
Kilowoord-Klankgroepenwoord-militairwoord
B
Kilowoord-militairwoord
C
Klankgroepenwoord- Militairwoord-
D
Latijnsvoorvoegsel-militairwoord
Slide 4 - Quizvraag
essentiële
A
Klankgroepenwoord-centwoord-tremawoord
B
Klankgroepenwoord-Klankgroepenwoord-eel woord
C
Klankgroepenwoord-Klankgroepenwoord-tremawoord
D
Latijnsvoorvoegsel-Klankgroepenwoord- tremawoord
Slide 5 - Quizvraag
Hij houdt de dief tegen.
(Gebiedende wijs is?)
(Gebiedende wijs is?)
Slide 6 - Open vraag
Hij redt de zeehond.
( gebiedende wijs?)
( gebiedende wijs?)
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Open vraag
Ze hebben de ski’s…. (waxen)
A
gewaxd
B
gewaxt
C
gewaxdt
D
gewaxen
