1 HA 3.2 temperatuurverschillen op aarde

3.2 Wereld: Temperatuurverschillen op aarde
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

3.2 Wereld: Temperatuurverschillen op aarde

Slide 1 - Tekstslide

Wat is weer?

Slide 2 - Open vraag

Wat is klimaat?

Slide 3 - Open vraag

Welke klimaten ken je?

Slide 4 - Open vraag

Hoge breedte is...


A
de ligging van een plaats dichtbij de evenaar (meer dan 60°).
B
de ligging van een plaats ver van de evenaar (meer dan 40°).
C
de ligging van een plaats ver van de evenaar (meer dan 60°).
D
de ligging van een plaats ver van de evenaar (meer dan 90°).

Slide 5 - Quizvraag


Lage breedte is .....
A
dichtbij de evenaar
B
ten noorden van de evenaar
C
ver van de evenaar
D
ten zuiden van de evenaar

Slide 6 - Quizvraag

Op lage breedte heb je seizoenen zoals bij ons.
A
Juist
B
Onjuist
C
Soms

Slide 7 - Quizvraag

Atmosfeer
De temperatuur op aarde is niet te heet en niet te koud. Dit danken wij aan de atmosfeer.

  • Zonder atmosfeer zou de temperatuur ‘s nachts steenkoud worden.
  • De atmosfeer wordt  indirect verwarmd door de zon.
  • Hoe hoger in de atmosfeer, des te lager de temperatuur

Slide 8 - Tekstslide

Hoe hoger in de atmosfeer, des te lager de temperatuur

Temperatuur neemt gemiddeld af met 6 graden per kilometer


Slide 9 - Tekstslide

Temperatuur
Iedere dag meten meteorologen de gemiddelde dagtemperatuur met behulp van de:
  • maximumtemperatuur
  • minimumtemperatuur

Met behulp van de gemiddelde dagtemperatuur kun je het klimaat beschrijven.


Slide 10 - Tekstslide

Met hoeveel graden neemt de temperatuur af als je 2500m klimt?
A
12
B
6
C
13
D
15

Slide 11 - Quizvraag

Met hoeveel graden neemt de temperatuur af per 100 meter stijging?
A
0,6 graden
B
0,9 graden
C
1,5 graden
D
0,2 graden

Slide 12 - Quizvraag

Temperatuur
Wanneer je een klimaatgrafiek ziet, gaat het altijd over de gemiddelde temperatuur van een hele dag, dus het gemiddelde van de minimum- en maximumtemperatuur.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Invalshoek van de zon
Omdat de aarde een bol is, is de invalshoek van de zon overal op aarde anders.

Slide 15 - Tekstslide

Invalshoek van de zon
De stand van de zon verschilt met de breedteligging. 
  • Op hoge breedte moeten de zonnestralen een groter oppervlak verwarmen en leggen ze een grotere afstand af door de atmosfeer. 
  • Gebieden bij de evenaar krijgen wel drie keer zoveel zonne-energie als bij de polen.

Slide 16 - Tekstslide

Breedteligging
Nederland ligt op 52o NB:
  • Zonnestralen vallen schuin op aardoppervlak

Evenaar ligt op 0o NB/ZB:
  • Zonnestralen vallen recht op aardoppervlak
  • 3x zoveel zonne-energie als de polen

Slide 17 - Tekstslide

Breedteligging
Op hoge breedte is het kouder dan op lagere breedte:
  • Zon straalt schuin in, verwarmt groter oppervlak
  • Zonnestralen leggen langere weg door de atmosfeer af

Slide 18 - Tekstslide

  • Keine schaduw
  • Hoge zonnestand
  • Hoge temperaturen op hoge breedte

  • Groot oppervlak wordt verwarmd
  • Kleine invalshoek
  • Lage temperaturen op lage breedte

Slide 19 - Tekstslide

Op hoge breedte is het kouder ...
A
doordat de zonnestralen onder een grotere hoek invallen
B
het kouder omdat met omdat met elke 1000 m stijging de temperatuur met 6 graden afneemt
C
omdat daar de lucht ijler is
D
het kouder doordat de zonnestralen onder een kleinere hoek invallen

Slide 20 - Quizvraag

Op lage breedte is een
A
Hoge zonnestand
B
Lage zonnestand

Slide 21 - Quizvraag

Wat heb je geleerd en wat snap je nog niet helemaal.

Slide 22 - Open vraag