Oefeningen snelheid berekenen

bewegingen
gemaakt t/m vraag 34
herhalen snelheid en bewegingen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

bewegingen
gemaakt t/m vraag 34
herhalen snelheid en bewegingen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

pak pen en papier

Slide 4 - Tekstslide

Geerten steekt een 15 m brede weg over en doet hier 11 s over. Bereken de gemiddelde snelheid waarmee hij oversteekt.

Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:

Antwoord:
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

uitgewerkt antwoord

Slide 6 - Open vraag

Gegeven: s = 15 m     t = 11 s
Gevraagd: v 
Formule: v = s/t
Berekening: v = 15/11
Antwoord: v = 1,36 m/s

Slide 7 - Tekstslide

Een fietser rijdt in 480 s van huis naar school. Zijn gemiddelde snelheid is 2,2 m/s. Bereken de afstand tussen huis en school.

Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:

Antwoord:

Slide 8 - Tekstslide

uitgewerkt antwoord

Slide 9 - Open vraag

Gegeven: t = 480 s v = 2,2 m/s
Gevraagd: s
Formule: s=v*t
Berekening: s = 2,2 * 480
Antwoord: s = 1056 m 

Slide 10 - Tekstslide

Thomas zwemt van de ene hoek van het zwembad naar de andere hoek. Beide hoeken liggen 29 m van elkaar. Thomas zwemt gemiddeld met 0,83 m/s. Bereken hoelang Thomas hierover doet.

Gegeven:
Gevraagd:
Formule:
Berekening:

Antwoord:

Slide 11 - Tekstslide

uitgewerkt antwoord

Slide 12 - Open vraag

Gegeven: s = 29 m v = 0,83 m/s
Gevraagd: t
Formule: t=s/v
Berekening: t = 29 / 0,83 
Antwoord: t = 34,9 s

Slide 13 - Tekstslide

Gemiddelde snelheid berekenen
v = snelheid (km/h of m/s)
s =  afstand (km of m)
t = tijd (h of s)

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de formule om gemiddelde snelheid te berekenen
A
snelheid = afstand : tijd
B
snelheid = tijd : afstand
C
tijd = snelheid x afstand

Slide 15 - Quizvraag

Henk fietst 40 kilometer in 2,5 uur. Wat was zijn gemiddelde snelheid?
A
16 km/h
B
20 km/h
C
18 km/h
D
14 km/h

Slide 16 - Quizvraag

Een schaatser sprint de 500 meter in 35 seconden. Was is zijn gemiddelde snelheid in km/h ongeveer?
A
14 km/h
B
51 km/h
C
35 km/h
D
26 km/h

Slide 17 - Quizvraag

Je woont 3 km van school, je fietst er 10 minuten over. Wat is je gemiddelde snelheid in km/u ?
A
30 km/u
B
18 km/u
C
Geen idee
D
Ander antwoord

Slide 18 - Quizvraag

Anita staat voor een verkeerslicht en geeft gas als het licht op groen springt. Wat voor soort beweging is dit?
A
Eenparige beweging
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 19 - Quizvraag

Versnelde beweging

Slide 20 - Tekstslide

Eenparige beweging

Slide 21 - Tekstslide

snelheid

Slide 22 - Woordweb

Vertraagde beweging

Slide 23 - Tekstslide

Anita staat voor een verkeerslicht en geeft gas als het licht op groen springt. Wat voor soort beweging is dit?
A
Eenparige beweging
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging

Slide 24 - Quizvraag

Wat voor beweging is te zien in de afbeelding?
A
Versnelde beweging
B
Eenparige beweging
C
Vertraagde beweging
D
Geen beweging

Slide 25 - Quizvraag

Wat doet de fietser?
A
Staat stil
B
Beweegt eenparig
C
Beweegt versneld
D
Beweegt vertraagd

Slide 26 - Quizvraag

Wat doet de fietser?
A
Staat stil
B
Beweegt eenparig
C
Beweegt versneld
D
Beweegt vertraagd

Slide 27 - Quizvraag

Wat doet de fietser?
A
Staat stil
B
Beweegt eenparig
C
Beweegt versneld
D
Beweegt vertraagd

Slide 28 - Quizvraag

Wat doet de fietser?
A
Staat stil
B
Beweegt eenparig
C
Beweegt versneld
D
Beweegt vertraagd

Slide 29 - Quizvraag

Wat doet de fietser?
A
Staat stil
B
Beweegt eenparig
C
Beweegt versneld
D
Beweegt vertraagd

Slide 30 - Quizvraag

welke soort bewegingen ken je?

Slide 31 - Open vraag