BS8: DNA onderzoek

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Deze les

Uitleg B8: DNA onderzoek

Het eencellige diertje in de afbeelding is:

1. levend
2. dood
3. levenloos

Hoe beweegt een amoebe zich voort?

1. met trilhaarcellen
2. met hele kleine pootjes
3. met schijnvoetjes

Welk(e) van de volgende onderdelen heeft een pantoffeldiertje NIET?

1. Celkern
2. Celwand
3. Bladgroenkorrels
4. Celmembraan

chromosomen

1. lange dunne draden in de celkern
2. stof die informatie bevat voor erfelijke eigenschappen
3. Bevatten eigenschappen
4. Cellen die enkelvoudig zijn

Een mens heeft .. chromosomen

1. 44
2. 46
3. 48
4. 50

Welk(e) van de volgende onderdelen heeft een pantoffeldiertje NIET?

1. Celkern
2. Celwand
3. Bladgroenkorrels
4. Celmembraan

Welk(e) van de volgende onderdelen heeft een pantoffeldiertje NIET?

1. Celkern
2. Celwand
3. Bladgroenkorrels
4. Celmembraan

Van wie heb je je chromosomen gekregen

1. 46 van je moeder
2. 23 van je moeder
3. 23 van je vader
4. 23 van je moeder en 23 van je vader

Welk(e) van de volgende onderdelen heeft een pantoffeldiertje NIET?

1. Celkern
2. Celwand
3. Bladgroenkorrels
4. Celmembraan

Welk(e) van de volgende onderdelen heeft een pantoffeldiertje NIET?

1. Celkern
2. Celwand
3. Bladgroenkorrels
4. Celmembraan

Welk(e) van de volgende onderdelen heeft een pantoffeldiertje NIET?

1. Celkern
2. Celwand
3. Bladgroenkorrels
4. Celmembraan

Welk(e) van de volgende onderdelen heeft een pantoffeldiertje NIET?

1. Celkern
2. Celwand
3. Bladgroenkorrels
4. Celmembraan

B8: DNA-onderzoek

Je kunt uitleggen dat door DNA-onderzoek verwantschap kan worden aangetoond!

Iedereen is anders

Verschillend DNA

Iedereen is verschillend omdat ieder persoon een unieke combinatie van DNA heeft.

Alleen eeneiige tweelingen hebben hetzelde DNA als hun broer of zus. 

DNA profiel maken

DNAprofiel = tekening of een tabel van het DNA van iemand. 

1. Isoleren: het DNA wordt uit de cellen gehaald.

2. In stukjes knippen: 

Repeterend DNA kan met bepaalde stoffen uit het DNA worden geknipt. 

DNA profiel maken

3. Vermeerderen: er worden heel veel kopieën gemaakt van de geknipte stukjes DNA.

4. Meten: een machine sorteert de stukjes op lengte. Deze bandjes kunnen worden vergeleken.

DNA verwantschapsonderzoek

Noem 1 reden waarom DNA-onderzoek nuttig kan zijn.

Als een laborant DNA-onderzoek doet, op welk niveau werkt hij dan?

1. Organellen
2. Moleculen
3. Cellen
4. Organen

Waar bevindt zich dit DNA in een cel?

1. In de celkern
2. In het cytoplasma (=celplasma)

Welke erfelijke informatie (DNA) hebben de nieuwe dochtercellen?

1. De helft van de moedercel
2. Geheel nieuw DNA anders dan de moedercel
3. Precies hetzelfde DNA als de moedercel

Hoe gespierd je bent, is vastgelegd in je DNA.

1. juist
2. onjuist

DNA bevat de informatie voor erfelijke eigenschappen.

1. juist
2. onjuist

Kan een verandering in het DNA gevolgen hebben voor de cel?

1. ja
2. nee

DNA bestaat uit chromosomen

1. juist
2. onjuist

Uit welke basen bestaat DNA

1. C,G,T,O
2. A,G,T,U
3. A,C,G, T
4. T,G,U,O

Wat doen we bij Isoleren van DNA?

Huiswerk

Voor de volgende les:

Opdracht 1 t/m 3 van 2.8

Repetitie thema 2:

week na de kerstvakantie