neutraal geformuleerd: geen mening van de schrijver
plaatsnaam wordt vermeld
onder de kop-> naam persbureau of 'door onze correspondent'
Slide 6 - Tekstslide
Tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
Slide 7 - Tekstslide
Een nieuwsbericht is:
A
Objectief (onpartijdig)
B
Subjectief (mening geeft zijn schrijver)
Slide 8 - Quizvraag
"De aarde warmt helemaal niet op. Er valt nog steeds ontzettend veel sneeuw en ik heb het het hele voorjaar koud gehad."
A
Objectief argument
B
Subjectief argument
Slide 9 - Quizvraag
"Je moet nooit zonder wapen slapen. Volgens onderzoek van Justitie slaapt al 44% van de slachtoffers van inbraken met een wapen onder het bed."
A
Objectief
B
Subjectief
Slide 10 - Quizvraag
Als een schrijver maar één keer zijn eigen mening geeft, blijft de tekst objectief.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Kritisch lezen
Niet alle informatie is betrouwbaar. Stel jezelf vragen als:
Is de bron betrouwbaar?
Is de schrijver deskundig t.a.v. het onderwerp?
Wat is het doel van de tekst/website?
Is de informatie actueel (genoeg)?
Hoe is het taalgebruik? Veel spellingsfouten?
Slide 12 - Tekstslide
Hoe herken je het leespubliek van een tekst?
Kijk naar:
de bron
het onderwerp
het taalgebruik
de aanspreekvorm (u of jij)
de afbeeldingen
Slide 13 - Tekstslide
Voor welk leespubliek is de tekst geschreven?
A
ouders
B
studenten
C
kinderen/jongeren
Slide 14 - Quizvraag
Zijn de volgende doelen behaald? Aan het eind van de les weet/kun je: - wat een nieuwsbericht is - tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm herkennen - een tekst kritisch lezen - het leespubliek van een tekst herkennen