Herhaling G2A_Spelling - leenwoorden en Engelse werkwoorden

Leenwoorden
Woorden die uit andere talen in het Nederlands zijn terechtgekomen, heten leenwoorden. Je hebt ze op allerlei gebieden, zoals sport (penalty), eten (restaurant), kleding (hoody), uiterlijk (rouge), verkeer (ambulance) en computers (saven). 

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leenwoorden
Woorden die uit andere talen in het Nederlands zijn terechtgekomen, heten leenwoorden. Je hebt ze op allerlei gebieden, zoals sport (penalty), eten (restaurant), kleding (hoody), uiterlijk (rouge), verkeer (ambulance) en computers (saven). 

Slide 1 - Tekstslide

Zo spel je Engelse leenwoorden
  • Een samenstelling van Engelse woorden schrijf je in het Nederlands als één woord: voicemail, latenightshow, lookalike, parttimer
  • Als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken: time-out, all-in, sit-up
  • Als de combinatie wordt gezien als een woordgroep, schrijf je de delen los: low budget, second opinion, full speed, total loss.
Andersom kan ook -> 

Slide 2 - Tekstslide

De spelling van Engelse werkwoorden (p. 66)

Slide 3 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden.

Let op:

- We 'vernederlandsen' de Engelse werkwoorden, behalve als je daardoor een verkeerde uitspraak krijgt. Bijvoorbeeld paintball

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zit dat?
Bij het werkwoord saven eindigt de stam op een -e
-> save (spreek uit: seev)
De v van save zit niet in het 'T KoFSCHiP X  
Daarom krijg je in de verleden tijd -de of - den

Ik save                           Ik savede                    Ik heb gesaved
Hij savet                       Wij saveden

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Engelse werkwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Startopdracht maken met elkaar.


timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Startopdracht 

1. De foto’s en berichtjes van mijn vrienden pvtt - like ik altijd meteen. 
2. Vroeger pvvt - brunchten we met Pasen altijd bij restaurant De Koperen Hoogte. 
3. Heb je de bestanden van ons onderzoek per ongeluk vd - gedeletet? 
4. Toen opa en oma nog zelfstandig woonden, pvvt - bridgeden/bridgeten ze elke zaterdag. 
5. Ik heb mijn computer vd - geüpgraded naar Windows 10. 
6. Volgens de krant heeft die wielrenner in zijn jonge jaren vd - ge-atb’d. 

Slide 9 - Tekstslide

Vervoegen van Engelse werkwoorden
  • Engelse w.w. vervoeg je als Nederlandse zwakke w.w.
  • Stam: -en van het w.w. afhalen, soms laat je de -e staan.
e-mailen - e-mail, relaxen-relax, racen-race, timen-time
  • In de tegenwoordige tijd e.v. stam of stam+t of stam +en
  • Bij de verleden tijd en voltooid deelwoord: 't (e)x-fokschaap
mixen - ik mix , hij mixt , ik mixte , ik heb gemixt
gamen - ik game , hij gamet , ik gamede , ik heb gegamed

Slide 10 - Tekstslide

Hij.....(deleten, vt) alles
A
deleete
B
deletetet
C
deleetet
D
deletete

Slide 11 - Quizvraag

Ik hoorde dat jullie heel goed.......... (bridgen, vt)
A
bridgeden
B
bridgeten
C
bridgden
D
bridgten

Slide 12 - Quizvraag

Het ............(downloaden, vd) bestand bevat een virus.
A
gedownloade
B
gedownloadde
C
gedownloate
D
gedownloatte

Slide 13 - Quizvraag

De snelste tijd werd al snel.......... (timen, vd).
A
getimet
B
getimd
C
getimed
D
getimt

Slide 14 - Quizvraag

Zij ......... (breakdancen, tt) al heel erg goed.
A
breakdanct
B
breakdancet
C
breakdancdt
D
breakdanced

Slide 15 - Quizvraag

Hij ...... (passen, vd) erg goed, waardoor er gescoord kon worden.
A
paste
B
passte
C
pasete
D
passete

Slide 16 - Quizvraag

Kort dictee
1. Zorg ervoor dat je de bestanden (saven)!
2. Tim heeft namelijk alle bestanden (deleten)...
3. Zij (highfiven) altijd als ze me ziet.
4. (Daten) jij gisteren serieus met mijn broer??
5. Nee, ik heb met je neef (daten).
6. (Baseballen) je zus of (volleyballen) ze?
8. In de vakantie hebben we heerlijk (relaxen).

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden dictee
1. Zorg ervoor dat je de bestanden savet!  (tt (stam + t) saven-ik save- dus +t)
2. Tim heeft namelijk alle bestanden gedeletet... (deleten - delet- dus +t)
3. Zij highfivet altijd als ze me ziet. (ik-vorm+t)
4. Datete jij serieus met mijn broer?? (ik-vorm + te)
5. Nee, ik heb met je neef gedatet. (daten - dat - dus +t)
6. Baseballt je zus of volleybalt ze? (als het Engels klinkt, dubbel l laten staan)
8. In de vakantie hebben we heerlijk gerelaxt. (relaxen - relax - dus +t)

Slide 18 - Tekstslide