PO - Elke stem telt! (voor Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Met deze les maken de leerlingen kennis met stemmen, de Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen en enkele begrippen die daarbij horen. Daarnaast denken ze zelf na over (politieke) standpunten en gaan ze met klasgenoten in dialoog over een gezamenlijk partijprogramma.

Instructies

De les bestaat uit meerdere delen

Deel 1 is gericht op kennisoverdracht. Stemmen en democratie, hoe zit het ook alweer en waar stemmen we op tijdens de Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen?

Deel 2 is een interactieve en creatieve les om zelf aan de slag te gaan met je standpunten en met de klas te ervaren hoe het is om samen een politieke partij te vormen.

Deel 3 (optioneel) Mocht jouw groep helemaal enthousiast zijn, maak er dan een heuse campagne van en ga met de hele school aan de slag met stemmen! Hiervoor vind je tips en ideeën voor de hele school in de bijlagen.

Werkvormen
Klassikale informatieve les, individueel je standpunten vormen/kiezen en in groepsverband een gezamenlijke set aan standpunten formuleren.

Kennis/Competenties/Vaardigheden: 
Basiskennis over stemmen en waarom we zouden moeten stemmen op de Provinciale Staten en Waterschappen. Meningen vormen en onder woorden brengen, dialoog voeren, samenwerken en creatief vermogen.

Burgerschap
Deze les sluit aan bij de volgende actuele burgerschapskerndoelen:
  • Kerndoel 1. Veilige schoolcultuur:
  • Zorgen voor een veilige schoolomgeving met aandacht voor diversiteit en inclusie.
  • Stimuleren van kritische denkvaardigheden, morele en ethische oordeelsvorming en het offline en online respectvol communiceren daarover.
  • Samen met leerlingen vormgeven van een democratische cultuur
  • Aandacht besteden aan actualiteit en maatschappelijke vraagstukken in samenhang met verschillende leergebieden
  • Kerndoel 2. Diversiteit:
  • In gedrag rekening houden met ervaringen en perspectieven van anderen.
  • Kerndoel 3. Democratische waarden:
  • Kennis over het belang van de grondwet, kinder- en mensen rechten ter bescherming van vrijheid, gelijkheid en solidariteit
  • Verkennen op basis van morele en ethische perspectieven wat rechtvaardigheid en verantwoordelijk handelen betekent voor jezelf.
  • Afwegen hoe het eigen handelen effect heeft op de omgeving en het welzijn van anderen, nu en in de toekomst.
  • Kerndoel 4. Maatschappelijke betrokkenheid:
  • Kennis over taken, rollen, rechten en plichten van burgers in de samenleving
  • Verkennen welke middelen kunnen worden ingezet om individueel en collectief bij te dragen aan maatschappelijke veranderingen
  • Verkennen van de eigen mogelijkheden om maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven.
  • Kerndoel 5. Democratische betrokkenheid:
  • Beschrijven hoe in een democratie macht en invloed worden uitgeoefend
  • Communiceren op respectvolle wijze
  • Leren omgaan met de wensen en de stem van de minderheid in besluitvormingsprocessen
  • Kerndoel 6. Maatschappelijke vraagstukken:
  • Benoemen welke belangen en perspectieven een rol spelen binnen actuele, maatschappelijke en planetaire vraagstukken
  • Uitdrukken van persoonlijke idealen en opvattingen.
  • Reflecteren hoe de eigen identiteit en waarden het handelen kunnen beïnvloeden.

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Introductie: Elke stem telt!

In Nederland hebben we een democratie. Dit betekent dat alle inwoners met stemrecht mogen mee bepalen wie, wat en hoe we in Nederland bepaalde dingen regelen.

Dit gebeurt door middel van verkiezingen en het uitbrengen van stemmen! Binnenkort gaan we naar de stembus voor de Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen.

Waar stemmen we dan over? Hoe dat zit, gaan we ontdekken in deze les.

Slide 2 - Tekstslide

Stemmen: Hoe zit dat nu precies?

We mogen dus meestemmen?
Hoe werkt dat precies?
Iedereen boven de 18 jaar met kiesrecht krijgt een oproep om te stemmen. Je verliest dit recht alleen door heel zware misdaden te plegen (en als je dus letterlijk in de gevangenis zit).

In sommige landen zijn er andere regels voor kiesrecht, maar bijna overal ter wereld mogen alle volwassenen meestemmen.

Gebruik eventueel het onderstaande filmpje:

https://www.hoewerktstemmen.nl/nl/


Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je nodig om te stemmen?
Het enige dat je mee moet nemen is je stempas en je ID-bewijs of paspoort. Je ontvangt de stempas persoonlijk via de post. Op de dag van de verkiezingen neem je deze samen met je ID-bewijs mee naar het stemlokaal in de buurt. 

Slide 4 - Tekstslide

Jouw stem is van jou alleen!

Stemmen doe je alleen! Niemand hoeft te weten op wie je stemt en waarom.
Je bepaalt zelf op wie je stemt en dit hoef je dus niet te vertellen.

In het stemlokaal breng je je ‘stem’ uit in een stemhokje. Vóór de verkiezingsdag krijg je met de post een kandidatenlijst. Hierop staan alle partijen en hun mensen op wie je kunt stemmen. Deze lijst ziet er hetzelfde uit als het stembiljet dat je bij het stembureau krijgt. Van tevoren bedenk je dus goed op wie je wilt stemmen: welke partij en welke kandidaat.
Kruis je voor de grap of per ongeluk te veel aan, dan is je stembiljet ‘ongeldig’ en telt je stem niet mee… helaas pindakaas!

Slide 5 - Tekstslide

Provinciale Statenverkiezingen? 

Hmmm... De Provinciale Staten- en Waterschapsverkiezingen. Waar stem ik dan eigenlijk op?  

Tweede Kamer
De Tweede Kamer-verkiezingen kennen jullie misschien wel. Dit zijn de bekendste verkiezingen. Deze krijgen ook de meeste aandacht in de media. Het gaat hierbij om het kiezen van de 150 leden van de Tweede Kamer. Het volk kiest deze dus! Dit gebeurt om de vier jaar. Uit de gekozen partijen komen de ministers die het land besturen en landelijke beslissingen nemen.

Stemmen 15 maart
Op 15 maart staan er andere verkiezingen voor de deur. Namelijk de Provinciale Staten- en de Waterschapsverkiezingen. Deze zijn ook om de vier jaar.

Slide 6 - Tekstslide

Onze 12 Provincies

In Nederland zijn er 12 provincies. (Kennen jullie ze nog allemaal?)

Bij de Provinciale Statenverkiezingen gaat het om wat er gebeurt in jouw provincie. In elke provincie wordt van alles besloten. De beslissingen van jouw provincie gaan vooral over jouw omgeving en hebben veel invloed op jouw dagelijks leven.
De Provinciale Staten worden gevormd door mensen in de politiek. De mensen die al deze beslissingen nemen, noemen wij de statenleden. Zij zijn gekozen om te beslissen over plannen van jouw provincie.

Slide 7 - Tekstslide

Taken Provinciale Staten

De Statenleden bepalen bijvoorbeeld waar nieuwe wegen, fietspaden, huizen, groen of bedrijven komen. Maar bijvoorbeeld ook waar de bussen stoppen en mogen rijden. En ook maken zij beslissingen over het beschermen van de natuur en het klimaat in jullie provincie. Dit doen zij in veel overleg met alle gemeentes (dorpen en steden) in de provincie. Best belangrijke dingen dus! 

Slide 8 - Tekstslide

Jouw stem, jouw mening!

De Statenleden horen bij een politieke partij. En elke politieke partij vindt andere dingen belangrijk. Als jij gaat stemmen bij deze verkiezingen, kies jij mee wie er in de Provinciale Staten komen van de provincie waarin jij woont. Stem dus altijd op een persoon van een partij die dezelfde dingen belangrijk vindt als jij.
Gebruik eventueel dit filmpje van Prodemos:

https://www.youtube.com/watch?v=j3fLcqGWh68

Slide 9 - Tekstslide

Waterschapsverkiezingen
Wat zijn de Waterschapsverkiezingen?

Het bestuur van een Waterschap beslist over hoe we om gaan met water. Water is heel erg belangrijk voor Nederland. Er moet genoeg water zijn in sloten en rivieren. Dat is belangrijk voor de natuur, schepen, maar ook voor het werk van de boeren. Daarnaast moet water ook schoon zijn (zodat je er bijvoorbeeld 's zomers in kunt zwemmen).
De Waterschappen zorgen er ook voor dat Nederland niet overstroomt, door sterke dijken en genoeg ruimte voor rivieren. Als jij gaat stemmen op de Waterschappen, bepaal jij mee over wie van welke partij er in het bestuur van jouw Waterschap komen. Ook hier vinden verschillende partijen verschillende dingen belangrijk. Stem dus ook echt op een partij die dezelfde dingen belangrijk vindt als jij.

Slide 10 - Tekstslide

Taken van Waterschap

Genoeg en schoon water en bescherming tegen te veel water. Daar houdt een Waterschap zich mee bezig. Om dat te kunnen doen, betaal je belastingen aan het Waterschap.
De taken van een Waterschap zijn:

1. waterstand regelen met bijvoorbeeld gemalen en sluizen;
2. afvalwater zuiveren;
3. dijken beheren;
4. natuurbeheer in en aan het water;
5. kwaliteit zwemwater controleren.

Gebruik eventueel dit filmpje van Prodemos.:
https://www.youtube.com/watch?v=rZs0fugPQKo

Slide 11 - Tekstslide

Samenwerken in een ‘coalitie’

Een coalitie is een ander woord voor een samenwerkingsverband. Om te kunnen beslissen heb je genoeg stemmen nodig. Het lukt een partij vaak niet om in haar eentje genoeg stemmen te verzamelen.
Na de verkiezingen mag degene die de meeste stemmen heeft als eerste de partijen uitkiezen met wie zij wil en kan samenwerken. Uiteraard kiezen ze partijen die ongeveer dezelfde idealen en ideeën hebben. Het gaat om het werk en niet om wie je leuk vindt ;)
Samen vormen de partijen dan een coalitie. Een coalitie bestaat uit zoveel leden, dat ze een meerderheid vormen. Lukt het niet om een coalitie te vormen, dan verdelen ze verschillende taken en afdelingen onder partijleden: de statenleden! Deze nemen dan samen de beslissingen. 

Slide 12 - Tekstslide

Meeste stemmen gelden! Waarom zou je gaan stemmen?

Soms denken mensen wel eens “Wat maakt het nou uit, mijn stem heeft toch geen zin!”. Dat klopt niet helemaal. Elke stem geeft een partij meer macht in de gemeente, provincie, Eerste en/of Tweede Kamer. Eén stem van een Kamerlid kan al genoeg zijn om een wet juist wel of niet door te laten gaan. In een democratie* werkt het zo, dat ‘de meeste stemmen gelden’. Dus hoe meer leden van een partij in de gemeenteraad, provinciebestuur of de Eerste of Tweede Kamer zitten, hoe meer invloed die partij heeft. ALLE verkiezingen zijn dus belangrijk en iedere stem telt mee. Altijd stemmen dus!

*Democratie is een manier waarop je een land kunt besturen. In een democratie heeft het volk het voor het zeggen. Zoals bij ons in Nederland dus!

Slide 13 - Tekstslide

Wat je belooft moet je doen!

In de verkiezingstijd beloven partijen veel. Dat doen ze om stemmen te winnen. Het is voor het volk natuurlijk belangrijk dat de partijen deze beloftes ook echt nakomen. Dat is soms lastig, vooral als je als partij (om een meerderheid te krijgen) samen moet gaan werken met een partij die heel andere dingen belooft. Samen moeten de partijen er zo goed mogelijk uitkomen, voordat ze kunnen gaan regeren. Het maken van deze afspraken kost altijd veel tijd na de verkiezingen.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom is stemmen zo belangrijk? Laat je stem horen!

We hebben veel geleerd over stemmen en de verkiezingen van de Provinciale Staten en Waterschappen. We leerden ook waarom het belangrijk is om je stem te laten horen. Natuurlijk zullen er soms beslissingen worden gemaakt in de politiek waar je het niet mee eens bent, maar als je helemaal niet gaat stemmen weet je zeker dat je stem niet wordt gehoord!

Kies ter afsluiting uit de onderstaande reflectievragen om de les af te sluiten met een dialoog:

1. Zou je zelf gaan stemmen als je 18 bent? (waarom wel/niet?)
2. Vind je dat iedereen moet gaan stemmen? (waarom wel/niet)
3. Weet je nu wat een democratie is?
4. Weet je nu wat een coalitie is?
5. Weet je nu wat de Provinciale Staten zijn?
6. Weet je nu wat de Statenleden zijn?
7. Weet je nu wat de Waterschapsverkiezingen zijn?
8. Kun je met een stem het verschil maken?
9. Wie van jullie zou er wel in de politiek willen? En wat zou je belangrijkste standpunt zijn?
Etc.

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht: KlassenKabinet

We gaan nu zelf aan de slag met het vormen van een kabinet!
Welke partijen zitten er straks in dit lokaal?
Bij de opdracht *KlassenKabinet horen twee werkbladen. Het partijstandpunten-werkblad en het invulvel: Vorm je partij!

TIP: Je kunt ook zelf standpunten verzinnen die beter bij jouw klas passen.
Gebruik hiervoor de lege slide aan het eind.

De leerlingen gaan aan de slag met hun politieke standpunten. Wat vinden zij nou écht belangrijk? Vervolgens gaan ze met medeleerlingen een partij vormen. Wat zijn jullie idealen? Wat wordt jullie partijnaam? Wat is de slogan?
*Wat is een kabinet? Het kabinet bestaat uit alle ministers en alle staatssecretarissen. Taken van het kabinet zijn: Het benoemen van commissarissen van de koning, burgemeesters en leden van de rechterlijke macht; het besturen van het land, en het uitvoeren van het beleid. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Stap 3: Vorm je partij
Deel nu het tweede werkblad uit. Elk partij-groepje krijgt er één.
Jullie gaan samen een partij beginnen. Wat vinden jullie belangrijk? Schrijf in jullie eigen woorden wat jullie belangrijkste drie partijpunten worden. Dit is jullie partijprogramma!
Verzin een naam voor jullie partij en een pakkende slogan. Waarom zouden mensen op jullie moeten stemmen? Wat voor problemen gaan jullie aanpakken en hoe?

Slide 19 - Tekstslide

Afronding

Als alle partijen zijn gevormd, vraag je de leerlingen om over hun partij te vertellen.
Je kunt dit doen door het ze te laten opnoemen of, nog uitgebreider, de leerlingen te laten presenteren voor de klas. Hang de verschillende partijen zichtbaar op.
Sluit de les af door kort te reflecteren op de les.
Maak evt. gebruik van onderstaande reflectievragen:

Reflectievragen
Proces
- Wat vonden jullie van de opdracht?
- Was het moeilijk om samen tot drie punten te komen?
- Heeft iemand het idee dat zijn mening nu niet meer overeind is gebleven?
- Zou je zelf op je eigen partij stemmen of op een van de andere?
- Welke onderwerpen miste je bij de standpunten?
- Etc.

Inhoud
- Zou je zelf gaan stemmen als je 18 bent?
- Waarom is het belangrijk om te stemmen?
- Weet je nu wat een coalitie is?
- Weet je nu wat de provinciale staten zijn?
- Weet je nu wat statenleden zijn?
- Weet je nu wat een kabinet is?
- Weet je nu wat een regering is?
- Weet je nu wat de waterschapsverkiezingen zijn?
- Weet je nu wie er wel minister willen worden? Waarvan? Wat zou je standpunt zijn?
- Etc.

Meer Politiek?
TIP - Wil je de leerlingen ook echt laten stemmen? Geef de leerlingen dan op een ander moment in de week een stembiljet met de namen van jullie partijen. Laat ze anoniem aankruisen welke partij hun voorkeur heeft. De winnende partij mag dan weer een coalitie vormen met een andere partij. Met wie gaan ze samenwerken?

Laat deze coalitie bijvoorbeeld een week echt de regels in de klas bedenken.
Je kunt de politieke ervaring voor jouw groep zo groot maken als je wilt.
Maar let op: wat je belooft, moet je natuurlijk doen!


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies