In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
7.2
Slavernij in de koloniën
Slide 1 - Tekstslide
Video
Slavenhandel door de WIC
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Plantagekolonie
Suriname:
- Europeanen (eerst G-B dan Republiek)
- Mulatten
- Vrije zwarten
- Slaafgemaakten
Verzet en opstand
- marrons
- Boni
Slide 4 - Tekstslide
Waarom slavernij?
Goedkope arbeiders v. d. plantages
Indianen ongeschikt -> Europese ziektes en bekering christendom.
Slide 5 - Tekstslide
Transatlantische slavenhandel
Slide 6 - Tekstslide
Abolitionisme
To abolish = 'afschaffen' -> van slavernij
Want:
Dit past niet bij ideeën van de Verlichting of het christendom.
John Gabriël Stedman (1744-1797) was een Schots-Nederlandse officier in de Schotse Brigade van het Nederlandse leger. Hij hielp bij het onderdrukken van een slavenopstand in Suriname. Hij werd verliefd op een slavin, en probeerde haar vrij te kopen.
Over zijn ervaringen schreef hij een invloedrijk boek. Hierin bekommerde hij zich openlijk om de rechten van de tot slaafgemaakten, met name om de vraag of zij als mens behandeld moesten worden.
In dit boek verschenen dit soort afbeeldingen die ervoor zorgden dat de strijd van de abolitionisten steeds meer aandacht kreeg.
Slide 7 - Tekstslide
Engeland schaft de slavernij af
Wet die slavenhandel verbied: Geen 'nieuwe' slaven naar Amerika
Volledige afschaffing in 1833
Slavenhouders kregen 20 miljoen pond aan schadevergoedingen
Slide 8 - Tekstslide
NL schaft pas laat de slavernij af: 1863
Dan is het economisch niet meer zo interessant.
Slavenhouders kregen 300 gulden (nu: €3000) per vrijgelaten slaaf.
Sommige slaven worden verplicht om nog 10 jaar op de plantages te blijven werken
Op 1 juli wordt Keti Koti gevierd. Dit is een jaarlijks terugkerende Surinaamse feestdag ter viering van de afschaffing van de slavernij. De naam stamt uit het Sranantongo en betekent Ketenen Gebroken