The car drove quickly.
Koharu speaks softly.
Emely wrote a letter secretly.
Zegt iets over een werkwoord.
Hoe reed de auto? De auto reed snel. Snel (quicly) is het bijwoord.
Hoe sprak Koharu? Koharu sprak zacht. Zacht (softly) is het bijwoord.
Hoe schreef Emely een brief? In het geheim (secretly) is het bijwoord.