Christendom

Het christendom
Log in om mee te doen met de vragen.
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het christendom
Log in om mee te doen met de vragen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je over
het Christendom?

Slide 2 - Woordweb

Tijdvak van Grieken en Romeinen.

Slide 3 - Tekstslide

Tijdvak 2
Romeinse tijd 
750 V.C. - 500 N. C. 


Slide 4 - Tekstslide

Het Romeinse Rijk!


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?

Slide 5 - Tekstslide

De romeinen geloofden in meerdere goden

Slide 6 - Tekstslide

Het Joodse volk geloofde maar in 1 god


Volk geloofde maar in een God. 

Slide 7 - Tekstslide

De romeinen


kregen ruzie met de de joodse provincie 
Judea

Slide 8 - Tekstslide

De romeinen vernietigden de joodse tempel.

Slide 9 - Tekstslide

Joden in het rijk



In Judea (nu: Israël/Palestina) hadden joden een godsdienst met één God: het jodendom. 

De joden kwamen enkele keren in opstand tegen de Romeinen. Zij sloegen de opstanden hard neer.

Veel joden werden vermoord, weggejaagd of als slaaf afgevoerd. Hierdoor raakten de joden verspreid over het hele Romeinse rijk. 

Overal waar ze woonden, bouwden de joden een synagoge: een joods gebedshuis.







Theorie

Slide 10 - Tekstslide

Jezus van Nazareth 

Slide 11 - Tekstslide

Jezus

Geloofde in naastenliefde en geen geweld. 

Jezus werd populair!


Slide 12 - Tekstslide

Jezus van Nazareth


Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.

Jezus krijgt veel aanhangers. De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.

Slide 13 - Tekstslide

Heeft Jezus echt bestaan?


Historici vermoeden van wel, hoewel er over het leven van Jezus geen (geschreven) bronnen zijn. 
Ook de Romeinen hebben niets opgeschreven over deze persoon. 
Alles wat wij van hem weten is (ongeveer 50 jaar) later opgeschreven, bijvoorbeeld in de Bijbel (Nieuwe Testament).






Slide 14 - Tekstslide

Christenen

De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen. Deze naam komt 
van Christus, dat 'gezalfde' betekent.  Jezus wordt door zijn volgelingen zo genoemd. Zij geloven in de woorden die Jezus (via zijn leerlingen = discipelen) aan hen heeft gegeven: 
'Iedereen is gelijk voor God en voor ieder goed mens is er een plek in de hemel'.

Slide 15 - Tekstslide

Het christendom

Omstreeks 30 n.C. trok de joodse prediker Jezus van Nazareth door Judea. Verhalen over Jezus staan in de Bijbel. 

De Romeinen arresteerden Jezus en kruisigden hem. 

De aanhangers van Jezus geloofden dat Jezus stierf om de mensen vrij te maken van hun zonden. Ze noemden hem Christus (Verlosser).

.









Ze stichtten een nieuwe godsdienst met één god, het christendom.



prediker: persoon die een geloof bekendmaakt

Bijbel: heilig boek van christenen.

zonde: als iemand iets doet wat slecht is


Theorie

Slide 16 - Tekstslide

Christenvervolging
Christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
De christenen geloven maar in één god en niet de Romeinse keizer! Daarom wordt het christendom verboden.

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 17 - Tekstslide


Rond het jaar 100 schreef de Romeinse historicus Tacitus:

‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome 
brandde af.  Al gauw werd verteld dat keizer Nero 
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig 
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de 
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door 
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden 
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het 
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen 
als straatverlichting.’

Slide 18 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 

Slide 19 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Keizer Nero was één van de felste tegenstanders van de christenen. Hij gaf hen de schuld van de grote brand van Rome (die hij vermoedelijk zelf had laten stichten) en liet hen op de meest gruwelijke manieren aan hun eind komen.
Dit is een schilderij uit de 19e eeuw: Nero kijkt naar het lichaam van een christen die zojuist om het leven is gebracht.

Slide 20 - Tekstslide

Constantijn de Grote
Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan: kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 21 - Tekstslide

Pas in 392 kregen de christenen godsdienstvrijheid!

Slide 22 - Tekstslide

Christenen

Predikers verspreidden het christendom in het rijk. Omdat christenen weigerden de staatsgoden te vereren, verboden keizers het christendom.

Keizer Constantijn gaf de christenen in 313 n.C. godsdienstvrijheid: het recht om openlijk met een godsdienst bezig te zijn. 

In 380 n.C. werd het christendom de Romeinse staatsgodsdienst. Later werden andere godsdiensten verboden.



Het christendom in het Romeinse rijk, van verboden tot enig toegestane godsdienst, is een kenmerkend aspect van de tijd van Grieken en Romeinen.
Theorie

Slide 23 - Tekstslide


Om samen te komen en te bidden gingen christenen tempels gebruiken als kerk. Ook werden nieuwe kerken gebouwd.

Er kwam één christelijke organisatie: de kerk. Het rijk werd verdeeld in kerkprovincies onder leiding van bisschoppen.

De kerk werd geleid door de paus. Hij is nog steeds de leider van de rooms-katholieke kerk.
kerk:
1: christelijk gebedshuis
      2: organisatie van christenen.

bisschop: godsdienstig leider van een kerkprovincie.

paus: bisschop van Rome en leider van de rooms-katholieke kerk.
Theorie

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Onstaan
Het christendom is ontstaan uit het Jodendom, de eerste monotheïstische godsdienst. 
Tijdens het heerschap van keizer Augustus werd Jezus geboren, in het jaar nul. 
Zijn volk zag hem als de Messias, degene die hen en het joodse volk zou verlossen van de Romeinen en van de slavernij.

Slide 26 - Tekstslide

Tradities 1-3
  • Elke zondag  naar de kerk

De kerk is een gebedshuis voor de Christenen, elke zondag gaan ze naar de kerk om de bijbel te lezen en te zingen uit de Psalmen. 
Jezus is opgestaan uit de dood op een zondag, en daarom worden de bijeenkomsten altijd op zondag gehouden.

Slide 27 - Tekstslide

Tradities 2-3
  • Kerst is een belangrijk midwinterfeest, waar wordt gevierd dat Jezus is geboren. Het kerstfeest wordt in de westers-christelijke wereld en in sommige Kerken van het oosters christendom gevierd op 25 december. 
  • De kerstboom gaat terug op een Duitse gewoonte die ontstaan is in de 16e eeuw.  Luther verklaarde begin zestiende eeuw de kerstboom tot symbool van de geboorte van Jezus.

Slide 28 - Tekstslide

Traditie 3-3
  • Pasen is het belangrijkste christelijke feest in het liturgische jaar ( Het jaar van de katholieke kerken, hij loopt niet gelijk met het kalender jaar ) volgend op de goede week. Christenen vierden deze dag vanuit hun geloof dat Jezus uit de dood is opgestaan, op de zondag na zijn kruisiging. Pasen duurt 2 dagen en wordt gevierd op zondag en maandag.

Slide 29 - Tekstslide

Hoe is het Christendom ontstaan?
A
Doordat Jezus werd geboren
B
Uit zichzelf zomaar
C
Door het Jodendom
D
Doordat Christus is gekruisigd

Slide 30 - Quizvraag

Waarom gaan de Christenen altijd op zondag naar de kerk?
A
Jezus werd geboren
B
Jezus is opgestaan uit de dood
C
Heb weer niet opgelet :)
D
Gewoon een random dag uitgekozen

Slide 31 - Quizvraag

In welke eeuw is de 'kerstboom' ontstaan
A
17e eeuw
B
16e eeuw
C
18e eeuw
D
Geen idee :)

Slide 32 - Quizvraag

Hoelang duurt Pasen? En op welke dagen?

Slide 33 - Open vraag

Christendom
Maak de opdrachten van het opdrachtenblad voor in je religiemap.

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Par. 3.3: De opkomst van het christendom.

Les 1:

Slide 36 - Tekstslide

Ontstaan christendom





  • Christendom is ontstaan uit   het  jodendom.
  • Jezus Christus is het   belangrijkste in het christendom.
  • Zijn verhaal staat in de Bijbel.
  • Jezus wordt veroordeeld en   gekruisigd.

Slide 37 - Tekstslide

Christendom toegestaan
  • Keizer constatijn zorgde voor het stoppen van de       christenvervolging: edict van Milaan in 313.
  • Vanaf 394 is het christendom het enige toegestane geloof.
  • De bisschop van Rome (de paus) wordt steeds belangrijker

Slide 38 - Tekstslide